-door Mirjam Adriaans, foto's Ronald Rietman-
Op het stijf uitverkochte Naked Song in het Muziekgebouw in Eindhoven viel genoeg te beleven gisteren. Alle zalen en foyers stonden in het teken van liedjes, vaak verstild, soms eigenzinnig, meestal met een verhaal. Grand café Meneer Frits vormde het rootspodium van het festival. Dayna Kurtz was er het hoogtepunt van de dag.

Ooit begonnen als een klein rootsfestivalletje in een café in Gemert is Naked Song in Eindhoven uitgegroeid tot een evenement voor hippe jongeren die een voorliefde hebben voor singer-songwriters. En hoewel het festival afgelopen jaren ook al uitverkocht, lijkt het dit keer nog veel drukker te zijn, wellicht door het toegevoegde plusconcert van Eels, waarvoor een aparte toeslag betaald moest worden bovenop de entree. Dat bezoeken we niet, er is immers genoeg te zien en te horen. Mijn festival begint al goed als bij binnenkomst Ernest van Aaken op zijn eigen karakteristieke wijze oude Amerikaanse folkblues ten gehore brengt in de Stadsfoyer.

Ernest van Aaken

Met een lekker gevoel ga ik naar het dakterras om Flip Noorman te zien, maar wie denkt dat alleen maar kijken of luisteren genoeg is komt bij deze muzikant bedrogen uit. Hij is pas tevreden als er meegedaan wordt, en is bereid om het publiek te drillen als een ware legersergeant. Niet dat het veel helpt, beseft hij zelf ook met de opmerking dat we met zo’n leger niet eens de Krim zouden kunnen annexeren. Toch weet hij een eind te komen, na een paar intense stukken krijgen zijn woorden de overhand, Bellse Parese, de titel van zijn debuutalbum maar ook een aandoening waar hij zelf mee te maken had, “wordt nogal eens verward met een TIA,” vertelt hij, “maar dat is het niet. Marco Borsato had een TIA, het is maar dat u het weet!” bijt hij de bezoekers met zijn slepende stem toe. Nee, hem verwarren met Marco Borsato zal niemand hier doen, daarvoor is hij te eigenzinnig, doet hij teveel denken aan mannen als Maarten van Roozendaal of André Manuel. Hij eindigt met een gedicht, een verrassende ode aan make-up. Zijn woorden zijn soms indringend, steeds oprecht, af en toe speels, telkens boeiend. Hij begeleidt zichzelf op gitaar en een stuk op banjo. Gelukkig blijft het tijdens zijn optreden nagenoeg droog, later wordt het programma op het dakterras helaas afgelast door de regen.

Flip Noorman

Hoewel Adrian Crowley in eerste instantie wel mijn aandacht trekt door een mooie stem en fijne verhalen in zijn liedjes (o.a. The Fortune Teller's Song) is het muzikaal nogal eenvormig wat hij doet op zijn elektrische gitaar. Wat Howe Gelb vervolgens laat horen met zijn akoestische gitaar in de grote zaal spreekt me meer aan, al heb ik het idee dat hij niet helemaal in zijn element raakt. Met extra begeleiders op elektrische gitaar en cajón weet hij zelfs een verrassende cover te brengen van Calm After The Storm.

Het programma bij Meneer Frits (waarvan de keuken overigens ook zorgt voor lekker eten op het festival) begint met Mathijs Leeuwis die een paar weken geleden zijn nieuwe album Alweer Geen Revolutie presenteerde in Tilburg. Dit keer geen drums of extra gitaar, wel een pedal steel (Harrie Brekelmans). Met akoestische gitaar en banjo komen de liedjes nu nog meer tot hun recht dan ze in volledige bandbezetting al deden, het doet me uitzien naar komend seizoen als Leeuwis in de reeks Ad van Meurs presenteert... zal spelen (op 8 december om precies te zijn).

Mathijs Leeuwis

Het Brits-Amerikaanse duo Rue Royale speelde in 2009 al op Naked Song, toen vielen ze in vanwege een afzegging, maar hun mooi uitgevoerd alternatief getint werk met toetsen en percussie herbergt genoeg kwaliteit om ze terug te vragen. Toen zag ik ze niet, nu weten ze een sfeervolle klankkleur te vormen, met daardoorheen gevlochten hun harmonieuze stemmen.

Rue Royale

In maart was Diana Jones al te zien op een van de maandagavonden van Van Meurs en maakte zoveel indruk dat ze gelijk voor Naked Song werd geboekt. Ook nu raakt ze met haar familieverhalen en de prachtige trieste geschiedenis van Henry Russell’s Last Words.

Diana Jones

Het was al een tijd geleden dat ik Dayna Kurtz zag. Even had ze een kleine hit en was ze vrij populair, ze verkocht diverse zalen uit in Nederland, vervolgens werd het wat stil, al bleef ze wel platen maken. Ze krijgt meer tijd dan de andere muzikanten en weet die vrij moeiteloos met heerlijke liedjes te vullen. Het mag dan een tijdje rustig geweest zijn rond haar persoon, ze bracht vooral albums uit met covers in plaats van zelfgeschreven werk, maar haar stem heeft niets ingeboet aan kwaliteit. Met haar goudbruine klanken weet ze vanaf het begin te boeien, als ze haar strot vol openzet overtuigt ze met gemak, met de zwoele tonen tovert ze in een enkel nummer Meneer Frits eenvoudig om tot een nachtclub. Ze heeft inmiddels ook veel nieuwe liedjes geschreven vertelt ze, daarvan horen we You're Not What I Need, But All That I Want en I Go First. Ze verwacht haar nieuwe album af te maken in de zomer. Een vaste setlist heeft ze niet, ze speelt wat haar invalt, begeleider Robert Mache (elektrische gitaar, mandoline) krijgt een enkele aanwijzing en volgt haar. Tenslotte mag het publiek de setlist afmaken, ze heeft Postcards From Downtown en Venezuela eerder op de dag al gespeeld in de Twee Meter Sessies op het festival, maar voldoet toch aan de verzoekjes. Een staande ovatie is uiteindelijk volkomen terecht haar deel.

Dayna Kurtz

Afsluiter is The Ouse Valley Collective (dat spreek je overigens uit met een oe-klank, met house heeft het niks van doen), een gezellig anarchistisch zootje ongeregeld uit Engeland. Jonge jongens zijn het nog, die allemaal zingen en diverse instrumenten bespelen. Het wisselen verloopt niet altijd soepel en er wordt flink wat gestemd tussendoor, waardoor je een jaren ’70 gevoel krijgt, dat overigens ook in hun repertoire terugkomt met nummers als The Weight (Take A Load Off Fanny) van The Band en zelfs een folkklassieker, Shady Grove, ze kondigen het nummer aan als Brits, maar volgens mij stamt het uit de Amerikaanse traditie (al heeft Fairport Convention de melodie wel gebruikt voor hun Matty Groves). Daar gieten ze met banjo, mandoline, gitaar, bas en kickdrums of een sax hun eigen sausje overheen, een mix van bluegrass, country, enthousiast gespeeld in een hoog tempo. Dansen is niet gebruikelijk op Naked Song, maar met enig aandringen krijgen de jongens toch wat mensen in beweging.

The Ouse Valley Collective

Voor meer foto's van Naked Song klik hier.