Mijn open brief aan Matthijs Linnemann n.a.v. het dubbelalbum Dutch Rare Folk (zie de vorige aflevering van Achter de muziek aan) heeft ondersteunende reacties opgeleverd. Maar er zijn ook kanttekeningen geplaatst.

Een van de mensen die opmerkingen maakt over de onevenwichtige samenstelling van DRF is Karel Holtappel. Hij schrijft dat ook hij enige namen mist op deze dubbelaar. Hij heeft het over een gemiste kans: ‘Of je doet het goed, of je blijft ervan af. Wat mij betreft geeft deze cd zeker geen beeld van de folkscene van ongeveer een kwart eeuw geleden. Persoonlijk ben ik van mening, dat wanneer men zo'n document op de markt wil brengen, men zich eerst eens echt moet verdiepen in wat er toen speelde. Het zuiden van Nederland komt er wel erg bekaaid vanaf, sterker nog, van Limburg helemaal niets.  Enkele namen, Get Paraat, Cast Iron Billy, Parelmoer, Mijn Maats & Ik. De wel geciteerde Bert Diederen en Koeraasj speelden nooit in het folkcircuit.'

Er is ook iemand die zich afvraagt welke definitie ik hanteer voor ‘singer/songwriter'. Hij plaatst een kanttekening bij mijn resolute opmerking dat singer/songwriters ontbreken. Waar ik zelf Anneke Konings al had genoemd, wijst hij terecht op de nummers van Sido Martens, Gerard van Maasakkers en Herman Erbé. "Zelf zou ik er nooit aan denken om iets van bijvoorbeeld Jules de Corte op te nemen, zelfs niet als ik mijn persoonlijke voorkeur zou laten spreken. Hij was weliswaar ‘singer-songwriter' én geëngageerd, maar m.i. toch bepaald geen folk," schrijft hij. Inderdaad, ik twijfelde daar zelf ook aan, zoals al enigszins uit mijn formulering bleek. En wat Van Maasakkers, Martens en Erbé betreft. Dat zijn inderdaad singer/songwriters, maar zij stonden - zeker destijds -  tot aan hun knieën in de folk. Dus dat zij vertegenwoordigd zijn is logisch (hoewel, dat weet je bij DRF maar nooit ;-). Ik doel meer op singer/songwriters in aan folk aanverwante genres, zoals Anneke Konings. Het verbaasde mij dat zij wel geciteerd wordt met haar luisterliedjes en grootheden op dat gebied als Boudewijn de Groot, Jaap Fisher en Cornelis Vreeswijk, niet.

Op de vraag van Hans Hoosemans (Wè-nun Henk) of ik al een reactie gekregen heb van DRF-samensteller Matthijs Linnemann op mijn open brief, antwoordde ik met de wedervraag ‘zou Matthijs wel van het bestaan van folkforum weten?' Daarop kwam er een uitvoerige reactie van Hoosemans die de moeite waard is om hier integraal mee te nemen:

"Ik mag toch aannemen dat hij de recensie gelezen heeft? Dat soort dingen wordt vaak toegespeeld.
Toch nog even wat dieper ingaan op je recensie:
1) Ik vind dat je hem toch hard aanpakt. Een compilator moet keuzes maken. Je somt een hoop namen op, die kun je nooit allemaal kwijt. Een dubbel cd met 43 artiesten is al een luxe. Een uitgever/platenmaatschappij beslist pas over een deel 2 als deel 1 goed verkoopt. Bovendien: 'tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren', bijvoorbeeld, van de Poepers is niks op Fonos te vinden. En daar is het dat Linnemann uit koos. (Toen wij vroeger nog vaak met de Poepers optrokken heb ik begrepen dat ze indertijd al zwaar in clinch lagen met Wobbe van Sijen (van Universe) en ondanks het feit dat Diarree officieel uitgebracht is op Fontana liggen de rechten van die plaat bij Wobbe. En Wobbe is een van de mensen - naast Van Agt en Wiegel en nog wat namen - die op de binnenhoes de eer hebben vermeld te staan omdat de Poepers er diarree van krijgen.... Om maar te zeggen dat die verhoudingen dusdanig liggen dat Wobbe nooit met een cd release heeft ingestemd.
Net als jij ben ik het niet hartgrondig eens met de hier gemaakte keuze. Maar ik had dat toch meer met de mantel der liefde bedekt.

2) Maar dan: even voortbordurend op Nuggets. Die dubbelelpee liet indertijd een alternatief horen van de officiële rockgeschiedschrijving. Dwz: de grote namen van de alternatieve Amerikaanse rock kende iedereen (The Doors, Jefferson Airplane, Jimi Hendrix, noem maar op). Nuggets liet horen dat er aan de onderkant vele bandjes actief waren die maar 1 album,  ja zelfs 1 single, gemaakt hadden, die nooit een hit scoorden maar die toch eigenlijk wel goed waren. Ik noem The 13th Floor Elevators, The Nazz, The Magic Mushrooms etc. (indertijd zat ik in een bandje met Carel op drums (tegenwoordig banjo bij Henk), Ed Humus op elektrieke gitaar en ik op elektrieke bas, en we noemden ons naar een citaat uit een nummer van The Magic Mushrooms, jawel). Ten gevolge van Nuggets verschenen er hele series platen met obscure bandjes (Pebbles, Back From The Grave) en een paar jaar terug 2 cd's onder de naam Biet-Het ("A Cheesy Trip Through The Dutch-Belgian Sixties Youth Provo And...Yes Eating Culture!). Hierop vind je singles van totaal vergeten groepjes als The Mokum Beat Five en Ruud Knolraap & The Sweet Vegetable ("Nieuwe Sperciebonen": geniaal!).

Al die platen - includief Dutch Rare Folk - komen overeen door het gegeven dat dingen des te interessanter worden naarmate het obscuurder wordt. Ook de verhaaltjes komen altijd overeen, met speciale aandacht voor de gitarist die later beroemd werd in een andere band, of de zanger die na een mislukte solocarièrre jammerlijk onder de trein fietste of zo.

Da's allemaal prima en leuk materiaal voor een popkwis, maar het kan enkel bestaan naast een 'officiële' geschiedschrijving. Dwz dat ik de volgorde hier verkeerd vind. Eerst had er een boek/cd moeten verschijnen met de 'grote' namen, waar iedereen het over eens is dat ze bepalend waren voor een generatie nederlandse folk (Wolverlei, Fungus, Irolt, Dommelvolk, Poepers, Perelaar en nog wat). En dan pas is er ruimte voor de marge. Nu wordt de marge tot standaard verheven, en dat vind ik jammer. (hoewel dat dan wel weer perspectieven opent voor Wè-nun Henk in de nationale folkgeschiedenis:))."

Wordt vervolgd?

Henk