lieven tavernier & united brass - de fanfare van honger en dorst
Lieven Tavernier & United Brass - De Fanfare Van Honger En Dorst - www.lieventavernier.be / Coast to Coast

Al enkele jaren zie ik uit naar een opname van wat inmiddels het Gentse stadslied is geworden, De Fanfare Van Honger En Dorst, door de man die het liedje ooit schreef: Lieven Tavernier. Het werd bekend van Jan De Wilde, er zijn versies van Thé Lau, Jenny Arean en Gerard van Maasakkers, maar Tavernier zelf zei me ooit, nadat hij weer eens een kippevel-versie ervan live op een podium had laten horen, dat het lied er nog niet aan toe was. Dit jaar is het er eindelijk van gekomen, als titelnummer van een nieuw album met enkel oude liedjes, door United Brass in een vers koperjasje gestoken: De Fanfare Van Honger En Dorst.

Behalve De Fanfare dus zijn alle nummers terug te vinden op de vijf eerdere cd's die Lieven Tavernier uitbracht tussen 1995 en 2011  (Doe Het Licht uit 1995 en Niet Voorbij uit 2005 leverden de meeste stukken). In eerste instantie is het even wennen aan de combinatie van de zachte weldadige stem van Lieven Tavernier met het koper van United Brass in plaats van het vertrouwde, vaak iets naar country neigende geluid van de gitaar van Bruno Deneckere en de viool, mandoline of lapsteel van Nils De Caster, maar na een paar draaibeurten is dat vergeten en komen de prachtige subtiliteiten bovendrijven. Zo zijn er bijvoorbeeld de mooie pianopartijen van Yves Meersschaert, gelijk te beginnen met de intro van openingsnummer In Knokke, de blazers vlechten zich daar vervolgens ingehouden doorheen om pas tegen het einde open te bloeien, zonder overigens de melancholie uit het oog te verliezen die bij de inhoud van het liedje past. Hoewel United Brass flink wat muzikanten herbergt, naast de drie slagwerkers maar liefst 25 koperblazers (tien kornetten, één bugel, drie althoorns, twee baritons, twee euphoniums, drie trombones en vier bassen) stellen zij hun instrumenten toch vooral in dienst van de intieme sfeer van de liedjes van Tavernier, vrolijk waar het kan (zoals in Molenstraat dat op Doe Het Licht ook al een ontspannen boem tsjak ritme heeft), maar veelal ingehouden. Soms heeft een stuk een heel ander arrangement gekregen, de grootste metamorfose is te horen in Engel (het enige stuk van Wind & Rook uit 2007) dat in plaats van het originele countrygeluid een heerlijk decadente bluesy groove heeft meegekregen met gastvocalen van Eva en Kapinga Gysel van Zita Swoon. Johnny & Alice (Doe Het Licht) blijkt zelfs een heuse 'train song' maar dan op zijn Vlaams. Thuisstad Gent vormt de rode draad in de liedteksten, en daarbij mag natuurlijk De Fanfare Van Honger En Dorst niet ontbreken. Het is na alle rootsy live versies met gitaar die ik zag nu een pianostuk met koper geworden. Tavernier zingt wat uitbundiger dan ik van hem gewend ben, maar klaaglijke kornetten en een donkere baslijn ondersteunen juist de melancholie van de herinnering aan de studententijd, weinig geld en idealen, die uiteindelijk plaats maken voor een baan met (al dan niet een flink) salaris, waardoor de vrienden wegtrekken en de groep ontbonden wordt.

Het duurde even voor Tavernier het podium opgesleept kon worden om zelf zijn liedjes ten gehore te brengen. Diverse keren zag ik hoe hij een paar nummers nodig had om erin te komen, om vervolgens een optreden neer te zetten dat stond als een huis, met De Fanfare telkens weer als een van de hoogtepunten. Hoewel De Fanfare Van Honger En Dorst met het koperwerk anders klinkt dan de voorgangers kan slechts de conclusie getrokken worden dat Lieven Tavernier erg sterke liedjes schrijft, van die wonderschone kleinoodjes over zijn thuisstad Gent en de mensen die zijn leven daar hebben bevolkt. De blazers van United Brass steken die liedjes in een vers koperjasje, en dan blijkt dat ze in de afgelopen 20 jaar eigenlijk niks aan kracht hebben ingeboet. Hoe vaker ik hem hoor hoe sterker De Fanfare Van Honger En Dorst wordt, de plaat is een groeibriljant die nog maar eens duidelijk maakt dat het hoog tijd wordt dat Lieven Tavernier in ons land wat meer gewaardeerd gaat worden.

Mirjam Adriaans