Afgelopen woensdag (14 mei) stonden Alison Krauss & Robert Plant op het podium van de Heineken Music Hall in Amsterdam. Er waren ook heel wat journalisten, zo blijkt uit de stroom recensies die vervolgens verscheen. Volkskrant, Parool, Nu.nl zijn vol lof, er wordt gesproken van kippenvel, een magische combinatie en ongehoorde schoonheid, NRC en AD hebben het juist over de afstand tussen de twee.

Om maar meteen met de kritische noot te beginnen, hieronder een citaat van Anton Slotboom uit het AD:

...De knappe countryzangeres bleek een ijskonijn. Hoe Plant ook naar haar lachte, zijn enthousiasme bleef grotendeels onbeantwoord. Krauss stond stijfjes bij haar microfoon, ook als ze alleen zong en haar viool niet bespeelde. De oude rocker ging, karakteristiek zwaaiend met zijn microfoonstandaard, wél in de liedjes op. Het ontbrak dan ook aan echte chemie, maar de prachtige reeks Amerikaanse liedjes verbloemde dat. De vocalisten werden bovendien gesteund door een ijzersterke begeleidingsgroep, met T-Bone Burnett (60) als onbetwiste leider: de befaamde producer en het brein achter deze samenwerking...

In NRC is Hester Carvalho overwegend positief, maar ook zij ziet de afstand tussen tegenpolen Krauss en Plant:

...Links Krauss, rechts Plant, en parallel lopen hun stemmen, zoekend, fluisterend als dolende geesten...

...Sommige liedjes werden gezongen door Krauss alleen, of door T-Bone Burnett. Op die momenten vervloog de magie. toch leek er en denkbeeldige lijn van voor naar achter over het podium te lopen, met Krauss - vrouw, Amerikaans, sereen - aan de ene kant, en Plant - man, Brits, flamboyant - aan de andere. Hoe ingespeeld ze ook zijn, er was tussen hen een onoverbrugbare afstand in zowel klank als persoonlijkheid. Dat is mooi en droevig tegelijk: twee in veel opzichten gelijk gestemde zielen die elkaar nooit werkelijk bereiken...

Peter van Brummelen
is in het Parool al veel enthousiaster, al valt hem de matte reactie van het publiek op:

...Pas bij de toegiften was er echt enthousiasme. Een verbaasde Plant: ''Wat is er gebeurd? Zijn jullie even snel wat wezen drinken of zo?'' Net als op Raising sand bleek tijdens het concert Alison Krauss verreweg de betere zanger. (...) Waar Plant, die dit jaar zestig wordt, al lang niet meer het hoge bereik uit zijn Led Zeppelintijd heeft, klinkt Krauss als het vocale equivalent van een glashelder en klaterend bergbeekje. Die rare maar spannende combi van rocker op leeftijd en onbevlekte countrydeerne deed het op het podium nog beter dan op de plaat. Niet alleen omdat de twee elkaar perfect aanvulden, maar ook omdat ze een fantastische begeleidingsband achter zich hadden staan. Daarin niet alleen singer-songwriter T. Bone Burnett, de producer van Raising sand, maar ook countryrocker Buddy Miller. Hoogtepunt van de avond: de kippenvel mooie a capella-uitvoering van de uit film O brother, where art thou bekende gospel Down to the river to pray...

Anneke Ruys van nieuwssite Nu.nl vindt dat de combinatie magisch is:

...De stemmen van Plant & Krauss blijken perfect bij elkaar te passen. (...) Ook is de chemie tussen het tweetal zeer duidelijk aanwezig...

...En vlak bij deze intieme muziek de band ook zeker niet uit. De bijdrage van bluegrassexpert Stuart Duncan bleek uiterst belangrijk tijdens het optreden. Of hij nu banjo speelde, gitaar, mandoline of viool: het klonk allemaal even gedreven. Maar ook drummer Jay Bellerose, contrabassist Dennis Crouch, producer-gitarist T Bone Burnett en de virtuoze gitarist Buddy Miller speelden de sterren van de hemel. Behalve de gezamenlijke songs van 'Raising Sand' was er ook genoeg ruimte voor andere nummers, evenals een solonummertje van beiden hier en daar. Erg verrassend was de rustige uitvoering van de Led Zeppelin-klassieker 'Whole Lotta Love' en het alom bekende 'Black Dog' in een speciale versie. Al met al een bijzonder concert, waarbij twee geheel verschillende artiesten toch heel erg dicht bij elkaar kwamen...

De meest enthousiaste recensie komt van Gijsbert Kamer. In de Volkskrant schrijft hij:

...Griezelig perfect en van een ongehoorde schoonheid, zoals er woensdagavond gezongen en gespeeld werd in een uitverkochte Heineken Music Hall in Amsterdam...

...Dat het zo'n muzikaal feest zou worden, kwam toch nog als een verrassing. Dat kwam door het materiaal, dat niet alleen geplukt werd van de plaat maar ook verrassende bewerkingen kende van Led Zeppelin-liedjes als Black Dog, en een prachtig Battle Of Evermore met Krauss in de rol van Sandy Denny. Krauss stal de show met een fraai Green Pastures en vooral Down To The River To Pray bekend uit de film O, Brother Where Art Thou. (...) Ook Plant zelf kreeg een enkele keer de hoofdrol, zoals in Fortune Teller en het gemeen bijtende Nothing van Townes Van Zandt...

...De stem van Krauss bleek nog beter te kleuren bij die van Plant dan op de plaat. Het was niet gewoon mooi, nee, toen na zeven kwartier de lichten aanfloepten, voelde het als een ontwaken uit het paradijs...

Er waren veel Led Zeppelin fans in de zaal, een daarvan, Fred van der Gon Netscher, houdt een weblog bij en uit zijn bevindingen citeren we:

...De band beet echter het spits af met Rich Woman,  de eerste song van het album Raising Sand, dat toch de hoofdmoot van het programma uitmaakte. Daarna kreeg het publiek een afwisseling van oude Zepsongs en Raising Sand-nummers voorgeschoteld. Van de laatste categorie waren hoogtepunten het prachtige Sister Rosetta Goes Before Us waarin de prachtstem van Krauss helemaal tot zijn recht komt (...), en Nothing, het meest Zeppelin-achtige nummer op het album en ook het enige nummer vanavond waarin Plant even flink uithaalde met zijn stem. Ook heel bijzonder was de gospelachtige song Down To The River To Pray met Krauss in de hoofdrol en met een achtergrondkoortje van drie heren waaronder Plant...

...(...)The Battle of Evermore vormde wat mij betreft het hoogtepunt, waarbij Krauss zich een waardige vervangster van The Late Sandy Denny betoonde. Het concert kon van begin tot eind boeien, alhoewel country en blue grass niet echt mijn muziek is. Maar de combinatie van de twee multitalenten en uiterst getalenteerde muzikanten, gevoegd bij de uitstekende akoestiek van de zaal, maakte dit tot een van de betere concerten die ik van Robert Plant heb mogen zien...