Wat waren de mooiste songs en rootsy nummers van 2007? Uit de stapel singer/songwriter-cd's heb ik er uiteindelijk 39 geselecteerd. Na de 2 folk-schijfjes die ik vorige week voorschotelde, levert dit 2 singer/songwriter-schijfjes op. Ik heb ze verdeeld in Amerikaanse roots/alt.country en Europees geöriënteerde muziek. Op de ‘Amerikaanse schijf' hoor je bijvoorbeeld The Felice Brothers, het opmerkelijkste roots-debuut van 2007. Aanleunend bij Europese folk vormt good old Linda Thompson de top, maar ook newfolkies trekken meer en meer de aandacht.

Verbind aan de volgorde van de nummers geen kwaliteitsoordeel. Nr 1 is dus niet beter dan nr. 10. Voldoende afwisseling vormt de leidraad bij het bepalen van de volgorde.


Schijf 3: Singer/songwriter
Dit schijfje met Europees geöriënteerde singer/songwriters opent met 'I Will (ghost ship)' van het album Seperated by the Sea van het Britse talent Findlay Brown. Op www.separatedbythesea.com is dit nummer in zijn geheel te beluisteren. Brown voegt aan weemoedige akoestische folk elementen toe uit psychedelica, roots en pop. Dit soort alternatieve folk - met ergens in het achterhoofd het voorbeeld van Nick Drake - is hot. Je hoort het met een beetje goede wil ook bij Lewis & Clarke en  Hobotalk, terwijl Chris & Carla (voorheen The Walkabouts) zich eveneens die richting in bewegen.   

Er bestaat natuurlijk geen waterscheiding tussen Europees geöriënteerde singer/songwriters en Amerikaans. Zo past de toubadour-folk op Another sailor's dream van de Amerikaanse zanger/gitarist Hayward Williams naar mijn idee in beide kampen. Gitaren, banjo, dobro, piano, pedal steel, accordeon en mondharmonica bij een stem, waar liefhebbers van Chris Whitley of John Gorka voor vallen. En zo is er Moriarty, een Franse hippie-band die americana, folk, country, blues en cabaret combineert. Ze houden van artistieke gekte, geen wonder als je bij hun inspiratiebronnen net zo goed Bob Dylan, Janis Joplin en Joan Baez tegenkomt als Groucho Marx, Kurt Weil en Marlene Dietrich. De naam van de band is ontleend aan Kerouac's hippyboek ‘On the Road'. De energieke Dean Moriarty, die als een romantische nomade door de VS trekt, speelt daarin de hoofdrol. Moriarty's in Bretagne opgenomen debuutalbum ‘Gee Whiz, but this is a Lonesome Town' bevat in ‘Jimmy' een kanjer van ‘n  openingsnummer.  Je ziet ze zo rond het kampuur bezig.  Vrolijk huppelende gitaar, mondharmonica en bijzondere wat theatrale zang van Rosemary. Luister eens op MySpace.
 
Naast No Blues (logisch toch!) nog een Nederlandse artiest op deze schijf: Lucky Fonz III. Ik hou van eigenzinnigheid. Breekbaar en herfstig klinkt-ie. In 2006 won hij de Grote Prijs in de categorie singer/songwriter. Ik zag hem live en raakte onder de indruk van zijn ongedwongen precense. Zijn album ‘Life is short' is geen winnaar, maar er staan een paar indringende fragiele nummers op zoals ‘In search of the Miraculous'. Dat doet echt niet onder voor heel wat newfolkie-songs van over de grote plas. Het is absoluut niet zo slecht als Wim Boluijt op Hanx.net beweert: ...‘Wie in elke boom een treurwilg ziet huilt al snel krokodillentranen. Traag en op z'n Will Oldhams worstelt Lucky Fonz III zich door de liedjes. Vleugje folk hier en toefje ragtime daar. Zijn stem is bij vlagen ondragelijk onvast en nergens overstijgen zijn liedjes de door hen zelf opgeworpen pretentie. Lucky Fonz III is vooralsnog meer Vorm dan Vent'...  Alleen al vanwege zo'n harde kritiek hoort Otto Wichers - want zo luidt de echte naam van Lucky Fonz III -  op dit schijfje thuis.

1) Findlay Brown: I Will (Ghost Ship), (Separated by the Sea) neofolky mysterieuze pieptonen, fraai gitaarspel en sterke vocale harmonieën. (zie ook hierboven)
2) Linda Thompson: Versatile Heart (idem) bijna folky song met gedragen blazers, mandoline en pakkend refrein.  
3) Christian Kiefer and Jefferson Pitcher: Burial at Sea (To all Dead Sailors) desolaat sfeertje, verstilde banjo & zang met boeiende stembuiging. Fragment hier.
4) Chris & Carla: Salad Days (Fly high brave dreamers) rootsy romantiek met droompiano + dito zang + elektrische gitaar.
5) No Blues: Black Cadillac (Ya Dunya) houtige ud en arabische zang gekoppeld aan slide gitaar. Pakkend poppy  lied. Opvallende vocale bijdrage van Tracy Bonham. Luister compleet nummer hier .
6) Lewis & Clarke: Comfort Inn (Blasts of Holy Birth) Simon & Garfunkel-harmonieën, spannend freakfolky intermezzo met zowel harp & belletjes als afgewogen gitaardistortion.
7) Moriarty: Jimmy (‘gee whiz but this is a lonesome town') aanstekelijk melodietje, opmerkelijke zang, huppelende snaren + trommel. (zie ook hierboven)
8) Hobotalk: These Times Sure Could Break Your Heart (Homesick for Nowhere) kekke toetsen van orgeltje & piano, angstkreetjes en bliebjes bij mid-tempo meezingertje.
9) Hayward Williams: Problems with Hemingway (Another Sailor's Dream) warme gitaarsong met mondharmonica ingekleurd (zie ook hierboven)
10) Krista Detor: How will I know (Cover their Eyes)  ingetogen pianoballad, maar ook een dynamisch refrein waarin Detor met haar omfloerste zang in duet gaat met haar gitarist/producer David Weber. Oktober jl gaf ze een concert in Paradiso dat je op fabchannel  kunt terugkijken.
11) Loudon Wainwright III: Grey in L.A. (Strange Weirdos) opgewekte zang + fraserend accordeonnetje + gitaar + drums + solo op baritongitaar door Richard Thompson.
12) PJ Harvey: Grow Grow Grow (White Chalk) breekbare zang in verstilde pianoballad.
13) Luka Bloom: Lebanon (Tribe) subtiele ambient maar ook warme klarinet en dito zang.
14) Richard Thompson: Dad's Gonna Kill Me (Sweet Warrior) rockend anti-oorlogslied, waarbij ‘Dad' staat voor Bagdad. Op Youtube kun de live-uitvoering daarvan zien in het tv-programma van Jools Holland.
15) Joe Henry: Love is anough (Civilians) bezielde zang en heftige slowbeat in pianoballad.
16) Beirut: Cliquot (The Flying Club Cup) walsend accordeonnetje, blazers, trommelaars en zwierige samenzang.
17) Declan de Barra: Throw Your Arms Around Me (Song of a Thousand Birds) mooiste stem van het jaar. Heeft iets van dat emotionele van John Martyn. Luister hier.
18) Mark Knopfler: Madame Geneva's (Kill to get Crimson) loom walsende ballad van opvallend folky album.
19) Lucky Fonz III: In Search of the Miraculous (Life is short) breekbare somber getoonzette zang bij subtiel snarenspel met opfleurend refrein+orgeltje.


Schijf 4: Roots & alt.country
De krakende eenvoud van The Felice Brothers moet je gaan horen. Vier zwarte hoeden, een gitaar, een bas, een accordeon, een mondharmonica, een krakkemikkig drumstel en meeslepende  nazale zang á la Bob Dylan. De in New York opgegroeide Canadese broers Felice - Ian, Simone en James - trekken samen met bassist Christmas de Verenigde Staten rond in een aftandse schoolbus. Afgelopen zomer doken ze op bij het Britse Cornbury Festival (moet ik ook eens naar toe, zie www.cornburyfestival.com). Ze stonden niet op het affiche maar trokken op de camping improviserend de aandacht met hun oorspronkelijk klinkende sound vol doorleefde zang en samenzang, bezwerende klanken en mooie verhalende songs. Kijk en luister hier.
Simone Felice is de uitmuntende schrijver van het stel. Hij verrast met ongebruikelijke onderwerpen. Zo gaat het tragikomische 'Ballad of Lou the Welterweight' over een bokser op zijn retour, die uiteindelijk het liefst zijn vriedin van achteren neemt. Het refrein windt er geen doekjes om: 'Powder your nose / Pull off your pantyhose / Let me love you from behind, my darling' . Beluister het complete nummer hier.
Andere teksten op hun album ‘Tonight At The Arizona' gaan over drugsbezit, armoede, tienerzwangerschap, uitschot, de bajes, etc. Lekker maf stel. Ter optimalisering van de authenticiteit laten ze de blikseminslag die de opname van het nummer ‘Hey hey revolver' verstoorde gewoon op het album staan.
Zie ook www.myspace.com/thefelicebrothers.

Verder op dit schijfje ondermeer The Bowmans. Deze twee Amerikaanse zussen, Sarah en Claire, overtuigden met intelligente newfolky songs op de eerste editie van het festival Folk in de Wâlden in het Friese Oentsjerk (er komt dit jaar overigens een tweede editie en wel op zaterdag 7 juni).  Ze beperken zich tot (meerstemmige) zang, gitaar, cello, soms piano, xylofoontje of kinderspeeltjes. Ze klinken nogal ingetogen, soms zelfs klassiek met een vleugje jazz. Het nummer ‘Make It Last' dat ik van hun album ‘Far From Home' plukte is veel hitgevoeliger. Luister hier.

1) Ryan Adams: Pearls on a String (Easy Tiger) traditioneel getinte eigen rustige song + tokkelbanjo + gitaar.
2) John Platania: Suite 35 (Blues Waltzes and Badland Borders) vlot instr. akoestische gitaar.
3) The Felice Brothers: Ballad of Lou The Welterweight (Tonight at the Arizona), dylaneske slepende song (zie en luister hierboven).
4) Oh Susanna: Pretty Penny (Short Stories) rustige ballad + subtiele banjo + gitaar.
5) Steve Earle: City Of Immigrants (Washington Square Serenade) midtempo song met o.a. bamboefluit (!) en percussie van Forro In The Dark.    
6) The Bowmans: Make it last (Far From Home) hitgevoelig, opgewekte stemmen (zie hierboven).
7) Whip: Wicked Wheels  (Blues for Losers) melancholische zang van Jason Merritt bij avantgardistische gevoelige snaren en reverb.  (luister 1ste nummer op zijn myspaceplek)
8) Mary Gauthier: Same Road (Between Daylight and Dark) trage (praat)zang in broeierig Joe Henry-arrangement.  
9) David Olney: Whistle Blow (One Tough Town) rockende en vuig zingende meester-singer/songwriter met de whistle op mondharmonica.
10) Alela Diana: The Pirates Gospel (idem) tussen de sobere liedjes met eenvoudig (nogal eens monotoon) getokkel op gitaar springt dit eruit door een ‘maf' piraten-johojoho-koortje
11) Richard Shindell: Northbound 35 (South of Delia), bezielde cover van deze Jeffry Faucault-song. (tweede stem Lucy Kaplansky). Zie hier een video-opname van een live-uitvoering afgelopen najaar in Turning Point, Piermont, NY.  
12) Loomer: Only Lovers (Songs of the Wild West Island), pianoballad van deze Canadese groep met kippevelduet van Scot Loomer & gastzangeres Sarah Harmer.
13) Eliza Gilkyson: Requiem (Your Town Tonight) live gevoelig gezongen (té tranentrekkend?)
14) Hyacinth House: Pete La las (Black Crows Country) opgewonden uptempo mandoline + banjo + bezwerende zang.
15) Lucinda Williams: Mama You Sweet (West) menselijk onvermogen in ode aan pas overleden moeder; hartverscheurend gezongen met stembanden die lijken gepenseeld met een spannend glijmiddel.
16) Josh Ritter: To the Dogs or whoever (The Historical Conquests of...) dylaneske countryrock.
17) Martha Scanlon: Up on the devide (The west was burning) mooie zang en slide in lief gitaarliedje.
18) Crooked Still: Orphan Girl (Hophigh) razende stuiterende banjo en
zigza(g)gend gestreken cello. Zie fragment van live-uitvoering hier.
19) Sam Baker: Days (Pretty World) ongepolijste zang + dito snarenspel + schorre mondharmonica, maar mét geraffineerde cello; kruipt onder je vel.
20) Great Lake Swimmers: Put there by the Land (Ongaria) hypnotiserend basloopje, droomzang, psychdrums.  
21) Uncle Earl: Easy in the early ‘til sundown (Waterloo, Tennesse) gospel, 5 stemmen, 10 handen, 10 voeten.

Henk

PS: In mijn vorige aflevering schreef ik dat het album ‘In Between Times' van Cara in mijn cd-kast op drift was geraakt. Heb ik het uitgeleend, of is-ie per ongeluk in de kliko verdwenen? Een goede muziekmaat heeft ‘m  meteen voor mij gekopieerd en nu heb ik hun instrumentaal  Ploubèr toegevoegd aan de schijf Folk Internationaal. Toen ik daar toch eenmaal op inbrak heb ik het vrolijke overbekende Lirio-balnummer ‘Forumscottish' er eveneens aan toegevoegd. Ik had afgelopen jaar kanttekeningen geplaatst bij het debuutalbum van deze Nederlandse balgroep, dat neemt echter niet weg dat ik een aantal nummers meer dan de moeite waard vind voor mijn terugblik.