Folkmuzikant en historicus Peer van de Burgh erfde van zijn vader, een marine-officier, belangstelling voor schepen en de zee en verschillende nautische voorwerpen. Daarmee maakte hij de voorstelling De Scheepskist van Peer, voor kinderen uit groep 4 t/m 7. Belangstellenden kunnen hem boeken.

Peer van de Burgh stuurt ons de volgende uitgebreide info over deze mini-schoolvoorstelling voor maximaal 60 leerlingen uit groep 4 t/m 7:

Even Voorstellen...
Ik heet Peer van der Burgh (geboren in 1953) en ik ben muzikant en historicus.
Als zoon van een marine-officier erfde ik, naast een grote belangstelling voor schepen en de zee, een aantal nautische kledingstukken, boeken, instrumenten en andere zaken. Tijdens mijn studie geschiedenis in Leiden verdiende ik de kost als muzikant in verschillende folkgroepen. Er werd veel Ierse en Schotse muziek gespeeld, maar ook allerlei Amerikaanse folkstijlen, zoals Blues, Cajun, Bluegrass en Oldtime-muziek, en daarnaast ook Nederlands repertoire. In 1980 richtte ik, samen met  Bert Aalbers en Jos Koning de groep Windkracht Acht op. Vijftien jaar lang reisden wij stad en land af om schoolconcerten te verzorgen met zeemansmuziek uit de tijd van de zeilvaart, gelardeerd met sterke, maar toch authentieke verhalen. De zee als thema bleek een prima kapstok om, naast zeemansliederen, ook volksmuziek uit alle windstreken te presenteren. Door de jaren heen ben ik in muzikaal opzicht steeds internationaler geworden.
Momenteel zing ik in meer dan tien talen, met onder meer Frans, Grieks en Spaans repertoire. U kunt een en ander horen op mijn website: www.accordeonist-peer.nl.
In mijn schoolvoorstelling probeer ik ook hier iets van mee te nemen.

Programma
Straatmuzikant Peer heeft een scheepskist geërfd van zijn voorvader Peer de Schuimer. Deze voer als kapitein op de koopvaardij in de negentiende eeuw.
De kist bevat allerlei kostbaarheden, zoals een verrekijker, een sextant, jas en pet van de kapitein, maar, nog belangrijker, oude muziekinstrumenten uit die tijd, en een scheepsjournaal uit 1860. Hierin wordt de reis beschreven van de Klipper "Vriendschap" van Maassluis via Bretagne, Engeland, Ierland en New York naar Batavia, waar het Journaal eindigt. Een gewoon scheepsjournaal is meestal een dorre opsomming van weersomstandigheden, stromingen, belading, personeelszaken en financiën, maar Peer de Schuimer heeft nog veel meer opgetekend in zijn Journaal: grappige anekdotes, spannende gebeurtenissen, en de vele bijzondere types die zijn bemanning vormden: een Ier die wel van een glaasje houdt, een Griek die verteerd wordt door heimwee, een romantische Breton, en ranzige Ruben Ranzo. Met dit logboek in de hand neemt Peer de kinderen mee op een spannende reis vol avonturen, naar Bretagne, Engeland, Amerika, en dan rond Kaap de Goede Hoop naar Batavia. We maken kennis met het zeemansleven, met de kleurrijke bemanning, hun muziek en hun gebruiken, en zingen met zijn allen werkliederen (shanties). Als er tijd voor is vormen wij aan het eind samen een foo-foo-band (scheepsorkestje).

Repertoire
De Vriendschap  (The Dreadnought)
Shanty voor de Ankerspil
Mooie Heleen (Le Pont de Morlaix)
Zwoegen & Zweten  (Paddy Lay Back)
Ierse Hornpipe en Jig
Balen  (Roll the Cotton Down)
Mooi Thessaloniki  (Omorfi Thessaloniki)
Ruben Ranzo
De Meermin  (The Mermaid)
De Bounty (Bounty was a Packetship)
Tabeh Batavia

1860: Historische achtergrond in het kort
Het fragment uit het scheepsjournaal speelt zich af in het jaar 1860. Nederland is in deze periode aan het opkrabbelen na een lange periode van armoede. Hier en daar is er al sprake van wat industrialisatie, maar Nederland is vooral een handelsnatie, mede dankzij de lucratieve kolonieën. De Nederlandse Handel Maatschappij en het Cultuurstelsel brengen hier nieuwe rijkdom,  maar helaas vaak ten koste van de inlandse bevolking van Nederlands-Indië. In de scheepvaart zien we de zeilvaart geleidelijk verdwijnen. Steeds meer schepen gaan over op stoom, meestal gecombineerd met zeil. In dit verhaal is gekozen voor een klipper, een zeilschip dus. Klippers waren destijds van alle zeilschepen verreweg het mooist en technisch  het meest  geavanceerd, en zeelui waren trots erop te varen. Matrozen hadden in die tijd een lage status. Aan boord waren zij totaal overgeleverd aan hun meerderen. Ongehoorzaamheid werd zwaar bestraft.
Aan wal werden de ruwe zeelui meestal met de nek aangekeken of met enige angst ontlopen. Het was ook wel zo dat matrozen aan land zich vaak te buiten gingen aan drank en  vrouwen, wat door de brave burgers natuurlijk niet altijd werd gewaardeerd. Toch waren  echte zeelui met hart voor hun beroep geweldige vakmensen, die allerlei vaardigheden beheersten. Zware arbeid, zoals het hijsen van de zeilen, het hieuwen van het anker of het pompen, werd vaak begeleid door shanties (ritmische werkliederen) om de gang erin te houden. Een goede shantyman (voorzanger) was dan ook goud waard, en kon zeker op extra betaling of  borrel rekenen. In hun vrije tijd zongen de zeelui ook graag liederen (in het Engels: forebitters), vaak begeleid op viool, trekharmonica of concertina.  Onderwerp van deze liederen was natuurlijk alles waar het zeemanshart naar uitging: verlangen naar de wal (en de dames aldaar), drank, zeemansleed, etc.  Ook legendarische zeelui, piraten, zeeslagen en dergelijke werden bezongen. Het programma bestaat uit authentieke zeemansliederen uit die tijd, waarin een aantal van deze thema's  aan bod komen. Omdat de meeste uit het Engels komen zijn ze vertaald, waarbij zo weinig mogelijk is afgeweken van de originele tekst. De refreinen zijn eenvoudig gehouden en kunnen gemakkelijk worden meegezongen.

Voorbereiding
Deze voorstelling kan ook zonder voorbereiding, maar het is natuurlijk een verrijking als de leerlingen al het een en ander weten van het zeemansleven en een paar refreinen kennen. Ruimte voor improvisatie is er ook, dus als de kinderen zelf een lied willen zingen  (Dronken Zeeman bijvoorbeeld) , dan kan dat altijd! De refreinen in het programma zijn simpel gehouden, zodat we ze ter plekke, tijdens de voorstelling, kunnen instuderen. Op aanvraag kan ik deze eventueel toezenden.

Opstelling
Het liefst speel ik gewoon in het klaslokaal, met een maximum van 50 kinderen. Een kleinere gemeenschappelijke ruimte kan ook. In dat geval kunnen de leerlingen op banken zitten, ruwweg zoals op de plattegrond hieronder.  Een wereldkaart is handig, maar niet per se noodzakelijk.  Een beetje sfeer in de ruimte (visnetten, reddingsboeien, vlaggetjes  en andere nautische spullen) kan ook helpen. Ik speel echter liever NIET in GYMZALEN!

Muziekinstrumenten
Zeelui hadden aan boord weinig ruimte, en namen alleen kleine instrumenten mee. Naast de viool (fiddle, fiedel) werden in de 19e eeuw de accordeon (trekharmonica) en de concertina populair. Soms speelden matrozen op geïmproviseerde muziekinstrumenten, zoals potten en pannen, eetlepels, kazoo en dergelijke. Een scheepsorkestje met dergelijke instrumenten werd wel aangeduid als een foo foo band.

Boekingen
Voor boekingen kunt u mij rechtstreeks bellen: 071-5323192  /  06-53139135.