-door Assie Aukes-
De festivalorganisatie mag blij zijn dat ze vorig jaar de festivalweide heeft verplaatst. Op de plaats waar het festival 30 jaar doorgang vond, stond anderhalve week geleden een meer van water. Van een opbouw voor een festival zou geen sprake geweest kunnen zijn. Het huidige terrein lag er echter uitstekend bij, de knelpunten van vorig jaar waren gladgestreken, het beloofde een mooi zonnig weekend te worden en daarom kon Dranouter al op vrijdagavond een dikke eenentwintigduizend bezoekers ontvangen, een dikke tweeduizend meer dan vorig jaar.

De namen van de podiumtenten zijn wat veranderd. De clubtent heet nu exotisch de Flamundo, maar de banken zijn gelukkig gebleven. In die tent pikten we op vrijdagavond nog net een staartje van de Franse artiest KWAL mee. Niet een naam om van te smullen, maar het leek een alleraardigst concert te zijn geweest. Het beetje wat ik hoorde deed me denken aan het optreden van de Franse groep Manau enige jaren geleden

Kadril speelde vrij vroeg in de Kayam, maar kon al op een behoorlijk gevulde tent rekenen.  Het was voor mij de eerste keer dat ik zangeres Mariken Boussemaere alleen met de mannen zag optreden. Kadril speelde veel werk uit haar nieuwste programma Mariage en begon met een Nederlandse versie van het Gabriel Yacoub-nummer Beauté. Helaas was de tekst niet te verstaan, want de klank was niet optimaal. Ook nieuw was het nummer Venus, geschreven en gezongen door Harlind Libbrecht. Uit een ver verleden komt Lief Betje, in Nederland beter bekend als De Groenenlandstraatjes, een mooi duet tussen Mariken en Harlind. De leerlingen van de volksmuziekschool van Dranouter en St. Niklaas kwamen met hun doedelzakken de groep versterken en even leek de Nekkanacht zich te herhalen. Kadril wist het optreden overtuigend af te ronden met een aantal oude bekenden, waaronder Louise en Entre la sachose. Mariken rockt meer dan haar voorgangster Eva De Roovere, maar gelukkig is er binnen de groep nog steeds plaats voor ingetogenheid en intimiteit.

Het was al weer een aantal jaren geleden dat Altan op Dranouter stond. Deze Ierse topgroep kwam in de meest uitgebreide samenstelling en dit betekende vuurwerk voor de liefhebbers van de Ierse muziek. Instrumentaal is Altan nog steeds een van de beste bands van het  Eiland en die reputatie maakten ze zeker waar in Dranouter. Violiste Mairéad Ní Mhaonaigh is tevens een van de betere zangeressen binnen de Ierse traditionele scène maar zingt wel heel triestige liederen.

Door een wijziging in het programma misten we het optreden van Tunng in de Flamundo. In plaats van deze Britten trad Jaune Toujours op. Niks mis mee, maar de urban-folk van deze Brusselaren hebben we twee weken geleden al gesmaakt, al klonk de band met de extra trompettist nog steviger dan twee weken geleden in Alkmaar. De grootste verrassing van de vrijdagavond vond plaats in de Palace waar tegen negenen een vijftal jongeren uit het naburige Rijsel (Lille) op het podium verschenen, of liever gezegd voor het podium het concert begonnen. Het Franse MAP (Ministère des Affaires Populaires) bracht een frisse mix van Noord-Afrikaanse rai, Franse musette en onvervalste hiphop die zeer aanstekelijk werkte bij het, helaas niet in groten getale, aanwezige publiek. In grote lijnen put de eveneens Franse groep Les Boukakes uit dezelfde mix van stijlen als voorgenoemde MAP, maar heeft deze stevige band de hiphop ingeruild voor onvervalste rock. Daardoor klinkt deze groep, hoewel aanstekelijk, wel een stuk conventioneler dan de ongecompliceerde jeugdige hiphoppers uit Rijsel. Het volume was in beide gevallen echter voor mij te hoog om er helemaal van te kunnen genieten.

De zaterdag begon met de hommage aan Dirk van Esbroeck, een eerbetoon een artiest van dit kaliber waardig. Van zijn oude Rumcompanen waren daar Wiet van de Leest, Paul Rans en Juan Masondo. De laatste leek oud geworden te zijn, maar zijn stem klonk nog steeds doorleefd. Een groot deel van de vocalen werd door Wigbert verzorgd en het leek net of diens stem zich gaandeweg het concert naar die van Van Esbroeck plooide. Jan Desmet van De Nieuwe Snaar zong een lied dat hij ooit voor Dirk had gemaakt voor zijn vijftigste verjaardag. Instrumentaal was er een hoofdrol voor Christel Borghlevens. Zelden zal haar klarinet weemoediger geklonken hebben. Het massaal gezongen De Moorsoldaten besloot dit eerbetoon op memorabele wijze. Het lied van Dirk van Esbroeck dat vanaf de band het concert afsloot was uit zijn leven gegrepen en deed menigeen een traantje wegpinken. Een toegift was na een dergelijk statement dan ook niet meer nodig.

De twee Argentijnse artiesten Lerner & Moguilevsky brachten hun versie van de klezmer op geheel eigen wijze. Niet de feestmuziek, wat Klezmer heel goed kan zijn, staat centraal. Het duo combineert met andere muzieksoorten als klassiek, tango en jazz op zeer virtuoze wijze. Vooral op klarinet en piano bleken het ware meesters, maar ook op andere instrumenten als fluit en accordeon kon het duo prima uit de voeten.

Ambrozijn bestaat tien jaar en had voor het verjaardagsfeestje een aantal gasten meegenomen. Geen kwaad woord over de gasten, Vera Coomans en Soetkin Collier, maar het trio is in de loop der jaren zo sterk geworden en zo op elkaar ingespeeld dat het moeilijk is daar nog tussen te komen. Vera Coomans zong Waltzing for dreamer weer mooi ingetogen en Soetkin Collier zong op prachtige wijze Schoon lief een van de liederen uit het prille begin.

Spektakel was er weer in de Palace, de tent die meer en meer een volwaardige podiumfunctie krijgt. Stefan Hantel, beter bekend als DJ Shantel, was met zijn Bucovina Club Orkestar neergestreken en dat betekende van begin tot einde feest. De man die voor een belangrijk deel verantwoordelijk is voor de Balkan Beat-explosie ontpopte zich tot een uitstekende frontman, maar had dan ook de steun van een stelletje doorgewinterde muzikanten die van doordenderen weet. Tussendoor heb ik even een blik geworpen in de Flamundo waar de Ierse violiste Zoe Conway optrad. Zij speelde zich in de kijker als violiste bij Riverdance en dat is niet voor niets. Technisch was deze frêle Ierse zeer onderlegd. Het was te horen dat zij ook een klassieke opleiding genoten heeft, zoals deed blijken uit Dance Espagnola. De jigs en reels gingen haar vlot af, maar na een half uurtje lokte Shantel en zijn vrienden weer.

Sinéad O'Connor is, zoals bekend, geen gemakkelijk mens. Dat bleek ook op Dranouter. Er leken nogal wat problemen met het geluid te zijn. Ze liep dan ook zichtbaar ongemakkelijk rond op het podium, het publiek geen blik waardig tonend. Pas tegen het einde, toen het publiek massaal Nothing compared to U meezong, brak er eindelijk een glimlach door. Ik ken de liederen van O'Connor niet bij naam, herkende wel een aantal oude bekenden, maar kan niet zeggen of ze nu veel van haar nieuwe album Theology gezongen heeft. Rivers of Babylon kwam wel voorbij, maar ik weet niet of dat nummer, ooit opgenomen door Linda Ronstadt (1976) en Boney M (1978), op het genoemde album te vinden is. O'Connor laat gemengde gevoelens achter. Haar optreden klonk, met name in het solo gedeelte niet sterk en over de gehele linie kwam ze mij niet bijster geïnspireerd over. Daar tegenover staat het feit dat ze een aantal geweldige liederen heeft geschreven.

Zondagmiddag stond er voor het eerst een Friese artiest op het podium van Dranouter en Nynke Laverman kreeg een warm onthaal van het Belgische publiek.. De tijd dat ze alleen de Friese Fado bezong is voorbij. In haar sterke optreden putte ze tevens uit andere, meest Zuid-Amerikaanse en Mexicaanse tradities. Nynke Laverman is uitgegroeid tot een boeiende podiumpersoonlijkheid met een prachtige stem, intonatie en voordracht. Haar stem leek wat hees maar kreeg daardoor juist een lekker rauw randje en het publiek in een redelijk gevulde Flamundo was getuige van een ijzersterk optreden.

Het meeste publiek maakte zich ondertussen klaar voor een van de succesverhalen uit de Belgische muziekscene. Yevgueni stond twee jaar geleden met veel succes in de clubtent van Dranouter, maar is de afgelopen twee jaar zo hard doorgegroeid dat dit jaar een plek op het hoofdpodium alleszins gerechtvaardigd was. De Kayam was dan ook bomvol toen de eerste tonen van Tita Tovenaar klonken. Yevgueni speelde veel werk van de nieuwe cd maar besloot tot groot genoegen van het publiek met ‘klassiekers' als Kannibaal en Mama ik wil pappa.      

Engelse traditionele muziek kregen we voorgeschoteld door Rachel Unthank & The Winterset. De typische Britse humor van de pianiste leverde menige lachsaldo op. Naast traditionele liederen brachten het kwartet ook eigen liederen. De meeste liederen kabbelden rustig voort, de zang was niet altijd even sterk, maar de groep is ontegenzeggelijk humoristisch en innemend. The Levellers maakte zich op om Dranouter voor de derde of vierde keer te veroveren en dat deden de voormalige straatmuzikanten met verve. Misschien is de band over zijn hoogtepunt heen maar in Dranouter bewees The Levellers nog steeds een ijzersterke podiumband te zijn. Met The devil went down to Georgia in de toegift ontplofte het enthousiaste publiek voor de zoveelste keer. Zelden zal deze klassieker van The Charlie Daniels Band een energieker versie gekregen hebben.

Het Scandinavische Valravn sloot het programma zondagavond af in de Flamundo. Met Anna Katrin Egilstǿd heeft deze van oorsprong Deense groep een zangeres van formaat in huis. De elektronica kwam wat knullig uit een laptopje op het podium en de draailierspeler was ook niet helemaal in topvorm, maar dat geeft helemaal niks wanneer je zo'n expressieve zangeres naast je hebt staan. In haar doen en laten en in sommige nummers haar klankkleur deed ze mij sterk denken aan de Nederlandse zangeres Roos Rebergen (van Roosbeef dus). Een mooi concert om het festival mee af te sluiten. Een festival waarin opviel dat het Boombal-gebeuren zich beperkte tot de zaterdag- en zondagmiddag, de nieuwe tent De Kring een leuke aanwinst is, maar met zoveel volk  was het daar moeilijk binnenkomen.

Dranouter kan terugkijken op een succesvolle 33ste editie met 77.000 bezoekers. Dat zijn er ruim 5000 meer dan vorig jaar. Het mooie weer zal daar voor een deel debet aan zijn geweest, hoewel er voor de jonge Vlaamse festivalbezoekers genoeg te beleven was. Voor mijn gevoel voerden de Belgische (pop)toppers dit jaar echter iets teveel de boventoon. Volgend jaar weer wat meer internationale grote namen zou welkom zijn.