Gerry De Mol (Oblomow, Kleine Blote Liedjes) brengt het boek 'Het draagbare paradijs' uit waarin hij praat met negen zangeressen die van her en der in de wereld in België terecht kwamen. Het boek bevat ook een cd, met hun favoriete liedjes, opgenomen in de huiskamer na het interview met Gerry De Mol aan gitaren en andere snaren.

De negen zangeressen van diverse origine vertellen hun levensverhaal, over weggaan, vluchten, weg moeten en weg willen.De Mol vraagt hen ondermeer waar het paradijs ligt. Voor velen van hen ligt dat paradijs op het podium. De in 2007 plots overleden fotograaf Patrick de Spiegelaere maakte voor het boek portretten van deze negen dames.

De negen wereldzangeressen zijn Chantal Taliké Gellé (Madagaskar), Marléne Dorcena (Haiti), Minyeshu Kifle Tedla (Ethiopië), Cécile Kayirebwa (Rwanda), Laila Amezian (Marokko/België), Beverly Jo Scott (VS), Mieke Delanghe (België), Naira Mnoian (Armenië) en Ghalia Benali (Tunesië).

Gerry De Mol, die al jaren zijn eigen versie van wereldmuziek maakt, is van origine muziekjournalist en schreef ondermeer voor De Morgen, De Tijd en Knack.

Rond de presentatie van het boek tourt er een multimediale voorstelling langs eenkele Vlaamse podia, waarbij De Mol zich omringt met Oblomow en enkele van de geïnterviewde zangeressen. Oblomow treedt aan in de volgende samenstelling: Gerry De Mol (gitaren en andere snaren), Lode Vercampt (cello), Didier François (nyckelharpa), Frédéric Malempré (percussie), Jan Cordemans (bas). Er zijn in april en mei ondermeer concerten in Turnhout, Genk en Bierbeek.