mary dillon - north
Mary Dillon - North - Back Lane Records

Een carrière in de muziek heeft de Noord-Ierse zangeres Mary Dillon nooit echt nagestreefd, al groeide ze wel op in een familie van traditionele zangeressen. Ze was zo rond de dertig toen ze ging zingen bij Déanta, maar na een jaar of vijf in die groep hield ze het voor gezien. Ze gaf voorrang aan een gezin en haar baan als lerares. Wel leende ze haar stem voor gastvocalen hier en daar, bijvoorbeeld op de platen van haar jongere zus Cara Dillon, die ook in ons land bekend is bij liefhebbers van Ierse folk. Vanaf 2010 echter komt er verandering in de zaak. Mary Dillon brengt dan in samenwerking met haar neef Odhrán Mullan  een digitale ep uit, Army Dreamers, met nummers van Kate Bush, Ola Belle Reed, Bruce Springsteen en een Gaelic traditional. In 2012 vormt ze het trio Sí Van, met Niamh Parsons en Tíona McSherry, en nu is er haar solodebuut North, waarop ze met haar prachtig heldere fluwelen stem en ingetogen instrumentatie een album lang weet te boeien.

Er staan vooral traditionals op North, maar die hebben wel een eigen arrangement gekregen (Mary Dillon werkt hierbij opnieuw samen met haar neef Odhrán Mullan). Zo krijgt opener When A Man's In Love een sobere akoestische gitaarbegeleiding (Eamon McElholm), waar bijvoorbeeld The Chieftains een a capella versie van dit nummer doen. Ballyronan Maid krijgt sfeervolle accenten op dobro (Ted Ponsonby) en gastvocalen van zus Cara Dillon. Vol gevoel zingt Mary deze prachtige folkverhalen, maar het opvallende is dat ze er zelf eentje aan het genre heeft toegevoegd. Het door haarzelf geschreven The Boatman past zo in de traditie van het meisje dat haar zeeman vaarwel moet zeggen en hem met haar liefde voor alle gevaar wil beschermen. De begeleiding is telkens in de sfeer van het liedje, het is niet enkel kommer en kwel in de folk, het kan ook sprankelen van vrolijkheid. Soms hoor je alleen gitaar, dan weer wordt die begeleid door een viool of een fluit, hier en daar wat lichte percussie, maar die heerlijk fluwelen zang van Mary Dillon blijft centraal staan. John Condon is als single gekozen, en opnieuw raakt de sobere invulling van ingetogen gitaar en een klein intermezzo op fluit die dit schrijnende anti-oorlogslied van Sam Starrett, Richard Laird en Tracey McRory heeft gekregen. The Month Of January kent nog de meest uitgebreide begeleiding, met onder meer piano, gitaar, percussie, viool, fluit en subtiele doedelzak, maar zelfs dan wordt slechts het tragische verhaal ondersteund van de dochter met baby die door haar ouders weggestuurd wordt in een koude winternacht, vol gebroken gevoel gezongen. Tenslotte eindigt de plaat met het a capella Gaelic juweeltje Ard Tí Chuain, met de stemmen van beide zussen.

Dit jaar zal Mary Dillon gaan optreden met het trio Sí Van, of ze daarbij ook Nederland aan zal doen is op dit moment niet bekend. Voorlopig zullen we het moeten doen met het luisteren naar haar solo-debuut North, maar met zo'n fijne stem is dat bepaald geen straf.

Mirjam Adriaans