-door Assie Aukes-
Na meer dan twintig jaar geen Ierse muziek gemaakt te hebben, mocht bandoneonspeler Carel Kraayenhof vrijdagavond in een bomvol Concertgebouw in Amsterdam zijn eerste liefde weer eens beproeven.

Voor dit eenmalige concert had Kraayenhof gerenommeerde musici om zich heen verzameld die gepokt en gemazeld  zijn in de Keltische  muziek. Voor de Ierse liederen vroeg hij de bekende Ierse zangeres Niamh Parsons. Minder voor de hand liggend was de aanwezigheid van Cees van der Poel, Kraayenhofs compagnon in vroegere bandjes als De Link en EUTS. Cees van der Poel, ooit lid van legendarische folkgroepen als Wargaren en Wolverlei, had al jaren niet meer op een podium gestaan en heeft, naar eigen zeggen, hard moeten oefenen.
Carel Kraayenhof begon enigszins gespannen aan het concert en had, zo bekende hij, slecht geslapen. De eerste tonen kwamen dan ook wat aarzelend uit de concertina, het instrument dat hij in geen twintig jaar bespeeld had. Niamh Parsons daarentegen bracht vanaf het begin haar liederen vol Ierse passie. Het melancholieke geluid van de bandoneon paste wondermooi bij het weemoedige karakter van de Ierse balladen. Het leek alsof Parsons hierdoor extra gemotiveerd raakte, want zelden hoorde ik haar een mooiere uitvoering van Black is the colour zingen. Cees van der Poel begeleidde op gitaar op adequate wijze, die niet deed vermoeden dat er jaren niet gespeeld was.

De grote vraag van de avond was natuurlijk wat de bandoneon voor de Ierse muziek kan betekenen. Op die vraag hebben de bezoekers een tweeledig antwoord gekregen. Zoals gezegd bleek het tango-instrument bij uitstek in de begeleiding van de melancholische Ierse balladen een verrijking. In de instrumentale jigs en reels heeft de bandoneon echter weinig te zoeken. Enkel in de jigs wist Kraayenhof gelijke tred te houden met zijn mede-muzikanten. De reels zijn echter te snel, hoewel Carel daar van tijd tot tijd met zijn basakkoorden welfraaie ondertonen wist te creëren. Dat er beperkingen waren had ook Carel Kraayenhof zich gerealiseerd. Daarom werd speciaal voor dit concert zijn eerste folkinstrument, de concertina, weer uit de kast gehaald.

Van de Ierse muzikanten viel vooral de expressief spelende violist Dònall Donelly op.  Bij de instrumentale stukken nam hij, samen met bodhrán-speler Brian Hanlon, het voortouw. De Nederlandse musici, Kaspar Laval en Stijn van Beek, moesten in hun Ierse collega's hun meerderen erkennen, al moet gezegd worden dat laatstgenoemde uitstekend uit de voeten kon op de complexe uilleann pipes, Dat bewees hij ondermeer in het van The Bothy Band bekende  The Blackbird. Mr. O'Connor, van de legendarische blinde Ierse harpspeler O‘Carolan, werd opgedragen aan de in februari overleden concertinaspeler Bert Aalbers. Carel Kraayenhof werd in dit nummer ter zijde gespaan door broer Jaap Kraayenhof op (eigen gebouwde) cither en Flairck-violiste Sylvia Houtzager.

Na de pauze waren alle spanningen weggevallen en kon het publiek getuige zijn van een genietende Carel Kraayenhof, die zijn langgekoesterde droom in vervulling zag gaan,  een zeer enthousiaste Niamh Parsons, die uitgroeide tot het stralend middelpunt van de avond en een bij tijd en wijle zeer geoliede band, wat opmerkelijk is gezien het eenmalige karakter van het project.