diana jones - museum of appalachia recordings
Diana Jones – Museum of Appalachia Recordings - Proper Records PRPCD111

Folkmuziek kent verschillende gedaantes. Is afkomstig, zoals je wilt, uit diverse windstreken, en wordt steevast bijgebogen om levend te houden, naast de zo authentiek mogelijk gehouden varianten uiteraard. Wanneer ik culturele antropologie had gestudeerd dan was muziek mijn vaartuig geweest de geschiedenis in. Folkmuziek geeft vertelsels prijs van individuen of incidenten, en kan een essentieel onderdeel van de geschiedenis zijn, mits je daar oor voor hebt. Evenzogoed maakt het deel uit van het hier en nu, en de historie die nog gevormd moet worden. Folkmuziek biedt een mogelijkheid om jezelf verankerd te voelen met anderen. Een van de mooiste liedjes op Museum of Appalachia Recordings is wat mij betreft het door Diana Jones zelf geschreven Ohio. Het lied beoogt een gevoel van verlangen te verwoorden, en slaagt daarin niet alleen, maar slaat daarbij qua klankkleur tevens een geweldig mooie brug naar het aloude Ierland. Ongekend knap hoe Diana de sfeer weet te pakken. Ze verbindt de oude met de nieuwe wereld, ook qua instrumentatie, en vertelt daarmee indirect iets over de ontstaanswording van de hedendaagse folkmuziek. Je kunt toch zondermeer stellen dat Americana niets anders is dan een smeltkroes aan muzikale invloeden? Muziek integreert mensen onderling zoals het medium zelf ook gevormd is. Een proces dat blijvend evolueert, nooit stilstaat!

Diana Jones bevriest voor een moment iets van deze evolutie, en etaleert 11 overwegend zelfgeschreven liedjes in een klassieke akoestische setting. Ze heeft – om haar klasse en talent te onderschrijven – zich terdege verdiept in de karakteristieken van de landschappelijke folk. De geloofwaardigheid die ze aan de dag legt op dit laatste album, is van een dusdanige aard dat je genegen bent te denken dat die liedjes bijna verkapte traditionals zijn. Mooi ook hoe ze enerzijds geschiedenis als het ware tot leven wekt, terwijl het nummer mogelijk pas een half jaar geleden geschreven werd. In het godvrezende Satan werd ze compositorisch bijgestaan door niemand anders dan Donna Ulisse. (Een dame die onder eigen naam ook al een aantal uitstekende platen gemaakt heeft!) En ene – voor mij onbekende - Meg Braun droeg elementen aan voor het dramatische Drunkard’s Daughter. Alles bij elkaar genomen rest mij niets anders dan Museum of Appalachia Recordings tot een intens integere plaat te benoemen. Diana is ditmaal minder met haar eigen bestaan, of haar roerselen bezig, maar beperkt zich verhalend, weliswaar op een onnavolgbare wijze die niets ander dan respect afdwingt. Niet onvermeld mogen blijven – maar dat geldt wat mij betreft ongezegd voor iedere plaat met goede intenties - de vaklieden die haar bijstonden dit project te completeren: Matt Combs, Shad Cobb en Joe “joebass” De Jarnette. Voor de extra, doch broodnodige harmony vocalen droegen bij Laurelyn Dossett en John Lilly.

Rein van den Berg

Homepage: http://www.dianajonesmusic.com/

Op 14 september is Diana Jones te zien op het TakeRoot festival in Groningen, in maart 2014 staat een korte tour gepland, zie: http://www.luckydice.nl.