5e Celtic Night Lommel: Lúnasa in topvorm!!

In De Adelberg in Lommel, net over de grens onder Eindhoven, speelde zich zaterdag de 5de Celtic Night af. Voor Folkforum.nl was Paul erbij. Hij schreef de volgende doorwrochte recensie:

- door Paul -
Ruim 3½ uur muziek bood de 5e Celtic Night in "De Adelberg" in Lommel (België). In die tijd passeerden er slechts 2 songs (in de set van gelegenheidsformatie Casey/McGlynn/Ni Chatasaigh/Newman). Normaal gesproken veel te weinig. Niet echter als er groepen als At First Light en Lúnasa geprogrammeerd staan. Groepen met louter topmuzikanten die door hun moderne benadering van de Ierse instrumentale muziek, deze weer nieuwe inhoud geven.

Het leek wel een kleine Lúnasa reünie daar in Lommel. "At First Light"-leden Michael McGoldrick en John McSherry maakten in een ver verleden nog deel uit van deze band. "At First Light" is één van de groepen waarin McGoldrick actief is. Daarnaast vast band-lid van Capercaillie en ook met eigen band actief (zoals bijv. vastgelegd op de voortreffelijke "Fused"-CD).
Het duo McGoldrick/McSherry vormt het muzikale brein van "At First Light". Wat op de gelijknamige CD "gewoontjes" klinkt (zo verwend zijn we inmiddels), is live een genot om naar te luisteren. Dan wordt duidelijk waarom McGoldrick tot de allerbeste fluitisten van de wereld behoort. En dan gaat het niet alleen over zijn uitnemende techniek en vingervlugheid, maar vooral door zijn interpretaties. Door tonen te verlengen, te variëren in tempo en toonhoogte, door van folk soms jazz te maken, houdt hij mij op het puntje van mijn stoel. Ongeëvenaard in zijn samenspel met uillean-piper McSherry. Ook gitarist Tony Burne overtuigde. Altijd in de ondersteunende, begeleidende rol maar met zeer veel dynamiek en power. Soepeltjes schakelend tussen ritme en melodie.
Groot begeleider!
Veel repertoire van hun gelijknamige CD, maar ook een Bretons stuk van Patrick Molard en een prachtige uitvoering van "James Brown's March". Op de "Fused"-CD met de nodige effecten maar hier in "uitgekleedde" versie zo mogelijk nog mooier. Hele kleine smet op hun optreden was het soms te prominente geluid uit de keyboards van Dónal O'Connor. Die was als violist aanmerkelijk beter op dreef.

Diezelfde individuele klasse tref je aan bij Lúnasa. Dat is live een regelrechte sensatie. Stuk voor stuk supermuzikanten die gelukkig nooit verzanden in ego-tripperij. Alles in dienst van het groter geheel: het groepsgeluid. En dat nou maakt Lúnasa tot de allerbeste Ierse live-band van het moment.
Het is echt jammer dat ze die ongekende drive en energie, die elk optreden kenmerkt, niet weten over te brengen via hun CD's. Ook hun laatste CD, "Redwood", biedt minder dan wat op grond van hun live-reputatie verwacht mag worden.
Niet alleen in het tempo-werk (als de "machinekamer" van Lúnasa Trevor Hutchinson (bas) en Donogh Hennessy (gitaar) op volle toeren draait): musiceert Lúnasa werkelijk adembenemend. Uillean-Piper Cillian Vallely zorgde in de lament "An Buachil Caol Dubh" voor één van de vele hoogtepunten. Een lang uitgesponnen melodie waarin gevarieerd werd middels dissonante akkoorden, besloten met een majestueuze en nazinderende drone.
Nog zo'n hoogtepunt: een op drie low-whistles polyfoon gespeelde Ierse air. Zo een die je over je rug naar boven voelt kruipen. Prachtig!
En het is niet alleen Iers. In een set met tunes uit Asturië en Gallicië, met een geweldige Sean Smyth op viool, waren kundig invloeden uit het Midden-Oosten geweven. Vervolgens switchte de groep moeiteloos naar een Bulgaarse Slobo en een Bretonse Gwerz. Dat alles werd op ontspannen en humoristische manier door fluitist Kevin Crawford geïntroduceerd. Die had het deze avond voorzien op Sean Smyth toen hij vertelde wat voor moeite de groep al niet had gedaan om hem aan een vrouw te helpen. Gegadigden konden zich in de pauze melden. Smyth was duidelijk niet blij met deze aandacht, getuige zijn vuurrood aangelopen hoofd. Wij vonden het vermakelijk.
Lúnasa tilt de (Ierse) traditionele muziek naar een hoger niveau. Dansmuziek evolueert naar luistermuziek. Gelukkig begreep het kundige Lommelse publiek dat ook. Geen taferelen met massaal meeklappend publiek, maar geconcentreerde aandacht voor hetgeen er op het podium gebeurde.

Twee duo's maken nog geen hechte groep. Dat bleek tijdens het concert van het viertal Casey/McGlynn/Ni Chathasaigh/Newman. Als groep nauwelijks interessant, geforceerd zelfs. Met een zeer beroerd gezongen Lullabye zorgde Ni Chathasaigh voor een van de (schaarse) mindere momenten van de avond. Als harpiste daarentegen gezegend met een superieure techniek. Zus Nollaig Casey was duidelijk beter bij stem. En ook veel meer aanwezig op het podium. Ni Chathasaigh raffelde haar intrdoducties af in een nauwelijks te volgen tempo. Dat deed Casey aanmerkelijk relaxter. Ze bruuskeerde echtgenoot McGlynn door hem te vragen een introductie af te maken: "he actually can talk, you know", meldde ze aan het publiek "Music for a found Harmonium" (Penguin Café Orchestra), was het stuk dat volgde. Begint zo langzamerhand een folk-klassieker te worden.
Een set die alle kanten opwaaierde: een 18e eeuws harpstuk werd gevolgd door een flitsend gitaarduet in een Django Reinhard stuk. Maar ook een jazz-klassieker van Lionel Hampton en Amerikaanse blue-grass. Er viel ook weer wat te lachen. Gitarist Chris Newman vermaakte het publiek met een prachtig verhaal over een renpaard dat werkelijk alle grote renkoersen in zijn leven gewonnen had (inclusief de 100 meter vlinderslag en de Londen-marathon voegde hij daar droog-komisch aan toe), om daarna opgepeuzeld te worden. Bij momenten aardig, maar als groep niet overtuigend.

In het verleden was de geluidskwaliteit op de Celtic Night nogal eens matig. Vorig jaar ronduit slecht. Dit jaar opvallend goed. Altijd gezellig daar in Lommel. Ongedwongen sfeer, relatief kleine zaal, leuke medewerkers en publiek met kennis van zaken. Elk jaar weer een uitstekend programma. Dat alles maakt dat we volgend jaar ongetwijfeld weer van de partij zijn.

Volkskrant zoekt tevergeefs naar identiteit Crossing Border

Menno Pot komt in De Volkskrant na de eerste twee van het vijf dagen durende Crossing Border Festival in Den Haag tot de trieste conclusie dat het maar geen echt festival wil worden. "Rond Crossing Border hangt iets artistiekerigs, maar juist de pretentieuze formule maakt de willekeur van het programma zo storend. Het wil maar geen écht essentieel festival worden zolang de vraag blijft prangen wat nou precies de bedoeling is", aldus Pot. Hier enkele citaten uit zijn recensie die afgelopen zaterdag geplaatst werd:

Crossing Border is niet langer een plek waar de popindustrie onbeperkt zijn bandjes kan parkeren. Het accent ligt weer bij de literatuur. (…) En er waren bijzondere kruisbestuivingen te zien, een verplichting voor een festival dat zegt grenzen te overschrijden…

Sonic Youth-gitarist Lee Ranaldo vertelde over zijn Marokkoreizen, om een dag later op te treden met de muzikanten die hij daar ontmoette. Zo hoort het. Zulke dingen geven het festival bestaansrecht….

…Maar heeft Crossing Border echt de juiste vorm gevonden? Helaas is het antwoord nog altijd 'nee'. Dat het programma wat bescheidener is geworden , is niet erg. Maar dan moet je de handel niet oprekken tot vijf dagen. Na drie avonden in de Schouwburg volgen zaterdag en zondag nog in de Grote Kerk, die zó anders van aard zijn, dat het festival lelijk in tweeën breken. Daarnaast blijft het een raadsel aan welke criteria een muzikant moet voldoen. Dit jaar leken grijze haren een vereiste. Leuk hoor, zo'n Bob Geldof die met de band Rent-O-Killers liedjes van zijn oude groep Boomtown Rats speelt, maar zeg nou zelf: Bob Geldof? Waarom hij? Welke functie werd hij geacht te vervullen op het festival waar kunsten zich vermengen?…

…Tot de grootste teleurstellingen hoorden het saaie gepriegel van David Sylvian en de voorleessessie van Lou Reed, de grote prominent van het festival - en tevens de grootste dissonant. Hij zou zich diep moeten schamen voor de klierige wijze waarop hij zijn Edgar Allen Poe-bewerkingen opdreunde….

Regis Gizavo op Brugges Festival passioneel

De Vlaamse dj.Jåk was tijdens het Brugges Festival zaterdagavond getuige van het concert dat Regis Gizavo daar gaf. Vreemd genoeg was de zaal maar voor de helft gevuld. Toch werd het een imponerend optreden. We citeren graag uit de recensie die dj.Jåk gisteren op zijn site www.folkroddels.be plaatste:

...De dag voor het optreden op Brugges Festival had Gizavo in Brazilië opgetreden. Doordat de TGV waarmee hij naar Rijsel spoorde meer dan een uur vertraging had (een zelfmoordenaar had zich ervoor geworpen…) was hij maar op 't allerlaatste moment gearriveerd, had nauwelijks kunnen soundchecken. Het optreden kon echter geen half uur worden uitgesteld want zijn vaste percussionist David Mirandon moest diezelfde avond nog in Parijs optreden. Een normaal mens zou onder dergelijke stress toch minstens een beetje nerveus zijn. Het duo Gizavo/Mirandon echter niet in het minst. Ze straalden gewoon levenslust uit....

...Samen slagen ze erin een regenboog van klanken te produceren. Gizavo's vingers zweven vliegensvlug over de toetsen. Je vraagt je af of de man drie hersenen heeft, want simultaan speelt hij de melodielijn (rechterhand), de indrukwekkende baslijn (linkerhand) en zingt hij. Hij heeft trouwens een groot stembereik. Het enige dat David Mirandon doet is hier en daar een accent leggen, maar dat doet hij meesterlijk. Niet te verwonderen dat ook mensen als Michel Sardou graag met hem samenwerken...

... Vreemd genoeg deed de muziek me vooral denken aan Canadese Zydeco. Het heeft diezelfde opgewektheid en drive. Gelukkig is 'opgewektheid' hier geen synoniem voor 'oppervlakkigheid'. Gizavo's muziek is gelaagd en passioneel. In de tragere passages zit er duidelijk blues. En Gizavo is een rasperformer. Op het einde van de set liet hij het publiek ritmisch meelachen op een vrolijk deuntje. Dat hebben we nog niet veel meegemaakt….