-door Paul-

7e Celtic Night Lommel

Een prachtaffiche hadden ze daar in Lommel. In de voorpubliciteit werd vooral de nadruk gelegd op de stemmen van Breton Yann-Fañch Kemener en de Ierse Karan Casey. Daarbij werd de stem van Seamus Begley wat onderbelicht.

 


Logisch, want op de CD's die Begley tot nu toe opnam overheerst de instrumentale muziek. Zijn vertolking van de Ierse ballad Bruach na Carraige Baine behoort echter tot het allermooiste wat de Ierse zangtraditie ooit voortbracht. Van dat soort pareltjes had Begley er nog een paar in huis. Deels onverstaanbaar geïntroduceerd omdat hij dronkenschap voorwendde. Dat leverde wel komische momenten op maar aan zijn introducties was geen touw vast te knopen.

Begley geniet vooral bekendheid vanwege zijn vingervlugheid op de Ierse trekzak. Maar zo gauw er gas teruggenomen wordt in een set waarin Polka's, Slides, Reels en Hornpipes in vliegende vaart voorbij razen en Begley de rebelsong Mountains of Pommeroy inzet, wordt al snel duidelijk dat we hier te maken hebben met misschien wel de mooiste mannenstem uit de Ierse folk. Een stem met een heel aangenaam timbre en weinig volume, die de luisteraar als het ware naar zich toe trekt.

Ziin samenwerking met meestergitarist Steve Cooney leverde de klassieker Meiteal op. In Lommel werd Begley begeleid door de allerbeste gitarist van dit moment: Tim Edey. Hij liet zich al opmerken als gast in Lúnasa, maar in een kleinere bezetting is pas goed te zien en te horen wat deze gigant in zijn mars heeft. Qua stijl perfect vergelijkbaar met Cooney, dezelfde percussieve wijze van spelen met misschien zelfs nog wat meer expressie en technische bagage dan zijn grote voorbeeld. Duizelingwekkende loopjes in snelle instrumentalen, maar ook gevoelig begeleidend in de ballads. Verbluffend is de wijze waarop hij zijn gitaarklem tijdens een aantal Slides verplaatst over de gitaarhals zonder één moment uit het ritme te raken.

Hoogtepunt van de avond was zijn Bluegrass uitvoering van The Mason's Apron. Wij waren volkomen overdonderd door de wijze waarop Edey techniek aan gevoel weet te koppelen. In het rijtje topgitaristen Steven Cooney, Jim Murray, Tony Byrne en Tim Edey is die laatste koploper.

De twee nós sean-dansers die af en toe op het podium verschenen waren wat mij betreft overbodig. Het leidde slechts af, al was het wel aardig om te zien dat hun dansstijl losser en vrijer is (geen star bovenlichaam), dan die van gezelschappen als Riverdance.

De avond startte al veelbelovend met Yann-Fañch Kemener & Aldo Ripoche. Ook hier werden niet alle nummers afdoende geïntroduceerd. Jammer, want de luisteraar vraagt zich regelmatig af waar zo'n lange "Gwerz" nu eigenlijk over gaat.Wel boeiend om te horen hoe Kemener & Ripoche Bretonse zang met de wereld van de Barok trachten te verenigen. Naast de cello van Ripoche stond er een Indiaas orgeltje (tanpura) op het podium. Bespeeld door Kemener zorgde die tanpura voor de monotone "drone" in de begeleiding. Zo'n concert, zonder echte variatie, vergt veel van de toehoorder. Ik zou hetzelfde repertoire graag met een meer uitgebreide bezetting willen horen. Ik had ook de indruk dat er iets mis was met de stem van Kemener. De vele kuchjes deden vermoeden dat hij een verkoudheid onder de leden had.

Ook aangenaam was het weerzien met Karan Casey. Die heeft zich ontwikkeld van vertolkster van traditionals tot geëngageerd singer/songwriter, zoals te horen op haar laatste CD "Chasing the Sun". Ik ben toch meer gecharmeerd van de "oude" Karan Casey. De wijze waarop ze, a capella, de de ballad Where are you?, of met band, My Lagan Love vertolkte was van een hoog nivo. In het groepsgeluid viel de veel te luide basgitaar van Ewen Vernal op. Die overstemde regelmatig het geluid van concertina en low whistle (Niall Vallely) en gitaar (Robbie Overson). Beiden kregen echter de ruimte van Casey zich te onderscheiden in twee zeer knappe solo-stukken, waaronder de prachtige gitaartune Maguire & Patterson. De toegift mocht er ook zijn. Met een van haar betere nummers op Chasing the sun, Bright Winter's Day besloot Karan Casey een mooie, gevarieerde set.

De Celtic Night in Lommel kent een perfecte opzet. Een intieme zaal, geen overvol programma, maar 3 topgroepen op een avond, en voldoende pauze tussen de optredens om wat te drinken of bij te kletsen. In die opzet kan de Celtic Night nog jaren mee. Wij hopen er volgend jaar op de 8ste editie weer bij te zijn.