-door Assie Aukes-
Dranouter beleefde afgelopen weekend de 42ste editie van het festival dat ooit in 1975 begon in de achtertuin van café De Zon. Toen kwamen er een paar honderd nieuwsgierige streekgenoten eens kijken wat Alfred den Ouden en Kristien Dehollander te bieden hadden. Dit weekend waren er meer dan 45.000 bezoekers. Ik durf te wedden dat al deze bezoekers tevreden naar huis zijn gegaan, want zelden was het festival zo consistent als dit jaar.

Het weer werkte, na enige regendagen tijdens de opbouw, goed mee. Het terrein kende enige aanpassingen vergeleken met vorig jaar en het programma zag er zeer gevarieerd uit.
Voor de liefhebbers van de folk, toch de bakermat van het festival, waren er mooie concerten in de clubtent en in de kerk, na de try-out van vorig jaar nu een vaste waarde als podium. De veelal jeugdige West-Vlamingen kwamen goed aan hun trekken in de Kayam waar een keur van internationale - en Belgische (pop) artiesten geprogrammeerd stonden. Soms verbroederden de verschillende doelgroepen, zoals vrijdagavond met Arno Hintjes. In een bomvolle Kayam daverde zijn versie van Adamo's Les filles du bord de mer langs de flanken van de Kemmelberg. Of op zondagavond in de clubtent waar Guido Belcanto zich ontpopte tot de ongekroonde koning van de romantiek. Guido putte ruimschoots uit zijn oude repertoire wat met gejuich van jong en oud werd begroet. Titels als Jouw handen toveren vlammetjes op m'n vel, Plastic rozen verwelken niet, Op het zeildoek van de botsauto's, Na de dood keren we weer, clichématiger kan bijna niet, maar Belcanto windt zijn publiek als een ware charmeur om zijn vinger. een nieuw nummer was Haar vader zag me toch niet graag, een vertaling van Gerry Rafferty's Her father didn't like me anyway. Met gast-zangeres Little Kim besluit hij het concert met Ik ben niet de man die je zoekt. Met voorsprong het meest amusante concert van het weekend.

En toen kwam die frêle Franse zangeres nog. In de uitpuilende Kayam bracht ZAZ veel liedjes van het mooie album Paris en tegen het einde natuurlijk haar grote hit Je veux. Dranouter at uit haar hand en terecht. Een perfect optreden.

O'Hooley & Tidow mochten het festival als vervangers van Will Pound & Eddy Jay openen op vrijdagmiddag. Spoorslag uit het Franse St. Valery sur Somme gereden, want dit duo uit Engeland stond al lange tijd op mijn lijstje om op tijd in de kerk te zijn. Prachtige liederen van het nieuwe album Shadows was ons deel tijdens het eerste concert in de dorpskerk.

In de Clubtent speelde de Vlaamse band Wör met als invaller gitarist Maarten Decombel. De 18de eeuwse Vlaamse melodieën klonken soms alsof ze uit Scandinavië kwamen of uit de Balkan. Prima band, deze Wör.

De Groenlandse Nive Nielsen had pech, haar vliegtuig had vertraging in Stockholm. Ze kwam uren later dan gepland in Dranouter aan en kon maar een klein half uurtje spelen. Met tas en al kwam ze de bühne op stormen, maar echt inspirerend kon het natuurlijk niet meer worden. Jammer, want de muziek klonk in potentie veelbelovend. 

Heel België zong onlangs het wijsje "rakatung ketung ketuketuke tungtung" uit het lied Jungle drum van de IJslandse Emiliana Torrini. In Dranouter kon ze echter geen potten breken, haar liedjes waren te eenvormig en haar stem te beperkt.

Stemmen kwamen er niet aan te pas bij het concert van het Hongaarse Söndörgö. Virtuoos snarenwerk op tambura en gitaar in een moordend tempo. De bomvolle kerk werd compleet overdonderd. In mijn optiek dé revelatie van het festival. De volgende dag deed de groep het nog eens dunnetjes over op het hoofdpodium van de Kayam.

Het nieuwe album The Source van Afro Celt Sound System bekoorde me minder dan de voorgangers, maar live gaf de band een prima concert. Het blijft lastig om een goede fusie van Afro en Keltisch te creëren, maar Simon Emmerson en kompanen kwamen dicht in de buurt. Jammer dat het geluid in de Kayam zo loeihard stond, het vergalde een groot deel van het luisterplezier.

Ook bij Hayseed Dixie knalde het geluid uit de speakers, maar dit kon niet verheulen dat de Amerikaanse hillbilly's een even krachtig als humorvol concert gaven.

Zaterdagmiddag was hét moment voor bluesman Tiny Leg Tim. In een uitpuilende kerk gaf de Gentenaar een soort van thuisconcert, want oorspronkelijk komt hij van Westouter, een dorpje verderop. Grote stadsblues kun je zijn muziek het best opschrijven, Big City Blues was het hoogtepunt, I walked with the devil een mooie afsluiter in dit inspirerende kerkconcert.

Bij het Ierse Lynched vreesde ik het ergste toen ik de vier stoeltjes op het podium zag klaar staan. Weer een stel Ieren die routinematig hun jigs en reels kwamen afrafelen, leek het eventjes. Niets was echter minder waar. Lynched koos vooral voor meerstemmige liederen. Uilleann piper Ian Lynch is misschien niet de beste zanger, maar samen met concertina speelster Radie Peat klinkt de samenzang als een klok.  Met name de versie van Peat Bog Soldiers mocht er zijn.

Le vent du Nord kwam, zag en overwon. Ongetwijfeld het beste concert van het weekend. De unieke mix van Keltische, vooral Bretonse folk met die typische voetpercussie bracht het publiek tot ver in de Kayam tot extase.

Les frères Lemay komen, net als Le vent du Nord, ook uit het Canadeze Quebec, maar spelen wel een divisie lager. Het kwartet gaf echter een prima concert waar het speelplezier vanaf spatte, maar al met al duurde anderhalf uur net iets te lang om interessant te blijven. Niet iedereen zit te wachten om Hakuna Matata uit The Lion King mee te zingen...

Flanders Etno blijft elk jaar een feest om mee te maken. Tientallen jongeren uit alle windstreken van de wereld leren in een week tijd elkaars volksmuziek te spelen. Het resultaat is elk jaar even aandoenlijk als bijzonder.

Wim Claeys is de grote inspirator van Flanders Etno maar de voormalige voorman van Ambrozijn stond ook solo op het nieuwe podium van De Voute,. Hoewel, solo... Naast zijn vaste begeleiders had Claeys een stevige blazerssessie meegenomen om onder de noemer Een schuune bende zijn Gentse folksongs voor het voetlicht te brengen. Wim is bepaald geen geschoolde zanger, maar het zingen ging hem zeer behoorlijk af. Met een humorvol repertoire, gekoppeld aan straffe arrangementen, werd dit een erg leuk concert.

In de Clubtent hadden The Eskies toen al hun sporen achtergelaten. Een Ierse band die eens niet de inspiratie uit de Keltische muziek haalt, maar in de meer zuidelijke gypsy swing. Met een set vol puntige songs, een uitstekende zanger en dito mandolinespeler had deze band genoeg in huis om een uitstekend concert te geven.

De Engelse folkrockers van False Lights putten een paar uur later wel uit het gekende Engelse folkvaatje en stappen in de voetsporen van illustere voorgangers als Fairport Convention, The Albion Band en Oysterband. Dit resulteerde onder meer in een denderende versie van de traditional Skewball. Vocaal zit het wel snor bij False Lights. In The indian's petition klinken Sam Carter en Jim Moray als de jongere broertjes van The Everly Brothers. Helaas was dit concert geluidstechnisch net iets te hard om aangenaam te noemen.

Suzanne Vega is een artieste die ik graag op plaat mag horen. Live vind ik het een stuk minder interessant. Dit was twintig jaar geleden al toen ze voor het eerst Dranouter bezocht, en nu was het weer. Na zo'n twintig minuten dwalen mijn gedachten af. We hebben dan al de gouwe ouwe Marlene on the wall gehoord en Jacob and the angel, Fools complaint en Crack in the wall, drie nummers afkomstig van het album Tales from the realm of the queen of pentacles uit 2014. Daarna hield ik het voor gezien om me op te maken voor de optreden van Guido Belcanto en ZAZ.

Dranouter 2016 had veel kwaliteit te bieden dit jaar. Liefhebbers van pop en folk konden broederlijk naast elkaar aan hun trekken komen. Het kan dan ook haast niet anders dat iedere bezoeker tevreden naar huis kon gaan.