Zuiderburen indrukwekkend op festival in Merkelbeek

- door Henk -
Afgelopen zondag nog even aangelegd bij het sympathieke mini-festival Triskell in het Limburgse Merkelbeek. Net als afgelopen zomer werden we ook nu weer gegrepen door twee Belgische duo's. Destijds ging het om Tom Theuns & Vera Coomans en Gezellig Onderuit Zonder Elektriek. Nu was het genieten met Madingma en Didier Francois & Jose Toral.

Er traden er nog meer op. Toen we arriveerden pikten we nog juist twee songs mee van de grijze krullenbol Wizz Jones, de levende Engelse folk- en blueslegende. Gitaarspel en zang zijn nog immer de moeite waard, zoals ook al bleek uit het opgetogen verslag dat Jan Van Rymenant afgelopen zaterdag deed van een concert van Wizz Jones in Antwerpen (zie hieronder).
Aan het optreden van Wizz Jones in Merkelbeek waren er nog voorafgegaan van zuiderburen Mine en Foor Left Feet en toen we 's avonds om tien uur weer naar het noorden vertrokken kregen de volhouders nog bluegrass voorgeschoteld van Rawhide.

Tussen Madingma en Francois & Toral was er een concert van Philip Masure & Helen Flaherty. Masure had nog twee muzikale makkers meegenomen in de persoon van violist/mandolinespeler Eamon Coyne en fiddler Aiden Burke (neef van Kevin). Geluidsproblemen vertraagden het optreden maar toen het repertoire uiteindelijk bleek te bestaan uit bekende reels en jigs en songs als Caledonia van Dougie McLean en The Town I Loved So Well werd het voor ons allemaal te voorspelbaar.

In de afgelopen jaren heeft Helen Flaherety zich ondermeer met Shantalla ontwikkeld tot een mooie stem voor het Keltsiche repertoire. Nu wordt het tijd dat ze wat meer pit in haar stem gaat leggen. Die lang aangehouden uithalen zijn knap, maar passen minder bij covers als Western Highways van Jimmy McCarthy en Bothsides the Tweed van Dick Gaughan, die zij in het begin van het concert vertolkte. Philip Masure heeft een redelijke stem, maar kan zich beter concentreren op zijn fraaie gitaarspel.

Jaren geleden dacht ik dat het me nooit zou vervelen. Zong ik ook al die keltische klassiekers mee. Gingen we uit ons bol bij de reels en jigs. Die snelle instrumentaaltjes werden nu in Merkelbeek zondermeer kundig gespeeld en Masure peurt uit zijn open gestemde gitaar een originele begeleiding, maar kennelijk is het voor mij een gepasseerd station. Toch snap ik het enthousiasme van het publiek wel. Zondermeer lovenswaardig is dan ook dat bij het meteen daarop volgend concert zo aandachtig geluisterd werd naar de aanmerkelijk minder voor de hand liggende muziek van Francois & Toral. Je kon een speld horen vallen.

Flamenco-gitaar en nyckelharpa
Didier Francois
op nyckelharpa en Jose Toral op flamenco-gitaar brachten een symbiose tussen Zweedse en Spaanse muziek, tussen noord en zuid tussen koud en warm, zoals Didier Francois zei. Die kou hebben we niet gevoeld. Francois ontlokte aan zijn nyckelharpa warme poëtische slepende tonen. Die vormde enerzijds een frappant contrast en anderzijds een aangename twee-eenheid met het vuur dat soms vanaf de strak bespeelde flamencogitaar spatte.

Ze speelden nogal wat nummers van hun cd Locuras de Vanelo zoals het titelnummer. Vrij vertaald heet dat De Waanzin van de Kievit. Een Spaanse zegeria in het nummer Rosita De Los Vientos werd zonder blikken of blozen gevolgd door een trage Zweedse dans, de Gangglät. Het klonk alsof het altijd bij elkaar gehoord heeft. Indrukwekkend was de dreigende intro op nyckelharpa bij een compositie van Garcia Lorca.

Maar alle vakmanschap van deze twee super-instrumentalisten ten spijt, de grootste eer ging voor het publiek toch naar de Antwerpse zangeres Silvie Moors. Zij zong bij één nummer mee, en wel in het Zweeds. Francois begeleidde op nyckelharpa, soms tokkelend in plaats van strijkend met de strijkstok. Silvie Moors zong zo ijl en breekbaar, met zóveel uitstraling dat ze het bij de toegift op nadrukkelijk verzoek van publiek nóg een keer moest zingen. Toen improviseerde de gitarist er ook wat bij, maar de nóg kleiner gehouden eerdere uitvoering met enkel nyckelharpa verdient de voorkeur. Het nummer maakt deel uit van een nieuw theaterproject waaraan Francois, Toral, Moors en twee contrabassisten werken en dat in september in première gaat in Brugge.

Doedelzak/fluiten en diatonische accordeon
De gebroeders Stefan (je weet wel ooit Fluxus) en Diederik Timmermans kregen ons twee uur eerder ook al in hun greep met naadloos samenspel op doedelzak/blokfluiten en diatonische accordeon (een 3-rijer Castagnari-organetto). Ze doorkruisten heel Europa en tussendoor babbelde Stefan dat met sappige Vlaamse humor aaneen.

Het repertoire omvatte omvatte zowel polska's uit Zweden als mysterieuze klanken uit de Limousin, maar ook muziek van dichter bij huis zoals een polka van Perk en Miente of een nummer van Guido Picard. Aan Galicië hebben beide broers hun hart verpand wat onlangs leidde tot het bieden van een helpende hand bij de olieramp voor de kust. Bureaucratische regels maakten vrijwilligerswerk echter nagenoeg onmogelijk, aldus Stefan. Muzikaal hebben ze wel hun steentje bij kunnen dragen. Ze komen er al jaren en inmiddels kan Stefan uitstekend overweg met de gaita, de galicische doedelzak. Hier in Merkelbeek hoorden we ook zo'n typische Galicische muñura, die we kenden van Berrogüetto en een interpretatie van een Budino-stuk. Accordeonist Bruno Le Tron is een lichtend voorbeeld voor Diederik, dus van hem speelden ze Valse Noël en een lekkere Rondo. Een leuk duo.
Stefan is een begenadigd fluitist. Mocht de blokfluit al een oubollige uitstraling hebben, na een concert door Stefan is dat voorgoed verleden tijd.

Wie Madingma - een woord dat vaak door oma Timmermans werd gebezigd en wat pajots is voor Me dunkt - komende tijd wil horen, hier wat speeldata:
Vrijdag 14 februari, la Tentation, Brussel.
Zaterdag 16 februari, Puur Muziek, Arenberg, Antwerpen. http://www.mmm-new.yucom.be/
Maandag 24 februari, Sint Gabriëlcollege, Boechout.
Vrijdag 28 februari, CC Bellegem.