'n Week muzikale verwennerij in Gent: Rufus Wainwright, Olla Vogala, Waso, maar Josh Ritter was dé ontdekking

- door Henk -
Precies op het juiste moment een week Gent geboekt. Geen genante opgefokte anti-terreur-terreur, maar uitstekende muziek van met name singer-songwriter Josh Ritter (een ontdekking!) in de Handelsbeurs en van Olla Vogala met het Marokkaanse (!) project Brared Ataï. Rufus Wainwright zagen we (in het voorprogramma van Ritter). Ook pikten we wat mee van Waso in De Centrale. Van het overweldigende aanbod lieten we 't een en ander schieten zoals concerten door Oi Va Voi en de bijzondere Algerijnse zangeres Hayuet Ayad met luitist Christian Zagaria.

CD's
Qua cd's was het in de Fnac op de Veldstraat constant spitsuur. Niets gekocht, maar leuk om te zien dat volop gebruik gemaakt werd van de luisterpilaren waarbij je de nieuwe albums van Urban Trad en AedO kon beluisteren. Van folk- en wereldmuziek-cd's zijn ze bij de Fnac redelijk goed voorzien; met Amerikaanse roots- en alt.country-albums is het minder gesteld. Die kwam ik wel tegen in Zeeland... Ja, Walcheren is vanuit Gent tegenwoordig in een klein uurtje te bereiken dankzij de nieuwe Westerschelde-tunnel bij Terneuzen. In welke platenzaak draaien ze tegenwoordig nog muziek van JW.Roy? In de Drukkerij aan de Markt in Middelburg. Het stikte er van de roots-albums, sommige juist van de pers. Een uur later stond ik buiten met 'Universal United House of Prayer' van Buddy Miller. Ik was onder de indruk van de bijzonder combinatie van rootsrock met gospel. De doorslag tot aanschaf van dit album gaf echter de Dylan-cover 'With God On Our Side' in een bijna tien minuten durende prangende uitvoering. Eenmaal in die goddelijke sferen was de stap niet meer zo groot ook 'Consider the birds' soldaat te maken, de nieuwste van Wovenhand, het solo-project van Dave Eugene Edwards van 16 Horsepower.

Rufus Wainwright
Mijn aandacht in het programma van de Gentse Handelsbeurs werd getrokken door Rufus Wainwright; de naam Josh Ritter zei me minder. Verrassend was dan ook dat het voorprogramma niet door Ritter werd verzorgd maar door Wainwright, de zoon van twee groten uit de folk: Kate McGarrigle en Loudon Wainwright. Onder ouderwetse broadway-achtige klanken komt hij moederziel alleen het podium op, zonder band. Dat verhindert uitstapjes naar progressieve rock die je soms op zijn albums hoort. Met een soort van nonchalance brengt hij iets dat meer lijkt op een akoestisch huiskamerconcert. Mooi in zijn intimiteit, maar nogal eens slordig in de uitvoering. In een nummer van zijn moeder zit hij er enkele keren compleet naast.

Toch is Wainwright innemend. Hij paait het publiek met vleiende opmerkingen over Great Gent. Zijn bekende nummer Pretty Things draagt hij op aan de architecten van al dat moois. Hij zingt met een warme krachtige stem en op piano blijkt hij virtuoos als een volwaardig concertpianist. Dan heeft hij het theatrale van 'n Nick Cave, met Wagneriaanse dieptes. Zijn spel op akoestische gitaar steekt vergeleken daarbij wat schril af.

In de soms humoristische maar ook realistische verbindende teksten ('Ik moet tussendoor grappen maken, mensen wakker schudden, want mijn songs zijn 'long and depressing') verandert de warme zangstem in een ander zangerig geluid dat 'n universeel kenmerk lijkt voor nichterigheid. Koket draaiend met hand en kont legt hij ten overvloede uit gay te zijn. "The gay-messias is coming" en "Voor Bush zijn homo's nog gevaarlijker dan terroristen…" Nadat hij zegt dat een van zijn eigenaardigheden is graag over dead people te zingen, zet hij een romantisch nummer in over een ontmoeting met Jeff Buckley. Als dat in één adem overgaat in een indrukwekkende vertolking van Leonard Cohens Halleluia, denk je dit is het hoogtepunt van de avond. Maar toen moest Josh Ritter nog komen.

Josh Ritter
De insiders wisten het al. De faam van zijn jongste album Hello Starling, dat begin dit jaar hier uitkwam, was hem vooruitgesneld. Josh Ritter, is de naam. Nog nooit van gehoord? Hij schreef de muziek van de populaire serie Six Feet Under. Nee, ik wist het echt niet. Ik had geen idee wat ik van hem moest verwachten.
Binnen vijf minuten was ik verkocht. Het podium verraadt met drums, piano, hammondorgel, andere toetsen en microfoons dat er een complete band komt. Maar een verlegen glimlachende krullenbol betreedt in zijn uppie het podium. Een akoestische gitaar in zijn hand. Hij schuift de microfoons opzij, loopt naar voren en zet zonder enige versterking een schitterende song in. Zacht, maar hard genoeg om achterin de zaal te horen. Het is meteen muisstil. Als hij California afrondt barst de zaal uit in overdonderend applaus en verandert de verlegen lach in een big smile die nauwelijks meer van zijn gezicht zal wijken.
Als in het volgende nummer drummer, toetsenist en bassist aanschuiven klinkt een irritant mellow pianootje te hard, evenals de drums. Weg betovering…. Laat Ritter toch lekker solo zijn gang gaan. Maar als de verstoorde geluidsbalans is hersteld accepteer ik dat Ritter de rest van het concert mét de begeleiders doorgaat. Juist dat rootsrockende - het lijkt af en toe Bruce Springsteen wel - vormt steeds meer een aardige afwisseling met de akoestischer Bob Dylan-achtige songs als Kathleen en You don't Make It Easy Babe. Afkomstig uit Idaho, een van de noordelijke staten, heeft Amerikaan Ritter ook een zwak voor Canadese songwriters als Leonard Cohen, wat je hoort in Wings. Ook moet ik denken aan het gevoel van Nick Drake. In zijn spel op akoestische gitaar hanteert Ritter de moeilijke eenvoud van David Olney.
Ritters teksten zijn niet zo ondoorgrondelijk als die van Dylan. Ze zijn wel even poëtisch. Vaak gaat het over lief en leed. Hij giet ze in compacte sterke liedjes met kop en staart, toegankelijke songstructuren. Je kunt er niet omheen. Waar Dylan en Cohen belangrijke invloeden zijn, is het leuke aan Ritter dat hij in tegenstelling tot zijn beroemde voorbeelden een frisse vrolijke uistraling heeft. Bovendien oogt hij nog bescheiden.
Achteraf lees ik dat Joan Baez ook al nummers van hem covert (Wings).
Natuurlijk koop ik na het concert meteen Hello Starling. Als ik de cd beluister besef ik me dat zijn aangename stem live net zo dichtbij klonk, als op dit voortreffelijke album.
Josh Ritter, liefhebbers van Amerikaanse singer-songwriter muziek onthoud die naam! Nog net op tijd ontdekt om op te nemen in mijn eindejaars-lijstje!

Olla Vogala
Wouter Vandenabeele
stort zich met zijn Olla Vogala van het ene project in het andere. Nauwelijks bekomen van het Griekse avontuur rond de herdenking van Hadzidakis bij de Olympische Spelen en de opnamen van het Olla Vogala-album Siyabonga gaat het nu om het Marokkaans project Brared Ataï (Theepotten). Een kern van Olla Vogala is daartoe aangevuld met drie klassiek geschoolde Marokkaanse grootheden: Mohamed Marwane (ney en zang), zijn broer Mustafa (ud en zang) en de zangeres Tsouli Kawtar die aangekondigd werd als Sabah.

Brared Ataï leidt in de fraaie theaterzaal van de Vooruit tot verfijnde Marokkaanse melodieën en zangnummers waarbij de broers Marwane de backing vocals verzorgen. Maar ook bekend Olla Vogala-werk wordt met steeds toenemende drive en enthousiasme gespeeld. We horen een pakkende sopraansax-solo in het Sloveense nummer Tri van de jongste Olla Vogala-cd. De band explodeert bijna in een van de Senegalese peulviolist Isa Sow geleerde bruiloftsdans die volgde op het traditionele Marokkaanse lied Huari. Er zijn ook verstilde momenten zoals in dat lyrische lied, een ode aan de fluit.

De Marokkanen voelen zich als een vis in het water. Vandenabeele heeft dan ook bewust gezocht naar gelijkgestemde muzikanten uit Marakesh, een plaats die hij iedereen aanbeveelt: "Mooie stad, prachtige muziek, aardige mensen, lekker eten". Mohamed Marwane woont trouwens al enige tijd in Brussel. Zijn invloed in dit project is groot. Het was overigens geen eitje om zijn broer en de zangeres naar België te halen. Visa waren pas op het allerlaatste moment beschikbaar. Toen ze op het vliegveld in Brussel geen bestemmingsadres konden tonen aan de douane, werden ze als vluchteling beschouwd. Vandenabeele en Mohamed die in de aankomsthal stonden te wachten, moesten hemel en aarde bewegen om de muzikanten alsnog door de douane heen te krijgen.

Naast de drie invitées, zat er met Olla Vogala's percussionist Abdellah 'Marrakchi' Bhaija nog een vierde Marokkaan op het podium. Naast hem stond bassist Arne van Dongen. Dan waren er nog de volgende zeven vaste Olla Vogala-muzikanten: Wouter Vandenabeele (viool, presentatie), Stefaan Smagghe (viool), Luc Degezelle (viool), Dirk Moelants (viola da gamba), Luc Vanden Bosch (drums), Marc De Maeseneer (saxen) en Anne Niepold (diatonische accordeon).
Natuurlijk speelde Olla Vogala in De Voortuit een thuiswedstrijd, maar dat neemt niet weg dat het hartverwarmende staande applaus zo welgemeend was, dat de band niet om meerdere toegiften heen kon.

Waso
En dan was er zondagavond in een knap gevulde Centrale nog de viering van het dertigjarig bestaan van het Waso Quartet, waarbij de nieuwe cd gepresenteerd werd (Ombre er Lumière, Munich Records). Na tal van wisselingen in de samenstelling trad Koen De Cauter nu aan met zijn swingende zoon Dajo op bas, Xavier Bronchart op ritmegitaar en de blinde Tcha Limberger op sologitaar. Ondanks alle bandvariaties van de afgelopen dertig jaar - Dick Van der Harst deed zelfs ooit nog mee op bandoneon - blijft Waso gewoon Waso-muziek maken. Wat dat dan is? Nou oneerbiedig gezegd een grote kookpot met een pittige jazzy mix van Django Reinhardt, Frans chanson, musette, folk, Zuid-Amerikaanse muziek en gypsyswing. Waar Waso vroeger nogal een als een akoestische trein over je heen raasde, was er nu ook plaats voor prachtige intiemere rustige passages.