Matthijs Linnemann reageert op de discussie in deze rubriek over het door hem samengestelde album Dutch Rare Folk, de dubbel-cd met muziek uit de Nederlandse folkrevival van de vorige eeuw. Hij benadrukt niet aan geschiedschrijving te hebben willen doen, maar een album te hebben samengesteld ‘dat (zoveel mogelijk) mensen zouden willen horen.' Voor elk nummer dat hij op het album wilde plaatsen, kreeg hij toestemming. ‘Dutch Rare Folk is dan ook precies het album geworden dat ik wilde samenstellen, gegeven de ruimtebeperkingen van een dubbel-cd. Ik kan en wil mij niet verschuilen achter niet-beschikbaarheid van bepaald materiaal',  schrijft Linnemann ondermeer.

Beste Henk,

Door omstandigheden las ik pas deze week je open brief van 16 december jl. op Folkforum.

Laat ik vooropstellen dat ik enorm vereerd ben dat Dutch Rare Folk zoveel bij je heeft losgemaakt en dat je zoveel tijd hebt willen besteden aan een reactie op het album.
Mijn weerwoord zal misschien iets minder uitgebreid zijn. Je hebt je mening en die respecteer ik. Maar als ik hem deelde had ik wel een ander album samengesteld.

Grappig om te lezen dat Hans Hoosemans met zijn reacties op jouw brief al stevig voor mij in de bres is gesprongen. Dank je, Hans! Op een paar zaken wil ik toch graag zelf ook even ingaan.

Ja, ik ben een buitenstaander. Iemand die de hoogtijdagen van de Nederlandse folk niet van binnenuit heeft meegemaakt. Iemand met een brede interesse in (pop)muziek, en een speciale liefde voor folk. Iemand die razend enthousiast is (geworden) over de schitterende muziek die in de gloriedagen van de Nederfolk is gemaakt, en die dat enthousiasme met zoveel mogelijk anderen wil delen.
Overigens ook: iemand die al een jaar of vijftien zat te wachten tot anderen (insiders?) initiatieven zouden ontplooien om dit prachtige erfgoed opnieuw voor het voetlicht te brengen. En die, toen door een samenloop van omstandigheden de gelegenheid zich voordeed, uiteindelijk zelf maar de handschoen heeft opgepakt.

Nee, ik heb niet aan geschiedschrijving willen doen. Ik heb een cd willen samenstellen. En wel een cd die (zoveel mogelijk) mensen zouden willen horen. Voor mij stond dan ook de luisterervaring voorop. Daarom heb ik alle uitgekozen nummers ingedeeld in categorieën (akoestisch/elektrisch, mannenstem/vrouwenstem, Nederlands/Engels, traditional/eigen compositie) en eindeloos gepuzzeld om op al die terreinen van nummer tot nummer voor zoveel mogelijk afwisseling en ‘peper in de kont' te zorgen. Alles om de luisteraar telkens weer te verrassen en bij de les te houden.

M.i. wekt niets in het concept of de presentatie van Dutch Rare Folk de suggestie dat de cd het alfa en omega van de Nederlandse folkgeschiedenis is. De belangrijkste aanwijzing daarvoor zie je in je brief over het hoofd, namelijk dat de nummers niet chronologisch geordend zijn. Dutch Rare Folk draait om muziek, niet om wetenschap. Ook in de hoestekst meen ik de pretentie van volledigheid niet te wekken, al kan ik niet ontkennen dat ik in een korte algemene inleiding in het cd-boekje wel een historische context probeer te schetsen (een inleiding die ik overigens vooraf aan diverse insiders heb laten lezen). Deze twee pagina's en een beetje worden door jou langs de meetlat van een dissertatie gelegd. Jouw kanttekeningen vind ik waardevol en ik heb er met grote interesse kennis van genomen. Maar bedenk wel, Henk: er bestaat in geschiedschrijving geen objectieve waarheid, hooguit een interpretatie daarvan, een visie daarop. En die kan van persoon tot persoon verschillen, zeker als het gaat om een beknopte samenvatting.

Ja, de keuze van nummers voor dit album is een persoonlijke keuze. Zoals iedere compilatie. Als gezegd streeft het album niet naar volledigheid, maar één en al obscuriteit? Jongens, Nuggets bestond toch zeker niet voor driekwart uit Jefferson Airplane, Steve Miller en de Doors? De ‘standaardnamen' uit de Nederfolk zijn veruit in de meerderheid.
De cd is in de eerste plaats bedoeld als een eerste introductie tot de schoonheid van de muziek die de Nederfolk in zijn beste jaren heeft voortgebracht. Ik hoop luisteraars enthousiast te maken die deze muziek in het geheel nog niet kennen; ofwel het grootste deel van het Nederlandse publiek.
Daarnaast hoop ik dat het album voor de insiders enerzijds een feest van herkenning is, anderzijds ook een paar verrassingen herbergt. Je kunt natuurlijk eindeloos hameren op de namen die er niet opstaan. Je kunt ook zeggen: hé, die nummers van Whitsuntide Easter, Amphora en Cinderella zijn opvallend goed, leuk om iets te ontdekken wat ik indertijd blijkbaar over het hoofd heb gezien. Misschien het verschil tussen half leeg en half vol. 't Is maar net hoe je het album benadert.

Ik realiseer me overigens heel goed dat ik ervoor had kunnen kiezen om alleen maar ‘grote' bands en artiesten te selecteren. Maar één lezing van jouw brief maakt duidelijk dat ook een dubbelalbum bij lange na niet genoeg ruimte biedt om alle namen die jij mist, te herbergen. En dan te bedenken dat ik nog behoorlijk slag heb moeten leveren om ruimte voor een dubbelalbum te krijgen! Lange tijd was het project als een enkele cd voorzien (overigens heb ik ook nog eens een behoorlijk deel van dit project uit eigen zak gefinancierd omdat de platenmaatschappij een luxe digipack met 24-pagina boekje te duur vond. Maar dit terzijde).
Dit hele project is een aaneenschakeling van ‘kill your darlings' geweest. Toen ik besefte dat lang niet alle artiesten die ik op Dutch Rare Folk wilde hebben, zouden ‘passen', heb ik gekozen voor een mix van bekend en obscuur, zodat voor een eventueel vervolg ook nog genoeg bekendere namen zouden overblijven.

In het begin van je brief verwijs je naar de mild kritische recensies van Assie Aukes en Hans von Seydlitz. Het grappige is dat hun kritiekpunten diametraal tegenover elkaar staan. Kijk alleen al naar wat ze zeggen over Herman Erbé's De Potsenmaker. Voor Assie een ‘overtuigend' staaltje folk, voor Hans ‘helemaal niet leuk'. Waar Assie met zijn kanttekeningen bij Dutch Rare Folk enigszins op jouw lijn zit (schetst het album wel een nauwkeurig beeld van de periode, er ontbreken wat namen), kiest Hans een volstrekt andere invalshoek: nogal wat oud-Hollandse oubolligheid, (te) weinig underground, (te)veel nummers die voor de popmuziek van vandaag geen relevantie hebben.

Zo zie je maar: je kunt het niet iedereen naar de zin maken. En dus gebeurt er niets als niet iemand een keer zijn nek uitsteekt. Daarom doet jouw brief me een beetje denken aan de OR die het beleid van de directie van tafel veegt maar zelf niet de verantwoordelijkheid voor het bedrijf hoeft te dragen.

Vrijwel alle folkplaten uit de betreffende periode van eigen bodem zijn in de selectie voor dit album meegewogen. Er is heel veel tijd (en, durf ik te beweren, liefde en zorg) in gestoken. Er is uitgebreide research gepleegd. Er is zeer veel moeite gedaan om alle rechten zorgvuldig te regelen (en in het contact met sommige maatschappijen was dat bepaald geen eenvoudige opgave!)*. Alle artiesten die op het album staan en die we konden opsporen, of ze nu zelf de rechten op hun platen hebben of niet, zijn voortdurend geïnformeerd en stap voor stap op de hoogte gehouden over de voortgang van het project.
En er zijn keuzes gemaakt. Keuzes die per definitie discutabel zijn, en die keuzes mag je naar hartelust bekritiseren. Maar ik mag van jou vragen om de zaken in perspectief te zien.

Want het moet niet zo zijn dat iemand die al googlend naar informatie over Nederlandse folk en/of Dutch Rare Folk bij onze polemiek uitkomt, denkt: laat maar zitten. Het moet niet het zicht onttrekken op een aantal van de mooiste platen die de Nederlandse muziek ooit heeft voortgebracht. Dus grijp ik deze gelegenheid aan om tegen een willekeurige bezoeker die op deze pagina stuit te zeggen: je leven is niet compleet als je nooit hebt geluisterd naar De Waardin van Chimera. Of naar Een Ruiter Langs De Straat van Wolverlei. Of naar Cis Verdonk van Gerard van Maasakkers. Of naar zoveel andere schitterende staaltjes Nederlandse folk, waarvan een behoorlijk deel bijeen is gebracht op Dutch Rare Folk.

En tegen de folk-diehards zeg ik: dit album is bedoeld als eerste aanzet. Zelf hoop ik op een vervolg. Als iemand vindt dat het over een heel andere boeg gegooid moet worden, dan zeg ik: schrijf je eigen folkgeschiedenis. Doe je ding. Neem initiatieven. Schrijf een boek. Zorg voor prachtige anthologieën van de belangrijke artiesten, of voor één op één reissues van de beste folk-LP's. Maar laten we elkaar blijven vinden in enthousiasme voor deze toch al zo weinig mediagenieke muziek, en elkaar niet de tent uitvechten vanwege relatief kleine meningsverschillen.

Matthijs Linnemann

* We hebben veel tijd besteed aan het regelen van de rechten. Het was niet in alle gevallen gemakkelijk, maar het is wel gelukt. Voor alles wat we op het album wilden gebruiken, kregen we uiteindelijk toestemming. Dutch Rare Folk is dan ook precies het album geworden dat ik wilde samenstellen, gegeven de ruimtebeperkingen van een dubbel-cd. Ik kan en wil mij niet verschuilen achter niet-beschikbaarheid van bepaald materiaal.

Reactie Henk:

Matthijs Linnemann heeft inderdaad nergens in het cd-boekje letterlijk geschreven dat het om geschiedschrijving gaat. Ik heb eerder al uit de doeken gedaan dat ik vind dat hij wel die indruk wekt. Zeker in de radio-interviews n.a.v. de release, waarin hij ondermeer woordelijk zegt: "ik wilde echt een zo breed en een zo representatief mogelijk overzicht van de Nederlandse folkscene van die tijd geven." Als je dergelijke uitspraken doet moet je niet vreemd opkijken dat ik en anderen aangeven waarin DRF tekort schiet. Overigens is het voor de duidelijkheid goed dat Linnemann in zijn reactie  nog eens onverbloemd schrijft dat DRF in geen enkel opzicht het ‘alfa en omega' van de folkrevival is. De her en der in de media opduikende - even vleiende als boude -  veronderstelling dat DRF een standaardwerk is, wordt  daarmee terecht geloogenstraft.

Nu iedereen zijn zegje heeft gezegd, lijkt het mij beter de discussie te beëindigen.

NB: Over dit onderwerp handelden eerder de volgende afleveringen van
‘Achter de muziek aan': afl. 10 (zie hier), afl. 11 (hier), en afl. 13 (hier). Voor de cd-recensie van Assie Aukes zie hier.