-door Assie Aukes-
Het Canadese damestrio The Wailin' Jennys maakte in 2006 nogal indruk met het derde album Firecracker en kon daarom dit jaar uitgebreid door Europa toeren waarbij Nederland er qua aantal optredens helaas bekaaid van afkwam. Slechts tweemaal trad de groep hier op. Eerder in de week was de groep in het Amsterdamse Paradiso te beluisteren, maar op woensdag 21 mei stonden de dames op het sfeervolle podium van Roepaen in het Limburgse Ottersum.

Het was de eerste keer dat de Wailin' Jennys Nederland aandeden en dat was misschien de reden dat de zaal niet helemaal vol zat. Zo'n 120 liefhebbers waren op het concert in het voormalige klooster afgekomen. Daar was echter een groot aantal bij die een verre reis gemaakt hadden, eentje kwam zelfs helemaal uit München, om de Jennys voor het eerst in ons land aan het werk te zien.

Het bleek dat violiste Annabelle Chvostek was vervangen door de Amerikaanse bassiste Heather Masse. Vocaal maakt dat niet erg veel uit, ook Heather Masse beschikt over een uitstekende stem, en het doorgaans transparante geluid van de Jennys kan best een stevige baspartij gebruiken. De twee andere dames weten dat ze competente (multi) instrumentalisten zijn, maar zeker geen virtuozen. Het trio was daarom uitgebreid met een uitstekende violist.

Instrumentaal misschien niet virtuoos, maar vocaal waren Ruth Moody, Nicky Mehta en de voorgenoemde Heather Masse ronduit hemels. Prachtige samenzang in een aantal a capella gezongen liederen, waaronder een behoorlijk aantal negro-spirituals, zoals Bring me little water, Sylvie en Motherless child. Persoonlijk vind ik dat Nicky Mehta de mooiste stem heeft (ze schitterde o.a. in het prachtige Arlington van het album 40 days en het minstens zo mooie Begin van Firecracker), maar de andere dames doen er eigenlijk niet voor onder. De prachtige akoestiek van de kapel van het oude klooster Roepaen hielp daarbij natuurlijk een aardig handje.

Toch heeft al die mooizingerij ook nadelen. De dames zoeken het qua repertoire vooral in de rustige midtempo liederen en balladen. En terwijl het publiek voltallig het refrein ‘Allelujah' in Ruth Moody's Glorie bound meezingt, lijkt het concert enigszins in te dommelen en worden de aanstekelijke liederen van Annabelle Chvostek, zoals Devils paintbrush road node gemist. Net op tijd zet de groep dan een robuuste versie van David Olney's Deeper well in, met pittig bodhranspel van Ruth Moody en een  prachtig vervormende viool van de meneer wiens naam ik helaas niet kon verstaan...

De traditionele folk van de Britse eilanden heeft de groep nooit onberoerd gelaten. Zo namen zo al eens een prachtige versie van de Engelse traditional Saucy Sailor op, te vinden op het album 40 days. Nu brachten ze een mooie verstilde versie van Bold Ridley, het zoveelste bewijs dat deze drie stemmen perfect matchen.

Met de mooie ingetogen, onversterkt gezongen Ierse traditional The Parting glass besluiten The Wailin' Jennys op sfeervolle wijze het concert op het schitterende podium van Roepaen. Dat het publiek de groep in haar armen sloot bleek wel uit de enthousiaste ovatie die de groep ten deel viel. Dat The Wailin' Jennys daarna nog tweemaal teruggeroepen werden en met een gedreven  versie van Neil Young's Old man definitief het podium verlieten, was ook niet meer dan verdiend, voor zowel band als publiek.