Op vakantie. Een reisgezel zet een muziekje op: Aqua de Anique, de nieuwe groep rond Anneke van Giersbergen. Een mooie zangeres. Ze zong jarenlang bij The Gathering maar is nu iets rustiger. Het klinkt vooral minder donker dan de gothic metal en progrock van The Gathering. Zou 't iets voor Folkwoods zijn, vraagt-ie zich af. Tja, als Epica en Within Temptation kunnen, dan zeker Anneke van Giersbergen met haar gevoel en melancholie. Zou ‘t goed doen als opwarmertje voor die Finse heavy folkrockers van Tarujen Saari, opper ik.

Off the record weet ik echter dat het Folkwoods-programma al flink vol zit. Het ziet er sterker uit dan ooit. Maar ja, off the record, dus zeg ik niks... Mail jouw suggestie maar naar organisator Tinus Kanters, adviseer ik.

Het sneeuwt. Op de Kaler Ast bij Winterberg ligt voldoende. We gaan er zo op af. Eerst nog eens kijken of ik de sites die ik genoteerd had op internet kan bekijken. ‘Es gibt hier kein Computer', bast de waardin. Of het de resolute toon is die ze aanslaat, of haar imposante schweinbrate-brede gestalte, op haar ‘das macht man nicht in den Ferien' of iets dergelijks, heb ik geen verweer. Ik trek me terug met mijn oude vertrouwde draagbaar radiootje dat al zoveel vakanties dienst gedaan heeft.

Draaiend aan de zenderknop zoek ik een troostend muziekje. Op een van de talloze Duitse zenders val ik midden in een indrukwekkend lied. Onmiskenbaar Duits traditioneel, maar dusdanig afgestoft dat het modern klinkt. ‘Es waren zwei Köningskinder', zingt Gudrun Walther. Mooie stem.

Samen met snarenvirtuoos Jügen Treyz vormt deze zangeres/violiste de groep Deitsch. In de afkondiging hoor ik nog een aardig nieuwtje. Deitsch komt volgende week zaterdag naar het Fidder-festival in Zwolle niet als duo, maar als trio. Mét Johannes ‘Philipp' Uhlmann (Tanzpartner, Ulman) op altviool en diatonische trekzak, die op het album Köningskinder een voorname gastrol vervult. Ik kijk er naar uit. Luitser hier eens naar ‘Zwei Köningskinder'.

De volgende dag blijf ik bij een andere zender hangen als een rustige stem iets zegt in de trant van: ‘Wenn das einfache Volk singt, dann singt es von alltäglichen Erfahrungen, in der Familie, im Dorf, der Stadt, aber auch vom Krieg. Der Volksmund lügt nicht, heißt es. Für die italienische Cantatrice Lucilla Galeazzi ist das ‘musica popolare' - Musik, die vom Volk kommt, fürs Volk gesungen wird und seinen Bedürfnissen gerecht wird.'  

Ik heb het gevonden. Op een doodgewone woensdagmiddag word ik plots verwend met een half uur Lucilla Galeazzi. Deze Italiaanse zangeres neemt thuis in mijn cd-kast toch zeker een centimeter of tien in beslag. Hier, op zeshonderd meter hoogte en een kleine driehonderd kilometer van huis, krijg ik haar op een presenteerblaadje aangeboden. Mét deskundig commentaar van ene Sabine Weber in het programma Musikpassagen. Terug thuis zie ik dat dat programma dagelijks op WDR3 tussen 15 en 17 uur alles soorten muziek belicht. Moet ik toch eens in de gaten houden.

Sabine Weber vertelt over dé folkstem uit Italië. Over Galeazzi's sterke, kristalheldere, wendbare, warme, expressieve stem, waarmee ze ook zacht zalvend en theatraal uit kan pakken. Over haar prachtige interpretaties. Over haar brede repertoire van ‘wiegelied bis toteklagen'. En dat ze geen uitdaging uit de weg gaat. Hoe ze vanuit de volksmuziek zelfs het terrein van klassiek en jazz verkent.

Ter illustratie laat ze eerst het toegankelijke Quante stelle nel cielo con la luna horen van het verzamelalbum Italian Musical Odyssye - Putamayo '00. (Kijk en luister hier eens naar een live-versie daarvan). Om vervolgens stil te staan bij Galeazzi's experimentelere aanpak in het Trio Rouge met de gerenommeerde klassiek geschoolde cellist Vincent Courtois en tuba- en serpentspeler Michel Godard, die als een belangrijk vernieuwer geldt in de jazz. Beiden zijn thuis in zowel minimal music als free-jazz, maar evengoed in wereldmuziek.

Van het album Trio Rouge hoor ik ondermeer La Luze De Oro (luister hier naar een fragment door op ‘preview' te klikken), Voglio Una Casa en Ah, Vita Bella. Maar ook spannende interpretaties van een overbekende traditional als Bella Ciao en de indrukwekkende aanklacht tegen de oorlog (1ste wereldoorlog) Gorizia.   

"Bij zo'n minimalisme is maximale expressiviteit vereist", legt Sabine uit. "Hoor eens hoe ze het maximum uit hun instrument halen. Die tuba, die stem, die gestreken cello!" Enthousiast vertelt ze hoe Galeazzi ook kinderen weet te boeien. Hoe ze gekke kinderversjes omzet in muziek. Hoe de kinderen de verzonnen rijmende woordjes, die Galeazzi razendsnel achter elkaar zingt, tóch lijken te begrijpen.

Ze laat er live-opnamen van horen. Het gaat over een kat die een haas jat bij de poelier. Het wordt een soort geïmproviseerde nieuwe klassieke muziek. Of het gemiauw uit de cello of de tuba komt is nauwelijks nog herkenbaar. Het gekrijs van Galeazzi benadert de hysterie zoals ze die nabootst in haar tarantella's op haar superieure album La Tarantella met het ensemble L'Arpeggiata van Christina Pluhar.

Nee, Galeazzi is niet enkel een mooie zangeres met een mooie stem, maar absoluut een fenomeen.

Als ik thuis kom zoek ik uit naar welke muziekfragmenten ik in deze rubriek kan linken. Het valt me op dat er van Trio Rouge nauwelijks fatsoenlijk samples op internet te vinden zijn. Ik heb wel nog een fraaie video-opname gevonden die de veelzijdigheid van Galeazzi illustreert. De opname is gemaakt op 21 oktober 2006 in De Munt in Brussel. Toen werd herdacht dat de immigratie vanuit Italië zestig jaar geleden begon.
Saxofonist Pierre Vaiana kreeg carte blanche en omringde zich met nogal wat karakteristiek Italiaanse muzikanten onder wie Lucilla Galeazzi. Maar ook bijvoorbeeld Carlo Rizzi op tamboerijn, die samen met Galeazzi en accordeonist Ambrogio Sparagna begin jaren negentig het trio Il Trillo vormde. Let ook eens op de circular breezing techniek van Luigi Lai uit Sardinië op de launedas (een eeuwenoude drievoudig blaasinstrument met twee chanters en een dronepijp). Ga hier maar eens voor zitten.

't Zou mooi zijn als Galeazzi met zó'n gezelschap eens Folkwoods zou aandoen. Het lijkt me erg hoog gegrepen. Maar je weet nooit. Als ik zie wat er dit keer voor ‘n  mooie Italiaanse naam op het affiche komt!. Wie? Nee, het was ‘off the record' dus namen noemen we niet...

Henk