Het grote Wouter Vandenabeele interview

DEEL 2
Gisteren publiceerden wij deel 1 over zijn internationale werk. In deel 2 blijven we vandaag dichter bij huis.

Wouter Vandenabeele gelooft niet in muzikale politieke pamfletten

“Ik denk dat ontroering mensen verder brengt dan twintig slogans”

In zijn jonge jaren luisterde Wouter Vandenabeele nooit naar popmuziek. Hij speelde viool. Toen hij bij een vriend The Pogues hoorde keek hij op. 'Ik had nog nooit zoiets gehoord. Dat zoiets kon met een viool. Dat vond ik straf' zegt hij daarover.

In het Gentse studentenleven speelt een kroeg als D'n Hemel een belangrijke rol. Daar leert Vandenabeelede zijn muzikale maten kennen. Daar jamden ze tot diep in de nacht. Daar werden ze vrienden. Daar ontstonden de eerste bandjes van wat de nieuwe Vlaamse folkrevival zou worden. Het is ook de bakermat van Ambrozijn, de groep waarin Wouter Vandenabeele zich snel ontwikkelde. Samen met Laïs groeide Ambrozijn uit tot het boegbeeld van de revival.

Toen een vriend een jaar of zeven geleden 'n middeleeuwse fuif gaf leek het Wouter en andere vrienden leuk om wat liedjes in die stijl te spelen. Tom Theuns speelde sitar, Dirk Moelants viola de gamba en Wouter zelf de vedel. Er klonken inmprovisaties op enkele oude Vlaamse en Italiaanse thema's. Het had een heel speciale klank.

Wat op dat feest als een grap begon, groeide uit tot een heuse groep. Drijvende kracht was Vandenabeele. Onder al zijn muzikale vrienden ronselde hij vogels van verschillend pluimage. Ze kwamen evengoed uit folkbands als uit de jazz of klassieke muziek. Samen stonden ze kort daarna als Olla Vogala in een try-out op de Gentse Feesten van 1997.

Eerst met 'n man of vijfenwtintig. Tegenwoordig is de groep ingedikt tot veertien muzikanten. In een interview met free-lance journalist Dieter van den Bergh zei Vandenabeele daarover:
"Vroeger liet iedereen zich op het podium helemaal gaan. Het was een maf en megalomaan experiment. Nu is er meer structuur, het is overzichtelijker en er wordt nu echt gecomponeerd. De muzikanten zijn straffer, we hebben voor elk genre wel een specialist".
En: "We worden in Nederland vaak geafficheerd als 'Vlaamse folk.' Jammer, folk is maar een onderdeeltje. We maken Olla Vogala-muziek. Wereldmuziek van hier, België anno nu."

Vandenabeele heeft een mooi stel muzikanten om zich heen verzameld. Uitstekende strijkers, diverse koperblazers plus onder andere accordeontalent Anne Niepold, de Arabische zanger Djamel, en de Vlaamse zanger Ludo Vandeau, met wie hij ook jarenlang in Ambrozijn samen optrok. Vandeau verliet eind vorig jaar Ambrozijn. Hij stortte zich meer die andere groep die hem zo lief is: Bodixchel, maar voor Olla Vogala is hij nog altijd beschikbaar.

Een van de belangrijke redenen voor de split van Ambrozijn was dat de muzikanten 'na vier cd's en vele optredens wederzijds enige muzikale slijtage voelden', zoals accordeonist Wim Claeys het uitdrukte, of in de woorden van Ludo Vandeau: 'We voelden al langer dat het tijd was voor nieuwe dingen. We vallen liever niet in herhaling'.
Als er iemand een hekel heeft aan een ingekakte band , is het Wouter Vandenabeele wel. Hij zegt niet voor niks: “Ik kan niet tegen sleur, iets dat werkt blijven herhalen is mijn ding niet”. En: Ik kan niet stilzitten, ik heb het geluk van met toffe muzikanten samen te werken zoals Tom Theuns, Marachi Abdullah, de olla's,... Het stimuleert voortdurend, wanneer iets altijd hetzelfde is begint het snel te vervelen".

Als je Olla Vogala bezig ziet, dan is daar de verveling nog lang niet toegeslagen. Aanstekelijk is het enthousiasme waarmee deze veertien mensen musiceren en met elkaar omgaan. Binnen de arrangementen van Vandenabeele zit steeds ruimte voor eigen inbreng van de anderen. Het lijkt een hecht clubje. In het Vlaamse blad 'De Tijd' vertelt Vandenabeele dat door die gezamenlijke reizen afgelopen jaar naar landen als Griekenland, Hong Kong, Senegal en Zuid-Afrika een sterk groepsgevoel is ontstaan in de band.

Vera van het bureau Kultoer dat Olla Vogala in Nederland promoot, roemt Vandenabeele juist vanwege het feit dat hij zo'n grote groep bij elkaar kan houden. "Dat is een ingewikkeld proces. Al die muzikanten spelen in tal van andere groepen. Leg al die agenda's maar eens naast elkaar. Ze trekken ook nog eens samen naar het buitenland. Naast ongekende muzikale kwaliteiten moet Wouter dan ook over een sterk bindend vermogen beschikken", aldus Vera.

Voor dit artikel vraag ik aan Vandenabeele wat de toekomst is van Olla Vogala. Want de rol van Olla Vogala lijkt me nog lang niet uitgespeeld. Er zijn veel ideeën voor de toekomst. Zo noemt hij plannen voor een trip naar Brazilië, 'Think of One achterna', grapte hij. Zuid Afrika is in beeld, voor een samenwerkingsproject met zwarten in Soweto. Olla Vogala krijgt in het buitenland enorm veel waardering. Hoe is dat eigenlijk in eigen land, vraag ik hem.

"Dat valt wel mee, het blijft een alternatief genre maar er zijn hier toch veel mogelijkheden en we krijgen zeer goede recensies. We leven ergens toch in een paradijs qua concerten en projecten. Brussel is ook een stad waar veel culturen en muzikanten passeren..."

In Olla Vogala bestrijk je een breed muzikaal terrein. Met een Algerijnse zanger en een Marokkaanse percussionist kent jouw muziek ook een fikse arabische invloed. Heeft jouw aanpak met Olla Vogala iets van doen met migranten in België? Met hun muziek?. Of speelt daarbij ook een idealistisch motief mee in de zin van een vuist maken tegen Vlaams Blok-gedachten?

"Ik vind politiek belangrijk! Ik heb daar wel een idee over wat die
partijen betreft maar muziek moet op zichzelf staan. Ik geloof niet in muzikale politieke pamfletten. Muziek is iets heiligs dat zijn eigen wetmatigheden heeft en boven al die 'zever' staat. Ik probeer met muzikanten goede muziek te maken, of dat nu Senegalezen, Italianen of Westvlamingen zijn. Indien ze ons vragen voor een benefiet voor vluchtelingen, armoede of tegen racisme bijvoorbeeld, dan zal ik dat onmiddellijk toezeggen. Maar de muziek 'op zich' zal daar los van staan. Ik denk dat de ontroering mensen verder zal brengen dan 20 slogans".

Je speelt in nogal wat samenstellingen. Komt er een op de eerste plaats? Waar Olla Vogala meer jouw kindje is, geldt dan dat Ambrozijn meer dat van Tom Theuns is?
"Ik weet het niet, je kan ook niet tussen je verschillende kinderen kiezen... Ambrozijn is een toffe live groep, Olla Vogala is een ander genre: compositie, arrangeren, reizen…"

Voel jij je meer arrangeur/componist dan violist?
"Allemaal, dat wisselt, maar als ik teveel arrangeer mis ik 'viool spelen' en omgekeerd, toch blijft een goede swingende melodie spelen een van mijn favorieten".

Ik zie je tegenwoordig ook als begeleider bij Laïs. Je hebt daar kennelijk ook nog tijd voor?

"Laïs kwam heel onverwacht maar ik was blij dat ze me vroegen. Het is een heel toffe groep. En het was lang geleden dat ik nog eens met bas en drum speelde. Het zijn fantastische muzikanten, Didier Laloi, Frits, Marc Bonne, Mirko... We mogen toch een beetje trots op Laïs zijn, ze hebben hier veel mogelijk gemaakt. Live staat het als een huis. Misschien komt er in 2005 een tof project met Laïs in Mongolië!"

Het lijkt zo snel te zijn gegaan. Van de reels & jigs in het Gentse café Den Hemel tot het Manos Hadzidakis-project in het Melina Mercouri Theater in Athene voor 5000 enthousiaste Grieken? Ervaar je het zelf ook als snel, of is het meer een logische ontwikkeling?

“Ik denk het: de sessies vroeger waren mijn basis, mijn school, maar ik wou er iets mee doen, die ervaring delen met jazz muzikanten etcetera. Ik zat laatst toch weer reels te jammen in een ander Gents café. Muziek blijft muziek, en de energie van het ene voedt het andere. Ik moet soms terug denken aan die fantastische muzikanten van weleer in Den Hemel die nu verdwenen zijn, ik hoop ze ooit nog eens terug te vinden want zij hebben me veel geleerd.”…