sido martens - suikerhard en bitterzoet
Sido Martens – Suikerhard & Bitterzoet – Music & Words / -I-C-U-B4-T-

De folky Nederlandstalige songs van dichter/muzikant  Sido Martens zijn luisterrijk van  taal en muziek. Zowel subtiel als krachtig. Het gaat niet om hapklare brokken, maar als je er echt voor gaat zitten, word je beloond. Na enkele draaibeurten stijgt zijn gloednieuwe cd Suikerhard & Bitterzoet tot grote hoogte.

Met 15 nummers biedt Martens veel. En hoewel deze songs vrij divers zijn blijkt het uiteindelijk ‘n album uit één stuk, waar je onwillekeurig van gaat houden!? ?Wat mij betreft is dit Sido’s meest dynamische solo-album, van de 16 (!) die hij tot nu toe uitbracht. Niet dat de langeafstandsloper – hij schrijft ondermeer voor het hardloopmagazine Runner’s World – plots uptempowerk in de strijd gooit, nee deze 63-jarige Fries gedijt (in zijn muziek) meer en meer bij slenter- en wandeltempo, soms staat hij een huppelpasje toe. ??Maar zijn muziek is daarmee allerminst slappe zooi: Drums en bas klinken zowel pittig als aangenaam dof. Het snarenspel op gitaar, mandoline, ukelele en banjo is vlijmscherp. De staccato slagmandoline glijdt als een warm mes door de boter. Zo nodig spuugt Martens de woorden uit. Op het juiste moment dimt hij tot fluistertoon, omgeven door bijvoorbeeld een warme baritonsax, huilende steelgitaar, rootsy mondharmonica of  hammond. En als in Cowboy & ik ‘zij haar panty recht sjort’ klinkt er een bloedmooie viool…

Martens is enerzijds een taalgoochelaar met vondsten als ‘koelkastbinnenbrand’, anderzijds een lastig te doorgronden dichter. Toch blijkt bij nadere beluistering zich niet zelden een hele wereld te openen achter zijn poëtische teksten. Tangobenen gaat over verleiding. Hart van glas verhaalt over verknolde liefde. Bij huilende steelgitaar, plokkende banjo en trage beat gaat het daarin van: …’Ik vloerde je gemoed woord na woord, het scheermes uit mijn mond had vermoord, wat ooit liefde was, jouw tere hart van glas'… ??In Vallen uit hij zijn zorgen over deze tijd waarin ‘valse hoop en schone schijn regeren’:  ‘We laten champagnekurken knallen, en amputeren met een stompe zaag’, en: ‘Achter elke voordeur huist de waanzin. We hebben veel te veel, van alles dubbel op. Uit monden balkt het onverschil ons oor in, jaagt schuimbekkend de hordes in galop…’ Zouden de hier met een jazzy feel beroerde pianotoetsen de laatste opflakkerende vlammetjes symboliseren van een uitdovend neo-liberalisme, of is de hoop hierop ijdel?

Je weet nooit zeker wat Martens beweegt. Waar de tekst soms meteen overduidelijk is, kan de compositie je op het verkeerde been zetten. Het lied Weemoedrood deint. Vrolijke noot? Ben je gek: …’Zoekt zijn hand in het bed. Vindt daar dan die koude plek. Nachtenlang bleef hij bang, riep hij haar naam’... Van dat soort dingen. ??Martens heeft zich ontwikkeld tot een handig liedschrijver. Creatief speelt hij met taal. In al zijn vakmanschap komt hij met slimme herhalingen, die zijn teksten nét aanstekelijker maken dan zonder die herhaling. In Moedertekens leidt dat ondermeer tot:?? Zonder afspraak met het licht, kleedt de vrouw zich… kleedt de vrouw zich aan. ?Gordijnkier laat lantarengloed, vallen in haar… in haar kuise schoot.? Onopgemerkt zonder gebaar, daagt de stad haar… daagt de stad haar uit. Een erop lijkend schema hanteert hij in Zilver de vis, misschien wel ’t mooiste nummer van dit album, met sierlijke gitaartokkel  plus summiere steel en twinkelende glocken. De inleidende zinnen van alle drie de coupletten bevatten zo’n dichterlijke vondst:
Er vliegen vissen voor, vliegende vissen voor de boot.?Er hangen honden in, hangende honden in de boom.?Er sterft een man alleen, stervende man alleen in bed.

Martens constateert enerzijds dat het leven een list is (en soms zelfs een last). Naar het schijnt is-ie wat zwaar op de hand, maar vergis je niet. Er gloort genoeg luim. Ter ondersteuning strooit zijn mandoline vrolijke noten. Opgeruimd klinkt zijn ode aan het weer, aan de afwisseling van de seizoenen. En Fruit wordt zowaar folky dansbaar. Het deuntje roept herinneringen op aan het oude Fungus, de succesvolle Nederfolkband waarin Martens reeds begin jaren zeventig schitterde. ??De line-up op Suikerhard & Bitterzoet: Lielian Tan (drums), Willo de Bildt (basgitaar), Meine Bruinsma (steelgitaar), Ruben Mulder (toetsen), Hubert Heeringa (baritonsax & viool), Annemarieke Coenders (zang). Martens zelf zingt, schrijft alle tekst & muziek en bespeelt gitaar, mandoline, ukelele, banjo, glockenspiel en mondharmonica. De cd-hoes is geïllustreerd door Sido’s dochter Janne Martens. ??Suikerhard & Bitterzoet verschijnt op het nieuwe platenlabel I-C-U-B-4-T (‘I see you before tea'). Dit is een sublabel van platenbedrijf Music & Words (www.musicwords.nl). Zie ook www.sidomartens.nl.

PS: Sido Martens koos het middel ‘Crowdfunding’ om de productie van deze nieuwe cd te kunnen garanderen. Voor elk van de 15 nieuwe liedjes vond hij in no time adoptie-ouders die elk 100 euro beschikbaar stelden.  Die staan met naam (en soms foto) in het cd-boekje vermeld. Twee behoren tot de huidige muziekrecensenten van Folkforum. Om schijn van  ‘vooringenomenheid’  te vermijden bereikte mij als oudgediende (en géén adoptie-ouder) het verzoek om bij uitzondering nog éénmaal te recenseren. Graag gedaan…

Henk Hoogenstraaten