Image


Toegankelijker maar nog steeds eigenzinnig

De Vlaamse wereldband Olla Vogala is op haar nieuwe album Siyabonga toegankelijker en swingender dan ooit, wat niet wegneemt dat de eigenzinnigheid overeind blijft. De arrangementen zijn nog altijd avontuurlijk, maar staan meer ten dienste van de vaak fraaie songs, Zeven in totaal. De band grossiert natuurlijk ook in spannende instrumentalen: 9 stuks. Altijd to the point, nooit overdreven uitgesponnen. De langste duurt 4:00, de kortste 1:13.
De muziek is grensverleggend in zijn multi-etniciteit en erg kleurrijk. Je proeft de invloeden die de muzikanten de afgelopen twee jaar opdeden tijdens hun trips naar Zuid-Afrika, Griekenland, Senegal en Marokko. Maar de verschillende stijlen worden niet klakkeloos gekopieerd. Of het nou gaat om arabische klanken, jazz, bigband, klassiek, balkan, oude muziek, renaissance, folk of een samensmelting van die stijlen, altijd hoor je dat het gaat om Olla Vogala. De band is herkenbaar, heeft een eigen klank, een eigen sound.

Buiten de 13 instrumentalisten van Olla Vogala zijn er nog gasten op piano, viool en gitaar (Tom Theuns) en is er in twee nummers bijvoorbeeld ook het geluid te horen van de eensnarige afrikaanse peul-viool, bespeeld door Issa Sow, een Senegalees van Mauretaanse afkomst met wie bandleider Wouter Vandenabeele eerder dit jaar een serie concerten gaf. Het album is sowieso een weerslag van de vele projecten die Vandenabeele de afgelopen twee jaar achter de rug heeft. Zo horen we ook een nummer uit Metamorf (TNG) en een nummer uit het Hadzidakis-concert tijdens de culturele olympiade in Athene dit voorjaar.

Vandenabeele maakt in zijn muziekstukken optimaal gebruik van de unieke samenstelling van zijn band. De strijkerssectie én de blazerssectie komen goed aan hun trekken, evenals de dobro (!), accordeon, draailier, het slagwerk, de percussie en de contrabas. De blazers klinken het ene moment romantisch, zoals in de opener Skwatten (baritonsax), de andere keer jazzy zoals in Return of the Vikings. In TNG juichen de violen, in Redltsko worden ze tokkelend bespeeld. In dit laatste nummer groeit het groepsgeluid naar dat van een onweerstaanbare grote harmonie die door de straten trekt als ware het de Italiaanse topgroep Banda Ionica.
Twee instrumentalen zouden zondermeer door kunnen gaan als filmmuziek: het wonderschoon klassiek getoonzette Awa (uitmuntende gastrol voor violist Bert Van Laethem) en het gekke slapstick-fähige 'Scottish' .

Songs
Voor de vocalen heeft Olla Vogala naast de twee vaste zangers Djamel en Ludo Vandeau dit keer de beschikking over twee Zuidafrikaanse zangeressen: Stella Khumalo en Faith Kekena. Vandenabeele ontdekte hen op zijn trip door Zuidafrika. Hij nodigde ze uit voor het Hadzikadis-project in Athene. Naast originele backing vocals, zingen de twee zangeressen op Siyabongo een van Manos Hadzidakis' klassiekers, het zoete All alone am I, dat nu in hun eigen vertaling heet: Nako Tsohle Ke le Mong. De Engelstalige versie is begin jaren zestig al bekend geworden via een vertolking door Brenda Lee.

De vertrouwde Algerijnse zang komt weer van Djamel. Hij is vertegenwoordigd met twee sterke songs van eigen hand: 'Lefnar' en 'Samra'. In beide gevallen klinkt Olla Vogala super swingend. Je kunt zondermeer spreken van een vrolijke dansbare arabo-swing. In Samra, waarin de Senegalees Malik Pathée Sow meezingt, worden de themaatjes tot hypnotiserend toe herhaald.

Zanger Ludo Vandeau klinkt soms nog even kwetsbaar als in zijn wat serieuzere zwaarmoediger Ambrozijn-tijd. Maar er zijn vooral ook nummers (Les Labyrinthes, Les Chiens) waarin hij uitgelatener, losser en minder diep zingt. Daarin doet hij meer denken aan zijn zang bij die andere groep waarin hij floreert: Bodixchel.
Vandeau is goed voor vier zelf geschreven knappe songs waaronder 'Lijf' dat eerder al als single verscheen en het musette-achtige 'Les Chiens'. Daarin lijkt de brille en het bruisende van Jacques Brel in Vandeau te zijn neergedaald. Ook de orkestrale aanpak doet dan denken aan het uitbundiger werk van die grote voorganger. Een opvallende rol is daarbij weggelegd voor accordeoniste Anne Niepold (ook Deux Accords Diront) met haar rake timing en gepassioneerde virtuose speelstijl; de Toots van de diatonische trekzak als het ware… In korte tijd is zij uitgegroeid tot een vooraanstaand Olla Vogala-muzikant.

Olla Vogala speelt op Siyabongo in de volgende samenstelling: Bert Bernaerts (trompet), Marc De Maeseneer (bariton-, tenor- en sopraansax), Koen Van Roy (sopraan-, alt- en baritonsax), Iep Fourrier (draailier), Anne Niepold (diatonische accordeon), Abdellah 'Marakchi' Bhaija (darbuka, bendir, percussie), Luc Vanden Bosch (drums, percussie), Gijs Hollebosch (dobro, lap steel, banjo, gitaar), Kristof Roseeuw
(contrabas), Dirk Moelants (viola da Gamba), Luc Degezelle (viool), Stefaan
Smagghe
(viool, altviool, sarangi), Wouter Vandenabeele (viool, vedel, piano, mandoline, arrangementen, composities), Ludo Vandeau (zang), Djamel Berrezzeg (zang).
Gatmuzikanten:
Stella Khumalo (zang), Faith Kekana (zang), Bert Van Laethem (viool), Isabelle Vandriessche (viool), Herlinde Ghekiere (backing vocals), An Debisschop (piano), Tom Theuns (gitaar), Issa Sow (Afrikaanse viool), Malik Patheé Sow (chalam, zang).

Zie ook: www.ollavogala.com.

Henk - Waardering 9