-door Mirjam Adriaans, foto Ronald Rietman-
Toen ik Sido Martens in 2006 op Folkwoods zag hoorde ik mooie teksten, omlijst door subtiele muziek, en ik werd geboeid. Gisteravond zag ik hem nog eens, dit keer op een echt singer-songwriterspodium, Meneer Frits in Eindhoven, voor een stil publiek. Opnieuw werd ik geraakt door de poëtische teksten en het fijne spel, in die eigen stijl die moeilijk te vangen is in een genre.

Twee meter lang is-ie, een Fries, maar niet van het stereotiepe nuchtere soort. Al houdt hij het graag kort, de titels van zijn liedjes beslaan zelden meer dan een of twee woorden. De inhoud is echter niet zo eenvoudig, er is hem eens gezegd dat-ie wat meer moest vertellen over de nummers bij een concert, maar hij vindt het moeilijk om zijn eigen werk te duiden, zo horen we. Toch probeert hij dat, en komt er een verhaal over een optreden in de Prinsentuin in zijn woonplaats Leeuwarden, waar een fikse regenbui het publiek naar binnen joeg, dat heeft geleid tot Mooie Regen, een liedje over de liefde van zijn jongste album Open. Ook de zee inspireert hem, het wad, de eilanden, ze komen terug in zijn fijne teksten, maar er zijn nog heel wat andere onderwerpen, zoals de vertwijfeling van een winterdepressie in het gevoelige Winterziel, of jeugdherinneringen, prettige in Vaders waar Vliet handelt over het armoedige arbeidersmilieu waarin hij opgroeide.

sido martens
Sido Martens

Soms hoor ik folk in de muziek, niet vreemd natuurlijk, Martens maakte deel uit van Fungus, een van de meest bekende folkgroepen van de jaren '70. Dan is er een tikje alt.country, een vleugje americana, misschien een snufje blues, het is wat ongrijpbaar, maar het is heerlijk om naar te luisteren, zelfs als hij een keer een verkeerd balkje treft op zijn mandoline of zijn gitaar wat ontstemd is. Zijn stem is warm en zacht, hij verontschuldigt zich al snel dat hij kampt met een slepende verkoudheid, zoals vele anderen nu, maar ik vind het niet erg, het gevoel is goed. Kippevel krijg ik aan het eind van de eerste set, als hij de Ballade Voor Foekje zingt. De meeste mensen kennen haar niet, Foekje Dillema, dus legt Martens het even uit. Hij vertelt het verhaal van de atlete die heel hard liep in dezelfde tijd als Fanny Blankers-Koen. Foekje kwam uit een klein Fries dorp, had geen weerwoord toen na een test verklaard werd dat ze eigenlijk een vent was en niet meer mee mocht doen. Haar leven was kapot, ze overleed vorig jaar. Ik had een jaar of wat geleden een reportage gezien over deze vrouw, een indringend, triest verhaal, dat deze avond zo mooi verwoord werd door Sido Martens:  "Ze liep als een kerel, maar ze bloedde als een vrouw, Foekje, levend begraven door wie haar lozen wou".

Het lied is splinternieuw, staat op een cd'tje met vijf  nummers dat bij de gelimiteerde oplage, 100 stuks, van De Loper zal worden gevoegd. Dit is een boek, geschreven door Sido Martens, en het bevat verhalen over hardlopen, een andere passie van hem. Ook de vier liedjes op het cd'tje (waarvan we een voorproefje binnen kregen) hebben dat als thema, De Loper en Zaak (dit laatste voerde hij gisteravond ook uit, met een verhaal erbij over de Eindhovense marathon) zijn al van eerdere albums (De Loper en Brak Hart) maar werden opnieuw opgenomen. De prachtige Ballade Voor Foekje, Nieuwe Schoenen (met zo'n lekker druilerig regendaggevoel en subtiele achtergrondzang van Annemarieke Coenders) en het instrumentale Fartlek, dat een fijn Rawhide-achtig gitaargeluid combineert met wakkerrammelende mandoline, zijn alledrie gloednieuw. Voor wie alleen de verhalen wil lezen: het boek verschijnt ook gewoon in paperback, zonder cd.

Het boek wordt komende zondag, 3 februari 2008, gepresenteerd tijdens de Midwintermarathon in Apeldoorn en op zaterdag 16 februari in boekhandel De Tille in Leeuwarden.

Meer informatie over Sido Martens: www.sidomartens.com, luisteren kan ook op www.myspace.com/sidomartens.

Naschrift: Op het cd'tje eindigt de Ballade Voor Foekje met een instrumentaal stuk, met o.a. roffelende trom in de begeleiding. Sido Martens laat me weten dat het gaat om een Friese volkswijs, Skotse Trije, die in mineur gespeeld wordt om het op een dodenmars te laten lijken. Dit stuk werd al eerder door Martens opgenomen op zijn allereerste plaat, Land en Water uit 1976.