-door Mirjam Adriaans, foto's Ronald Rietman-
Aan de voet van het Atomium in het Groenpark te Brussel (B) wordt dit weekeinde voor de 31ste keer Brosella georganiseerd, een gratis festival met traditiegetrouw op zaterdag een folkprogramma. We zagen gisteren heel wat internationale topacts de revue passeren, zoals meesteraccordeonist Riccardo Tesi met zijn Banditaliana, spektakel van de Gaiteiros de Lisboa en een swingende afsluiter Bellowhead. Maar ook de hemelse stemmen van het Belgische Ishtar maakten indruk.

Een eerste prettige indruk was de verplaatsing van het tweede podium (de Club Stage) naar een eigen terrein met extra bar buiten de eet- en drinkgelegenheid. Dit betekent dat er meer ruimte is voor zowel het luisterend publiek bij het podium als voor degenen die rustig willen eten en drinken of even kletsen tussendoor. Griff mocht aftrappen en deed dat voor de gelegenheid met accordeonist Filippo Gambetta die vast groepslid Pascale Rubens verving. Zij is pas geleden moeder geworden en is heel gelukkig met haar kleine Louis, zo horen we uit de mond van Rémi Decker, die de doedelzak hanteert. De groep zet een mooi optreden neer, met heerlijke instrumentalen en enkele door Raphaël De Cock gevoelig gezongen stukken. Filippo Gambetta doet uiteraard ook wat van zijn eigen werk, naast de Griff-nummers waar hij meespeelt. Nog een fijne gewaarwording is dat ook het geluid op dit kleine podium een stuk verbeterd is vergeleken met vorig jaar. Het is nog niet helemaal perfect, maar gelukkig horen we geen luid gepiep meer.

filippo gambetta
Filippo Gambetta

Daarna is het de beurt aan Riccardo Tesi en Banditaliana op het hoofdpodium. Zij spelen een sterke set met bijvoorbeeld het titelnummer van zijn cd Lune, maar ook nieuw materiaal van het jongste album Crinali, hetgeen live heel wat minder carnavalesk en meer stuwend aandoet dan op de plaat. Ik zag ze een paar jaar geleden in de Paradox in Tilburg, toen maakte Tesi al indruk ondanks een fikse verkoudheid. Nu was het podium heel wat groter dan toen, maar dat deed niets af aan de heerlijke klanken van de accordeon-muziek van Tesi, met die lekker in het gehoor liggende stem van Maurizio Geri erbij die het geheel zo bijzonder maakt. De Italianen stoomden met een fijn tempo door hun optreden heen, met hier en daar wat ontspannen intermezzo's.

Image
Roccardo Tesi

De Breton Yann-Fañch Kemener heeft een prachtige stem, waarmee hij zowel verhalen vertelt als liederen vertolkt. Af en toe krijgt hij een groep mensen aan het dansen voor het podium, als er een an dro of hanter dro in de muziek zit. Hij wordt begeleid door een expressieve cellist, Aldo Ripoche. Na verloop van tijd wordt het enigszins monotoon, misschien is het, zoals ik een groepje Vlamingen hoorde zeggen 'een beetje te traditioneel'.

yann-fañch kemener
Yann-Fañch Kemener

aldo ripoche
Aldo Ripoche

Dat betekent dat ik maar even een hapje ga eten, en als ik daar nog mee bezig ben hoor ik engelenstemmen van het hoofdpodium komen, waar Ishtar gaat beginnen. Drie stemmen, die van Soetkin Baptist, Ann Vandaele en Els Vandaele, bepalen de klanken. Zij zingen allerlei liederen, meestal samen, soms apart van elkaar, in verschillende talen. De begeleiding is vrij uitgebreid, met o.a. violen, klarinet, hobo, gitaar, harmonium en percussie. Het is jammer dat ze er geen uitleg bij geven, het zou de nummers wat meer diepgang geven als je als luisteraar weet waar ze over gaan en waar ze vandaan komen. Ik hoor iets dat op Fins lijkt, en moet dan aan Värttinä denken, maar vervolgens komt er iets heel anders, uit Oost-Europa, of hoor ik dat verkeerd?

ishtar
Ann Vandaele, Soetkin Baptist en Els Vandaele

Heel anders is het gesteld met Dick Gaughan en Allan Taylor, twee singer-songwriters die samen spelen, en nogal eens hun gitaar moeten omstemmen. Dan wordt er verteld wie een nummer schreef, hoe jaloers Taylor was toen Gaughan een liedje van hem beter op plaat had gezet dan hij dat zelf had gedaan en hoe een liedje meer lagen kan krijgen als je weet dat de ruziemakende geliefden symbool staan voor de strijdende partijen in Noord-Ierland. Dit zijn twee oude rotten in het vak, die veel indruk maken met goed spel en mooie verhalende liedjes. Met name de wat rafelige Schotse stem van Gaughan klinkt wel heel lekker.

Image
Dick Gaughan

Voor het concert van de Gaiteiros de Lisboa zie ik een heel arsenaal aan instrumenten op het podium staan. Het is niet verwonderlijk dat de heren bij voorkeur in Portugal blijven als je ziet wat ze hebben meegenomen. Als typische Portugezen zijn ze geheel in het zwart gekleed, en hoewel een gaiteiro een doedelzakspeler is ligt de nadruk meer op het spektakel dat ze maken met hun drums. Opzwepend getrommel voert de boventoon, met begeleiding van schelphoorn, fluiten, doedelzakken, blazers, en een rij pvc-buizen, die bewerkt worden met badslippers.

gaiteros de lisboa
Gaiteros de Lisboa

En of dat nog niet genoeg is wordt er ook bij gezongen, prachtige polyfone zang, zoals in het ritmische aftelliedje Trângulo Mângulo of het wat meer melodieuze As Freiras De Santa Clara, allebei over nonnen. Traditionele liedjes worden afgewisseld met zelfgeschreven werk, en je komt ogen en oren tekort om dit helemaal op te nemen. Carlos Guerreiro, een van de  zangers en fluitisten, heeft ooit gezegd: Alles wat een ongewoon geluid heeft is interessant, het moet alleen wel akoestisch zijn. Zo maakte hij de Chalumeau Barítono, het klinkt als een sax, heeft een soort vierkante knik en is volgens de beschrijving op internet een soort plastic klarinet met metalen knoppen. Ook de Gaiteiros kondigen weinig aan, buiten het gegeven dat ze Portugese traditionele muziek brengen, maar hun spel is zelfs zonder uitleg zo sprekend dat het blijft boeien.

Hoewel de muzikaliteit van de familie De Cauter terecht geroemd wordt, kon de flamenco van telg Myrddin met zijn Compadres me niet echt boeien. Goed gespeeld, uiteraard, maar ik hoor liever andere Spaanse muziek. En dus liet ik dit over me heen komen, in afwachting van afsluiter Bellowhead. Dit is het brass-project van John Spiers en Jon Boden, nog jonge muzikanten die de Engelse folk nieuw leven inblazen met hun eigen interpretatie van oud materiaal. Jon Boden heeft een expressieve stem, die je meteen meesleept. De swingende muziek krijgt al snel heel wat voetjes van de vloer, stilstaan (of zitten) is vrijwel onmogelijk op de aanstekelijke klanken van de blazers. Dat de drums nogal doorklinken in het geluid neem je maar voor lief.

jon boden
Jon Boden

Er worden heel wat stukken gespeeld van de cd Burlesque, met lekkere uitvoeringen van Flash Company, waarbij Boden het publiek laat denken dat hij begint aan een stripact, al ontdoet hij zich slechts van zijn jasje. London Town, Jordan en Fire Marengo blijken goede meezingers, en ja, we horen in die laatste toch duidelijk van die jaren zeventig disco. In de Bellowhead-uitvoering klinkt dat zelfs nog goed ook. In de toegift spelen ze de Sloe Gin Set, en hoewel de toeschouwers nog minutenlang blijven roepen om meer is dat echt het einde van het optreden en van het folkprogramma van het festival.

Al met al vond ik Brosella dit jaar heel wat sterker dan de voorgaande editie, waarbij nog wel het dertigjarig jubileum werd gevierd. De ietwat gewijzigde opzet kwam het festival zeker ten goede, en het mooie weer deed het publiek massaal toestromen. Ook bij de kinderactiviteiten was het lekker druk. Er is bovendien oog voor de medemens die het minder goed heeft, in het park was nog de tentoonstelling Duizend Rozen te zien, een project voor vrede.

1000 rozen
1000 rozen

Er was volop keus aan (biologisch) eten en drinken, met broodjes en warme maaltijden maar ook een frietkot en in Brussel mag natuurlijk geen kriek ontbreken, dus ook kersen en het gelijknamige bier zaten in het assortiment. Muzikaal gezien was het slechts een kwestie van smaak welke artiest het hoogtepunt van de dag vormde, want kwaliteit hadden ze allemaal in huis.