ludo vandeau - au gre du charme
Ludo Vandeau - Au Gré Du Charme - Wild Boar Music WBM 21125

Het is moeilijk om een vergelijking te trekken tussen de nummers die je Ludo Vandeau met succes live hebt horen brengen in een akoestische bezetting, waarop alleen Stijn Bettens op accordeon en Siegfried van Schuylenbergh op dobro, gitaren, banjo en mandoline voor de muzikale invulling zorgden en een breed gearrangeerd album waarvoor een klein leger aan multi-instrumentalisten wordt ingeschakeld.
Het was dan ook een heel verschil met dat prachtige concert in december vorig jaar in Oisterwijk, waar Franse chansons met een vleugje bluegrass, mijmerend, melancholisch en verstild werden vertolkt en het dreunende gekletter waar Au gré du charme, de nieuwe Franstalige cd van Ludo Vandeau, je af en toe mee verrast. Dit album klinkt niet prachtig onversterkt, is je eerste indruk. Zou Ludo daarom zelf van French pop spreken i.p.v. chansons?
Maar toch, na een aantal draaibeurten wordt Au gré du charme steeds beter, blijven deuntjes in je hoofd hangen, nummers met regels vol pure poëzie, of is dat alleen maar omdat het in het Frans zo veel mooier klinkt (?), zing je af en toe luidkeels mee om even later weer diep geraakt te worden door de weemoed die uit tal van nummers spreekt. Een onvervulbaar verlangen naar liefde en een betere wereld voor iedereen.

Op dit album staan veertien songs en een bonus track, op drie na allemaal eigen werk. Drie versies van iconen in de Franse muziek  Georges Brassens (Il n’y a pas d’amour heureux, op poëzie van Louis Aragon), Barbara (Dis, quand reviendras-tu) en Georges Moustaki (Le temps de vivre, live opgenomen in Gent), die de cd hoopvol en eigenlijk in de sfeer van het concert in Oisterwijk heerlijk afsluit.
Na een aantal draaibeurten merk je dat het eigen werk van Ludo Vandeau niet onderdoet voor de nummers van deze drie giganten. Een lekker Frans sfeertje overheerst dit album, met heel wat verschillende tempi, kleuren en stemmingen in de liedjes. Opvallend vrolijk soms, terwijl Ludo meestal het best tot zijn recht kwam in ingetogen, melancholische ballades. Ad Cominotto, die ook een aantal instrumenten bespeelt, deed de opname, samen met gitarist Dirk Lekenne, tevens de mixer van dienst en beiden zorgden voor een heldere productie, die de beluistering tot een auditief genot maakt.
 Een aantal getrouwen uit de tijd van Bodixel staan Ludo bij: Stijn Bettens (accordeon, bandoneon, accordina), Siegfried Van Schuylenbergh (dobro, gitaren, mandoline, banjo) en Lode Vercampt (cello). Die laatste laat op onnavolgbare wijze zijn handtekening na in o.a. Femme en het  slotakkoord Le temps de vivre.

Het album opent met Enfant, een vrolijk, lichtvoetig maar ook een tikje weemoedig nummer, waarna knallende drums, Franse rock(?) uit je boxen knallen: Un conte de fées.
Er is altijd iemand die op je wacht, er is een paradijs voor jou en mij, huil maar niet, ga slapen en als je niet slapen kunt…….” Niet bepaald een tekst die je verwacht bij zo’n uitbundig nummer. Het wordt gevolgd door één van de hoogtepunten van dit album, het reflectieve Mer du nord. Ook in Oisterwijk hadden veel bezoekers het na afloop nog over dit nummer.
In Des êtres amants vallen de strijkers op en de huppelende bas. Grand-mère begint heel breekbaar, passend bij de leeftijd van zo’n bejaarde dame, maar bloeit helemaal open door het fraaie blazersarrangement, dat mooi aansluit bij de afsluitende zin: "Ma grand-mère, pleine d'amour..."
Dis, quand reviendras-tu van Barbara krijgt een aangepaste versie, alleen de stem van Ludo en een gitaar die behoedzaam dit nummer inkleurt, maar het geheel klinkt zo vol, dat ik pas na een aantal keren in de gaten kreeg hoe summier maar doeltreffend dit nummer gearrangeerd is.
Julie komt qua geluid dicht bij Un conte de fées. We horen nu een uitbundige Ludo, die op een terras in Leuven een verrukkelijke schone, maar onbereikbare dame ziet, samen met een uitbundig blazersensemble passend bij de euforie van zo’n moment.
Het sterke Femme (over Renée, zijn vriendin?) is een vulkaan, die op het punt staat uit te barsten, maar zich nog net inhoudt. Het volgende nummer Chloé, over de oude dame van 80, die iedere morgen haar wandelingetje maakt naar de brievenbus of naar de markt om die af te sluiten in het café, waar ze zich achter een duvel verbergt, is voor mij het hoogtepunt van dit album. Stijn opent fraai op accordeon, waarna Siegfried op dobro de klankkleur verder mee bepaalt. De melodie van dit nummer zingt nu al dagen rond in mijn hoofd.

Dan komt voor mij één minpuntje. Vous êtes belle is een mooi nummer maar de toetsen van Ad Cominotto in het  begin zijn te overheersend gebleven in de mix, pas wanneer de strijkers erbij komen, is het nummer meer in balans.
Paradisiaque danst paradijselijk via een lekkere gitaarriff naar een solo van Stijn op accordeon waardoor je je meteen op een Frans terras in de zon waant en mijmert over de liefde “charmante, mais un peu tranparante.” Ludo houdt van verwijzingen naar andere kunsten, kwamen in Julie Victor Hugo en Rimbaud al voorbij, nu komt Caravaggio even langs, “qui conquiert le monde banal.
 Au gré du charme eindigt sterk met Brassens. Maar ïl n’ y a pas d’amour heureux met een gitaar die het pessimisme van deze zin nog lijkt te onderstrepen zou geen goede afsluiting van dit album zijn, hoe waar misschien ook in het leven. De mooie maar onbereikbare dame op het terras, de oude dame die eenzaam haar wandelingetje ’s morgens maakt door de stad en haar heil al vroeg zoekt achter een Duvel in het café, de vrouw die eindelijk hoopt te horen wanneer haar lief bij haar terugkomt. Je zou inderdaad nog gaan denken dat  er geen liefde bestaat die gelukkig maakt, maar met Moustaki en Le temps de vivre, live opgenomen in Gent, gloort er toch weer een vleugje hoop. “Nous pourrons rêver notre vie. Tout est possible, tout est permis.” Stijn op accordeon en Lode op cello sluiten een mooi album van een uitstekend zanger, prachtig ingetogen maar hoopvol af.

Als Mathijs van Nieuwkerk straks niet meer naar Charles Aznavour kan, moet hij misschien eens naar Ludo Vandeau gaan luisteren. Hier klinkt meer als een sprankeltje hoop voor het Franse lied. Als je van Frans houdt, mag je dit album niet missen.

Walter van Brakel