-door Assie Aukes-
De vierde editie van de Celtic & Balfolk Night in de Rotterdam trok weer meer bezoekers dan vorig jaar. Meer dan 1100 liefhebbers van Keltische muziek en Balfolk passeerden de kassa van De Doelen. Het publiek kan gemêleerd genoemd worden, jong en oud kon een weg zoeken naar de diverse zalen van het muziekcentrum. Hiermee lijkt de combinatie van deze muziekuitingen een  succes te zijn.

Vroeg in de middag startte het festival met een aantal workshops Balfolk voor beginners en gevorderden. In de Jurriaanse zaal was het de Ierse dansgroep Celtic Swing uit Vlaardingen die  een aardige demonstratie gaf onder begeleiding van de groep Fook. Danseressen en muzikanten mogen nog wat meer schroom van zich afgooien, want hun presentatie kan nog wat nauwkeuriger en vooral pittiger.

Van de wat knullige inleiding 'Keltische muziek bestaat niet' zullen weinig luisteraars wijzer geworden zijn, maar het opvolgende concert van de jonge Welshe harpiste Georgia Ruth mocht er zijn. Op haar album Week of pines wordt ze begeleid door een keur van muzikanten, maar in Rotterdam moest ze het doen met de hulp van gitarist Iwan Glyn Hughes. "Wat de Ieren en Schotten ook mogen zeggen, Wales heeft de meest trieste liederen", vertelde ze halverwege het concert en inderdaad hadden verschillende trieste liederen al de revue gepasseerd. Georgia Ruth beschikt over een fijne stem en ook haar harpspel klinkt verfijnd. Dan is het niet handig wanneer iemand naast je een erg ritselende krant leest. Dat overkwam mij zaterdag in De Doelen. Hughes zorgde met zijn elektrische gitaar voor achtergrondeffecten, maar had dit voor mij wel wat nadrukkelijker mogen doen. Hier staat tegenover dat hij een prachtige tweede stem verzorgde in een a capella gezongen Welshe seashanty. Het laatste nummer van dit intieme concert werd opgedragen aan Merdydd Evans, de befaamde Welshe muziekpionier die zaterdag op 95-jarige leeftijd overleed.

Via de soundcheck van het Belgische Naragonia Quartet in de Willem Burger Foyer en een korte impressie van de groep rond trekharmonicaspeler Didier Laloy in de Arcadiszaal, was het tijd voor Sam Lee & Friends. De man is een regelrecht fenomeen. Met een stem geschapen voor de traditionele liederen weet hij samen met zijn vrienden de veelal overbekende ballads van een hoogst origineel arrangement te voorzien. Het was jammer dat dit concert niet in een meer comfortabele zaal kon plaats vinden. Ik weet zeker dat meer mensen waren blijven luisteren wanneer ze niet op de koude vloer hadden hoeven te zitten.
Ook het geluid werkte niet goed mee, regelmatig werden ingetogen momenten verstoord door een irritante brom uit de PA. Gelukkig lieten Sam Lee en zijn vrienden zich niet uit het veld slaat en trakteerden ons op een mooie selectie liederen, met name uit het binnenkort verkrijgbare tweede album The Fade in Time. Van dit album waren de vertolkingen van de bekende Bonny bunch of roses en Phoenix island ronduit oorstrelend. In het laatste nummer verscheen zowaar Georgia Ruth met haar harp op het toneel.

Oorspronkelijk komen de dames van Ialma uit Gallicië, maar ze wonen alweer vele jaren in de Belgische hoofdstad Brussel. Toch zakken de zangeressen onder leiding van Veronica Codesal regelmatig af naar dit noordelijke deel van Spanje om daar bij de oude bewoners liederen te verzamelen. Onder leiding van pianist/gitarist Pascal Chardome brengt de groep een mooi doorsnee van hun repertoire. Vocaal behoort Ialma in Gallicië misschien niet tot de absolute  top, maar door een uitgekiende choreografie valt er tijdens dit energieke concert  genoeg te genieten. Erg aardig was de vertolking van het oude succesnummer van The Bangles. In Walk like a Gallician hoorden we zelfs Codesal op de doedelzak.

Veel bezoekers waren gekomen voor de Engelse groep Steeleye Span, in de beginjaren zeventig een van de absolute topgroepen van de folk. Het zal ze niet zijn meegevallen. De band was nog bezig met de soundcheck, toen het publiek de aal al binnenstroomde. Resultaat was een niet erg evenwichtig geluid, met name de vocalen klonken blikkerig. Zangeres Maddy Prior is nog steeds de blikvanger van de band, maar kan niet verheulen dat haar stem minder wordt. Met name in het oude materiaal, zoals Blackleg miner, When I was on horseback en Saucy sailor had Prior het zwaar. Ook de hoge tonen in de coupletten van All around my hat, de grootste hit van de band, kon ze met moeite halen. Het nieuwe materiaal, vooral van het recente album Wintersmith,  is meer op haar huidige stemomvang geschreven, maar haalt weer niet de kwaliteit van het eerdere werk. En zo kwam het dat  bassist Rick Kemp zich in Rotterdam ontpopte als de beste zanger van het gezelschap. Al met al kun je je afvragen in hoeverre dit Steeleye Span nog relevant is.

Van de Ierse zangeres Méav en de mannen van Barrule van het eiland Manheb ik door overlappingen in het programma helaas niks gezien. Je moet in zo'n overvol programma nu eenmaal keuzes maken. Na afloop hoorde ik wel dat Barrule veel succes had.

Al met al kunnen we terugkijken op een mooie Celtic & Balfolk Night, met aantrekkelijke concerten en een uitstekend dansprogramma. Het is een prima streven om deze twee disciplines, concert en dans,  bij elkaar te brengen, maar de praktijk is weerbarstiger. Na binnenkomst splitsen de twee doelgroepen zich meteen en laten zich de gehele avond maar mondjesmaat mengen. Niet onoverkomelijk natuurlijk, maar voor beide partijen toch wel een beetje een gemiste kans.

De volgende Celtic & Balfolk Night staat gepland op zaterdag 20 februari 2016.