-door Mirjam Adriaans, foto Ronald Rietman-
De cd is nog niet helemaal klaar en heeft nog geen titel, maar om gezondheidsredenen besloten Peter Koene en zijn medemuzikanten om de schijf toch alvast te presenteren in een huiskamerconcert. Het nieuwe werk blijkt anders dan we van hem gewend zijn, het is meer persoonlijk van karakter en leunt tegen Amerikaanse folk aan.

Omdat de presentatie op zich vrij kort is komt er eerst een voorprogramma, Deja Vu, waarin Koene met zijn kompanen Theo Arp en Wim Matthijsse covers van CSNY speelt (overigens niks van die gelijknamige plaat). Er ontstaat een fijne sfeer in de huiskamer door de prettige samenzang van de heren, een mooie voorbereiding op het eigen werk dat volgt.

Peter Koene mag als pionier beschouwd worden in de folkrevival van de jaren '60 en '70 in Nederland. Pete Seeger deed hem het pad van de folk opgaan en diens advies aan muzikanten om dat in de eigen taal te doen nam hij ter harte. Vervolgens speelde hij in diverse bands, de bekendste zijn waarschijnlijk Madlot en de FooFooBand, deed aan vormingstoneel, zong onder meer Dylansongs en maakte eigen werk, maar vaak putte hij toch uit de Nederlandse traditie. Het nieuwe project is een jaar of zes geleden ontstaan, toen hij zichzelf de opdracht gaf om eens niet uit te gaan van de volksmuziek waar de meeste mensen hem van kennen, maar om de liedjes die in zijn hoofd zaten eens op te gaan schrijven, zonder deadline, zonder verdere verplichtingen. Vervolgens waren het onder meer Hans van Deelen van New Folksounds en Guy Roelofs die hem stimuleerden om de liedjes ook daadwerkelijk af te maken, in een huiskamer ten gehore te brengen en ze op te nemen.

Het verse repertoire is persoonlijk, de liedjes bevatten veel autobiografische elementen. De familiegeschiedenis komt aan bod, zijn gezin, zijn ziekte, een van zijn bezoeken aan zijn dochter in Ierland leverde inspiratie maar ook de toren uit de tarotkaarten bracht een nieuw lied. In de meeste stukken hoor je ook de maatschappelijke betrokkenheid  doorschemeren die Koene (en vele andere folkmuzikanten van zijn generatie) eigen is. Muzikaal gezien leunt dit tegen Amerikaanse folk aan, het meest duidelijk nog in Old Bluesboy, waarin de klassieker Saint James Infirmary doorsijpelt en dat onder meer verhaalt over hoe die mooie oude folkliedjes in de vergetelheid raken. Hij speelt zelf akoestische gitaar en laat zich begeleiden door Theo Arp (eveneens akoestische gitaar) en Christel van Noort op viool en, in de twee traditionele stukken die aan bod komen, op nyckelharpa.

Christel van Noort, Peter Koene en Theo Arp

De nieuwe cd heeft nog geen titel, mogelijkheden zijn De 1000 Liedjes In Mijn Hoofd en De Toren en 10 Andere Liefdesliedjes, maar suggesties zijn nog welkom. Hoewel het werk dus anders is dan we van hem gewend zijn is het wel karakteristiek voor Koene, die in zijn muzikale carrière weliswaar altijd de Nederlandse traditie hooghield, maar ook is blijven luisteren naar zijn voorbeelden uit de Amerikaanse folk. In deze liedjes zijn vooral die twee, maar ook zijn liefde voor andere muziek, mooi samengesmeed.

De cd is opgenomen in de FUAIME studio van Guy Roelofs en is bijna klaar. Hij wordt van het type 'on demand': wie een exemplaar wil hebben kan dat bij Koene bestellen, contact opnemen kan via zijn website: www.peterkoene.org.
Twee video's van het eerdere huiskameroptreden kun je hier zien.