-door Mirjam Adriaans, foto Ronald Rietman-
Zijn optredens trekken nooit een groot publiek, wel de volle aandacht van de liefhebbers. Deze middag in Oisterwijk luisteren zo'n 30 bezoekers naar lieddichter Sido Martens, die trakteert op fraaie weemoed, verpakt in sterke woorden over liefde, verlies en wat hem verder zoal bezighoudt in deze wereld.

Hoewel de organisatie van de GUO concertreeks zijn best heeft gedaan om het bovenzaaltje in de Tiliander met een gordijn van slingers wat kleur en sfeer te geven blijft het een beetje klinisch ogen. Sido Martens vergelijkt het met een kantine, toch krijgt hij een warme ontvangst van de aanwezige toehoorders die duidelijk hun waardering laten blijken voor de kwaliteit van zijn liedjes. Vanaf het moment dat hij het podium betreedt wordt er aandachtig geluisterd. Al snel komt het woord lieddichter in gedachten. Het is misschien niet een heel moderne term, maar past wel bij de kleine, soms breekbare juweeltjes, die Martens laat horen, vol weemoed en verlangen, in fraaie woorden gezet en ondersteund door niet altijd voor de hand liggende akkoorden op gitaar. Daarin maakt hij het zichzelf bepaald niet gemakkelijk, foutloos spelen is vrijwel onmogelijk, bovendien klinkt er heel af en toe een kuchje tussen de liedjes door omdat hij nog herstellende is van iets dat heerst, maar is dat niet juist de charme van live muziek?

Sido Martens, foto Ronald Rietman
Sido Martens


Er komen veel liedjes voorbij van zijn jongste plaat, Niemand Is Van Iemand, die hij eind vorig jaar presenteerde. Orgelfluister bijvoorbeeld, over zijn eerste liefde in de tijd van Whiter Shade of Pale, klinkt sterk. Martens vertelt erbij dat het succes van dat lied toch deels te danken moet zijn aan de muziek van Bach die erin verwerkt werd. Gevoelig vertolkt hij Het Argwanen, dat hij schreef naar aanleiding van een begrafenis waar hij gevraagd was te spelen. Hij deed dat wel, maar voelde zich er ongemakkelijk bij. Het lied blijkt vervolgens over de vluchtelingenproblematiek te gaan, de ene ervaring roept associaties op met een andere, iets dat wel vaker gebeurt in zijn teksten. Spelen met taal doet hij ook graag, zo wordt het luchtiger Landrot in zijn woorden een welvaartskwaal.

Dan zijn er nog een paar mooie 'oudjes', zoals het in het Fries gezongen De Partisanen uit het project Cohen in het Fries waaraan hij enkele jaren geleden meewerkte en zijn eigen fijn sobere versie van Te Kaap'ren Varen, de bekende hit van de groep Fungus waar Martens ook deel van uitmaakte in de jaren '70. De toegift wordt gelijk heel bijzonder door zijn ode aan de onlangs overleden David Bowie, aangekondigd als een twintigste eeuwse versie van een folkballade. En ja, de zeilschepen uit de traditie worden een ruimteschip in Space Oddity, maar het verhaal kent verder een even trieste inhoud van de schipper, in dit geval Major Tom, die nooit meer terugkomt.