Ton Engels - Alles in de Grip
Ton Engels - Alles in de grip (Vulcano Records 7213)

Bij een eerste oppervlakkige beluistering van Alles in de Grip hoor je een lekker klinkende plaat volgens een beproefd concept. Ton Engels schreef uiteraard de liedjes en speelde alle gitaarpartijen. Zijn partners in crime, de Medeplichtigen, zijn wederom de beste muzikanten die je je kan wensen en in de eigen Vulcano Studio weet hij samen met de gebroeders Tom en Ruud Lucker zo langzamerhand wel hoe een cd moet worden opgenomen.

Met het tekstboek in de hand en een luisterbeurt verder voel je meteen dat er meer te vinden is op deze plaat dan ‘alleen maar’ onberispelijk gespeelde intelligente popmuziek met een roots-randje. In het eerste liedje vraagt de zanger zich af of het eindproduct wel de moeite waard zal zijn. Met de hem kenmerkende taalgrappen (‘Voor hetzelfde geld geldt, geld weggegooid’) beschrijft hij toch in twee zinnen de eeuwige twijfel die je als kunstenaar op de loer voelt liggen. Ben ik nog wel de moeite waard? Ton Engels kan gerust zijn. Alles in de grip staat vol met uitstekende liedjes. Ik bin d’r wer doet vermoeden dat het even minder ging met hem. De periode in de lappenmand heeft hij echter achter zich gelaten en met veel brille stapt hij met zijn kompanen weer het muziekleven in. De band speelt heerlijk ten dienste van de liedjes. Alle leden beheersen hun instrument als virtuozen, maar nergens hoor je onnodige spierballen. De backingvocals zijn uiterst verzorgd. Steely Dan piept dan even te voorschijn. Daar bovenop vind ik Ton Engels’ nonchalante manier van zingen en spreken erg aanstekelijk. Het ligt in het verlengde van zijn podiumpresentatie. Vaak ronduit grappig.

Ton Engels beschikt over een ruime portie zelfrelativering. Dit  kan de luisteraar soms op het verkeerde been zetten. Zo staat er een prachtig liefdesliedje op het album, Hongerd jaor, dat zowel een echt liefdesliedje zou kunnen zijn als een parodie daarop. De grappen die hij binnen datzelfde liedje maakt ontkrachten de intieme sfeer enigszins. Je vraagt je stiekem af hoe het nummer zou klinken als het niet gebeurd was. Het lijkt of Ton Engels zich toch het lekkerst voelt als hij zichzelf niet al te serieus neemt. Abces is een ronduit melig liedje, maar geweldig gespeeld. Het ‘meisjeskoor’, zoals Ton het zelf noemt, is hilarisch. Helden en Kepèl zijn prachtige melancholische liedjes over zijn geboortegrond. De Nevel waarmee de cd afsluit is een ontroerende ode aan een oude vriend. Alleen piano en stem, simpel en warm. Een hoogtepunt.

De liedteksten staan in het Nederlands afgedrukt in het cd-boekje, omdat, zo wordt verklaard, de Limburgers het toch wel verstaan. Voor de originele teksten wordt verwezen naar de website.

Ton Engels weet zich omringt door zeer getalenteerde muzikanten, die moeiteloos schakelen van de ene groove naar de andere, en daarbij hoorbaar een groot spelplezier aan de dag leggen. Wie de band, die naast Ton Engels bestaat uit Arthur Lijten (drums), Eric Coenen (bas), Cor Mutsers (op deze cd op mandoline, live daarnaast ook op gitaar) en Egbert Derix (toetsen) ooit live heeft zien spelen, weet dat het een fantastische muzikale belevenis is.

Arianne Knegt