heidi talbot - angels without wings
Heidi Talbot - Angels Without Wings - Navigator Records NAVIGATOR074P

Als topgitaristen Mark Knopfler en Jerry Douglas aanbieden om op je cd mee te spelen en zelfs zo vriendelijk zijn partijen in verschillende stijlen op te nemen, dan moet dat op zijn minst instrumentaal wel goed zitten. Maar die twee zijn niet de enige gasten op Angels Without Wings van de Ierse zangeres Heidi Talbot, zij krijgt ook nog medewerking van King Creosote, Tim O'Brien, Karine Polwart, Louis Abbott (Admiral Fallow) en Julie Fowlis. Bovendien beschikt deze dame over een mooie helderzachte stem die centraal staat op dit veelzijdige album vol zelfgepende liedjes over de liefde en aaanverwante folkthema's.

Op haar 18de verhuist Heidi Talbot naar New York, waar ze in 2002 gevraagd wordt om lid te worden van de Iers-Amerikaanse supergroep Cherish The Ladies. Ondertussen werkt ze ook aan solo-repertoire, hetgeen haar enkele jaren later doet besluiten om uit die band te stappen. Na haar doorbraak in 2008 met het album In Love And Light gaat Talbot zelf nummers schrijven voor de opvolger, The Last Star. Soms alleen, maar af en toe ook samen met haar echtgenoot en producer John McCusker en Boo Hewerdine, haar vaste begeleiders bij optredens. Het kersverse Angels Without Wings bestaat in zijn geheel uit dat eigen werk.

Met de diverse achtergronden van genoemde gasten zal het geen verbazing wekken dat Angels Without Wings een veelzijdig album is geworden, dat hier en daar doet denken aan The Transatlantic Sessions, het BBC-programma waar Amerikaanse en Ierse of Britse folkmuzikanten elkaar begeleiden. Heel wat muzikanten op deze plaat zijn dan ook in verschillende uitzendingen daarvan voorbijgekomen.
Vanaf de opening met decadente Parijse romantiek in het titelnummer (met Phil Cunningham op accordeon) meandert de plaat als vanzelfsprekend door verschillende folkstromingen; er zijn zowel traditionele Brits-Keltische elementen als americana en country-invloeden. Overigens heeft Talbot ook thuis een brede muzieksmaak, daar luistert ze zowel naar Belle & Sebastian en Teenage Fan Club als naar Mary Black en The Fureys. Een prijsnummer is het duidelijk in de Keltische traditie gewortelde Dearest Johnny, dat ingetogen zang koppelt aan aanstekelijke intermezzo's van gitaar, banjo, viool, accordeon en percussie. Even later heeft The New Cajun Waltz weliswaar een cajun-achtige accordeon, maar krijgt uiteindelijk door de fluit (Michael McGoldrick) toch weer een Keltisch tintje, waar het vrolijke Will I Ever Get To Sleep verrast met een fijne koperpartij. Country komt om de hoek kijken in When The Roses Come Again, een duet met Tim O'Brien, die dit keer zijn stem leent en niet zijn banjo; Mark Knopfler verzorgt de gepast sobere instrumentatie op gitaar.

Het album werd live opgenomen en als er een fout gemaakt werd speelden ze gewoon door, naderhand werd beluisterd welke opname het best was voor de cd. Die werkwijze zou moeten zorgen voor een naturelle klank, maar het lijkt erop dat er wat randjes zijn weggepoetst in de productie. Hoewel Angels Without Wings daardoor wat lieflijk van toon wordt, blijkt het album bij nadere beluistering toch meer subtiele lagen te herbergen. Bovendien weet Heidi Talbot ondanks alle gasten haar eigen stempel op de plaat te drukken, duidelijk een dame om rekening mee te houden.

Mirjam Adriaans