Blue Dew professioneel en hartverwarmend

- door Henk -
De Gigant in Apeldoorn zat gisteren met een kleine tweehonderd bezoekers tjokvol. De Zwolse groep Blue Dew gaf een hartverwarmende uitvoering van haar theaterproduktie The Long Journey Home. Het verhaal van de emigratie van de Ieren naar Amerika is gevat in Ierse ballades, jigs en reels, Amerikaanse bluegrasstraditionals en eigen nummers.
De voorstelling is gebouwd rond het nummer Kilkelly (Peter Jones) en mede geënt op de boeken 'Sneeuwwitte bloem' van Brendan Graham en 'De as van mijn moeder' van Frank McCourt.
De kers op de heerlijke taart wordt gevorm door de verzorgde aankleding (waar kopen jullie toch die authentieke petten?) en vooral de sfeervolle beelden die met behulp van dvd en beamer achter de groep haarscherp op een gigantisch doek van wel 7 bij 4 meter getoond werden. Wat een professionaliteit!

Achter de vijf groepsleden waren niet enkel grijzige mistige beelden van het Ierse landschap te zien, zoals we die hier de laatste dagen gewoon zijn, maar ook het glooiende groen, de ruwe Ierse kust, de verlaten witte huisjes en oude door weer, wind en whiskey getekende knoesten met een banjo in hun jichtige knoken. Ook herkenden we beelden uit de Apalachen, de bergen in het westen van het Amerikaanse North Carolina waar de hoofdfiguur uit Kilkelly zich na de emigratie vestigde.

Nee, het waren niet van die stereotype overgroene reclamebeelden zoals op tv over Ierland. Die tot vervelens toe vergezeld lijken te moeten gaan van veel te gladde d-flute klanken. Blue Dew heeft gekozen voor prenten en foto's uit het ware leven. En ook bij hun muzikale invulling hebben ze zich gelukkig niet laten verleiden tot gladde mooimakerij.

Fiddle, bodhrán (soms twee tegelijk), bouzouki of gitaar, banjo of gitaar en contrabas vormen de basis. Bij grotere concerten, zoals nu, is gast-accordeonist Sijtze Malda ook van de partij. De vocalen zijn goed verzorgd. Sterk is de harmonieuze drie- en vierstemmige zang.

Banjo
Hoewel de balans in het volume niet altijd perfect was, werd snel duidelijk dat het instrumentaal ook goed zat. Zo laat Pim Leutholff zijn banjo al fingerpickend heerlijk klateren in The Swimming Song (L. Wainwright III), valt het zuivere gitaarspel op van Marius Klein in de instrumental 'Lonesome Road' en swingt de toegift 'Farewell' nog aanstekelijker door de drive van violiste Wendy van Zomeren. In 'My Heart's tonight in Ireland' blijkt contrabassist Beumer ook goed overweg te kunnen op mondharmonica. De stem van Pim Leutholff krijgt in dit nummer trouwens zowaar iets van de schrijver ervan, Andy Irvine. Ruwweg neemt Leutholff het vocale Ierse deel voor zijn rekening en Marius Klein en John Beumer het Amerikaanse.

Kilkelly
Het lied Kilkelly is geschreven door de achterachterkleinzoon van de hoofdrolspeler in het lied John Jones. In 1860 emigreert hij vanuit het kleine plaatsje Kilkelly (county Mayo) in het westen van Ierland naar Amerika. De achterblijvende familie mist hem, en andersom idem dito. Zijn vader schrijft hem brieven over het wel en wee in Ierland. De inhoud van die brieven vormt de basis van het lied Kilkelly, dat gekleurd wordt door heimwee en verdriet.
Ten behoeve van het doorlopend verhaal in de theatervoorstelling (dat door John Beumer in aardige korte verbindende teksten wordt toegelicht) is ook geput uit een aantal boeken. Nu en dan wordt een beroep gedaan op de dikke duim. Zo krijgt een van de drie dochters van John Jones de naam 'Sally Ann', zodat de toepasselijke traditional met diezelfde titel ook een plaatsje kan innemen in het programma.