,,Drinken in concertzaal moet weer kunnen''

Een nieuwe concerthal moet monumentaal en spraakmakend zijn, maar toch geschikt voor alle soorten muziekliefhebbers. Ze moet een optimale klankervaring bieden, maar ook extreme flexibiliteit. Overal ter wereld worstelen opdrachtgevers met dezelfde dilemma's. Op een congres in Luzern over ,,Art spaces'' - een initiatief van de International Society for the Performing Arts Foundation. www.ispa.org - spreken deskundigen van over de hele wereld over de planning en de bouw van concertzalen. Geert Van der Speeten van de Standaard schreef erover. Hier enkele citaten:

…Die nieuwe kolossen rijzen niet vanzelf uit de grond. Overal hoor je een verhaal dat we zonder moeite kunnen toepassen op het Gentse gevecht van Gerard Mortier. Het gaat als volgt. Een lokale doorzetter of artistieke goeroe heeft een idee, en slaagt erin om de overheid ermee te besmetten. Dan gaan er tien tot vijftien jaar over voor er een consensus groeit. De strategie wordt stap voor stap omgezet in een scenario: haalbaarheidsstudies, fondsenwerving, architectuurwedstrijd en akoestische studies spelen haasje-over met politieke beslissingen op het cruciale moment.
Soms speelt een referendum mee, en in werkelijk alle gevallen betekent investeren in het gebouw ook investeren in prestige….

…Anthony Sargent, de directeur van het imposante Music Centre Gateshead dat volgend jaar in de herfst opengaat, ziet een toenemende professionalisering in de planning. ,,Concertzalen worden op een uitgekiende manier voorbereid en bijna bedrijfsmatig gerund'', zegt hij. ,,Dat was vijftig jaar geleden een uitzondering. Opdrachtgevers zijn sterk betrokken bij hun project. Ze hebben heldere ideeën. Aan tafel zitten naast de architect ook andere spelers: het akoestisch bureau, de financiële expert en de theatre consultant, die de functionaliteit van de zaal in de gaten houdt. Uitschuivers zijn dus zeldzaam, zelfs al wordt er met geld van de Nationale Loterij gegooid, zoals in Groot-Brittannië.''…

… Mortier hield de openingsspeech, waarin hij op een hoogst verwarde manier zijn concept van de chaotic space uit de doeken deed. Met de andere initiatiefnemers van nieuwe concertzalen deelt hij een gewijzigd beeld van de muziektempel van de toekomst. Die huldigt niet langer de suprematie van de westerse klassieke muziek, en ziet het symfonisch orkest niet meer als de enige gebruiker….

…Het congres zocht meteen de plaats van de misdaad op: het Kultur- und Kongresszentrum Luzern (KKL) van de architect Jean Nouvel. Het is een buitengewoon strak gebouw dat 125 miljoen euro heeft gekost. Het verrees in 1998 op een plek waar het normaal het Alpenzicht alleen maar bruusk zou kunnen verstoren: pal aan de oever van het Vierwoudstrekenmeer. Bob Essert, die zowel bij de akoestische studie van het KKL als het Concertgebouw in Brugge betrokken was, ziet zalen met een assortiment aan variabele ruimtes als een nieuwe trend. ,,Luzern is samen met Birmingham het culminatiepunt van de flexibele akoestiek'', zegt hij. ,,Het eeuwenoude concept bleef wel ongewijzigd: frontaal publiek, uitvoerders op het podium. De zaal heeft dan ook een missie. Ze is voor festivals en grote orkesten gebouwd, niet eens voor de avant-gardemuziek. Dat is een typisch Europees concept. Vanuit de Verenigde Staten kwam de mode overgewaaid om concertzalen voor minder dan de helft voor klassiek te gebruiken. Het publiek verwacht dat je er muziek kunt horen van vierhonderd jaar geleden tot vandaag, het hele gamma.''…

…Ook niet-akoestische elementen spelen mee bij de roep naar meer flexibiliteit. Concertzalen mogen er niet meer formeel of elitair uitzien. ,,Drinken, eten en roken in een zaal: het moet weer kunnen'', zegt Bob Essert. ,,In Singapore houdt men rekening met een binnen- en buitenlopend publiek. Gateshead ziet muziek heel breed, niet meer opgedeeld in klassiek, folk en jazz. Bovendien is het traditionele concert in volle evolutie. Het wordt minder statisch, krijgt een sterker visuele aankleding met showbelichting en effecten.''…

…Extreme voorbeelden van flexibele zalen komen er in New York en Belfast. Ze zijn echter alleen denkbaar als aanvulling bij een bestaand zalenaanbod. Onder Carnegie Hall komt een kamermuziekzaal voor 1.200 plaatsen, een soort laboratorium dat aast op een nieuw publiek, maar dat ook hoogtechnologisch is uitgerust voor afstandsonderwijs.
De universiteit van Belfast bouwt haar Sonic Arts Research Centre.
Het heeft niet alleen een beweegbaar plafond, maar ook een open vloer.
Het publiek zit op een soort van stalen grill. Klankbronnen, live of uit luidsprekers, komen vanuit alle richtingen op de toehoorder af…

…Toch heeft de traditionele schoenendoos nog niet afgedaan, denkt Anthony Sargent: ,,Dit zaaltype bestaat al eeuwenlang en heeft nog altijd de beste klank. Wie ervan afwijkt, riskeert daar duur voor te betalen. Eigenlijk moet je twee aparte zalen bouwen, naargelang van de sfeer die je wilt creëren. In Gateshead doet Norman Foster dat. De grote zaal is bestemd voor klassiek en jazz, de kleine wordt een ideale clubruimte voor
kamermuziek en folk.''…