Image

Een wereldalbum!


Een kaalgeschoren hoofd, een sterke persoonlijkheid, veel passie en energie plus een uit duizenden herkenbare stem. Nee, het gaat niet over Sinead O'Connor, maar over Mercedes Peón, haar evenbeeld uit Spanje. Peón vernieuwt de Galicische folk. Ze is niet vies van loops en een tachno-trancy groove. Die hanteert ze ter versterking van een oer-sound die het traditionele idiooom knap benadert. Zo staat de electronica op Ajrú in dienst van de traditie, meer nog dan op haar debuutalbum Isue waarmee ze internationaal doorbrak en waardoor ze de internatioonale festivalpodia veroverde als die van Dranouter en Tilburg.

Mercedes Peón doet in eigen land veel aan veldwerk. Daarbij zet ze op schrift wat ze bij de oudjes aan de keukentafel hoort. Het gaat haar om de zangtraditie van vrouwen die van generatie op generatie is doorgegeven. Die ervaringen verwerkt ze in muziek, waarmee ze jong Spanje interesseert in de eigen traditie.

Haar typische schelle Galicische zang, haar gaita-spel (Galicische doedelzak) en het gerammel met de pandereitas (soort tamboerijn) gaan hand in hand met instrumenten als accordeon, basklarinet, keyboard, bas, drums en gitaren. Een enkele keer herken je een traditionele melodie of tekst, maar steeds zijn die verweven met muziek van nu, zoals in de Nanareggae (inderdaad reggae-achtige sound) waarin je flarden van de traditionele lullaby Nana de Paradela de Leobalde hoort. Of in Maria 1, waarin de Rumba de Pineiro de Vilabade is te herkennen in een heftige sound die zowel schatplichtig is aan Hedningarna als aan Massive Attack.

Invloeden van ver buiten Galicië steken de kop op. Van Afrikaanse percussie tot noordscandinavische zangstijl, de joik. Ja, de lange uithalen in Galicische zang lijken in de interpretatie van Peón op de joik. Zoals ook haar la la laila in Ese es ti herinneringen oproept aan de Zweeds/Finse zangeressen Lisa Matveinen & Tellu Virkkala.

Peóns verniewing is van eenzelfde inventiviteit als die de Scandinavische top aan de dag legt. Daarbij moet je denken aan Mari Boine, het al genoemde Hedningarna en vanwege de prachtige basklarinet aan Dan Gisen Malmquist. Peóns muziek klinkt net zoals die van haar noordelijke collega's zowel dromerig, als spannend en opwindend. Met de ene voet in de traditie en de andere in de eigentijdse rock waaruit ze graag de subtiele kanten overneemt.

Mercedes Peón put uit tal van bronnen, maar laat het meer dan ooit versmelten tot een organisch geheel. Alsof het altijd al zo heeft geklonken. Ajrú is in alle opzichten een wereldalbum!

Henk: Waardering 9+