Onze recensent Henk boog zich hier al over het crossover project The Imagined Village, van Simon Emmerson en Eliza Carthy. Volgens Ton Maas in De Volkskrant is Tam Lyn in de bewerking van Benjamin Zephaniah de gedurfdste bijdrage aan het album. Maas citeert uit een interview van Zephaniah met fRoots: ...‘Volgens mij heb ik het volste recht een Engelse volkslegende voor te dragen met een Jamaicaans accent. (...) De mensen die bepalen wat Engels is, komen immers van overal ter wereld.'...

Enkele citaten uit het artikel in De Volkskrant:

...Een ontmoeting met Emmerson, backstage tijdens een festival in België, bracht de bal aan het rollen. Emmerson liep al geruime tijd rond met het plan de Engelse volksmuziek te bevrijden uit het keurslijf van de ‘authentieke' uitvoeringspraktijk en haar te benaderen als een multiculturele crossover, compleet met samples, beats en elektronica. In eerste instantie was Eliza ‘not amused', maar toen Emmerson benadrukte dat hij haar en haar vader nauw bij de uitvoering wilde betrekken, zegde ze haar medewerking toe.
De titel van het project is ontleend aan het gelijknamige boek van Georgina Boyes uit 1993. Daarin plaatste zij kanttekeningen bij de authenticiteit van de Engelse plattelandsidylle zoals die door grote Victoriaanse liederenverzamelaars als Cecil Sharp werd geschetst...

...Martin Carthy stelde voor een oude ballade te laten hervertellen door een immigrant. Dat werd de rastaschrijver en reggaezanger Benjamin Zephaniah, die in 2003 de Britse voorpagina's haalde met zijn weigering een hoge koninklijke onderscheiding te accepteren. Emmerson stuurde hem per post een aantal versies toe van de oeroude ballade Tam Lyn. De electro-reggae versie die Zephaniah ervan maakte, levert de gedurfdste bijdrage aan The Imagined Village op. In het Engelse blad fROOTS vertelde hij: ‘Ik had het verhaal nog nooit gehoord, maar viel meteen voor het vrouwelijke personage, een sterk karakter met een bemoeizuchtige vader. Het heeft iets feministisch avant la lettre: een vrouw die vrij wil zijn. Ze gaat naar het bos, vindt daar een man met wie ze de liefde wil bedrijven en doet dat dan ook.'
In Zephaniahs herschepping loopt de vrouw een club binnen waar een man hasj zit te roken. Ze spreekt hem daarop aan en verleidt hem vervolgens. Het lied gaat in zijn ogen over het vermogen etnische en culturele grenzen te overstijgen.
Het idee om de Engelsen via een omweg met hun eigen volksmuziek te confronteren, sprak Zephaniah aan. ‘Volgens mij heb ik het volste recht een Engelse volkslegende voor te dragen met een Jamaicaans accent. (...) De mensen die bepalen wat Engels is, komen immers van overal ter wereld. De Engelse identiteit is inclusief: ook rasta en de islam horen er bij. Eén ding waar de Britten goed in zijn, is multiculturalisme.'...