riccardo tesi maggio
Riccardo Tesi & Banditaliana – Maggio - Materiali Sonori

Na het grote succes in 2011 met Madreperla is dit alweer het vijfde album van Riccardo Tesi & Banditaliana. Laat je niet misleiden door de albumtitel. Maggio heette eerder een nummer van Banditaliana op hun album Lune. Het gaat nu om de titel - die gewoon Mei betekent - van het recentste album van dit Italiaanse kwartet. Verwacht geen revolutionaire veranderingen. Die hebben dertig jaar geleden al plaats gevonden toen Tesi met zijn diatonische accordeon een ontdekkingsreis begon door de traditionele muziek in het Middellands Zee-gebied.

Dat leidde toen al tot een creatieve melange van Toscaanse traditionele muziek, een tikkie jazz, ritmische vondsten, mediterrane sfeer en Noord-Afrikaanse invloeden. Tesi gaat daarin steeds verder. Zo is er nu een nummer waarin de Italiaanse traditie die van Istanbul omarmt, geïnspireerd door de muziek in de Turkse wijken in grote steden als Genua, iets wat vorig jaar al eens werd gedaan door Orchestra Bailam & Compagnia di Canto Trallalero op hun cd Galata. Om de waardering voor dat project te onderstrepen noemt Tesi zijn aanstekelijke nummer naar dat baanbrekend album: Galata. Zoals gebruikelijk laat Tesi zich door een batterij aan bevriende gastmuzikanten assisteren, van wie de beroemde Sardijnse luistist Mauro Palma het geluid van de arabische Ud voor zijn rekening neemt.

Sinds Tesi in Banditaliana samenwerkt met zanger/gitarist Maurizio Geri worden zijn projecten mede gekleurd door diens warme lyrische zangstem en mediterraan gitaarspel dat hij combineert met gypsy-swing. Een stomende upswing ontbreekt bij Banditaliana nooit door toedoen van saxofonist Claudio Carboni en percussionist ‘Barefoot’ Gigi Biolcati. Dat levert dwingend uptempo werk op in nummers als Corno d’Africa en Scaccomatto, oftewel schaakmat, dat verrijkt wordt met pianospel van het 23 jaar jonge jazztalent Alessandro Lanzoni.

Maar als Carboni zijn sax zalvend inzet weet je dat het lyrisch wordt zoals in de supersong Maggio del crinale en de mooie instrumentale afsluiter Pietrasca. Heerlijk materiaal. Dat in I Maggio / Il Maggi een unheimish Jodel-sfeertje ontstaat is nog begrijpelijk als je bedenkt dat dit soort traditionele Tiroler volksmuziek ook hoog in de Apennijnen opgeld doet, iets wat we eerder hoorden op Tesi’s wonderalbum Acqua Foco E Vento (2002). Maar echt merkwaardig wordt het als de Albanese brassband Fanfare Tirana erbij wordt gesleept voor een carnavalesque Rosamunda. Een dissonant op een verder voortreffelijk album.

Henk Hoogenstraaten