Image

<>
Twee gezichten

Verbaasd las ik onlangs hoe Muziekkrant Oor de Nederlandse groep When April Comes met luttele pennestreken afmaakt. De kritiek richt zich enkel op de zangeres: …veel te geforceerd (…) alsof er een gigantische kikker uitgetrokken moet worden (…) irritant Engels accent (…) ze klinkt als een Ierse sopraan met Russische roots én kiespijn… Alsof er niet meer over het debuutalbum Now van deze groep te vertellen valt.

Zangeres Sarah Maters is inderdaad niet doorsnee. Ze is ook niet direkt mijn meest favoriete zangeres, maar ze heeft wel degelijk kwaliteiten. Haar karakteristieke stem heeft een groot bereik, slaat zonder probleen over en is emotievol. Ze kan zowel liefdevol, feeëriek als boosaardig klinken. De ene keer hoor je een folkzangeres als Joan Baez, de andere keer klinkt ze hoog schel en bitcherig genoeg om in een metalband te schitteren.

Waar de zangeres niet in een hokje valt te plaatsen, geldt dat eigenlijk ook voor de sound van de groep. Zelf maken ze wel eens de vergelijking met The Sundays of Betty Serveert. Dat zijn eveneens bands waarvan het repertoire meerdere kanten opwaaiert, met als rode draad het melodieuze karakter van de songs. Je hoort invloeden uit indie, rock, pop en folk. Bovendien hebben ze allen een soundbepalende zangeres, hoewel ik van de dromerige frontvrouwe Harriet Wheeler van de Britse The Sundays al lang niets meer gehoord heb.

Ook bij When April Comes is de architectuur van de songs sterk. Er schuilt veel ervaring in. Met name gitarist Toine Claessen timmert al lang aan de weg evenals violist Steeph Custers (o.a. ook Dommelvolk). De teksten zijn van de hand van Claessen en van Sarah Maters. Ze behandelen thema's als schoonheid, afscheid en verlangen.

Wat mij betreft kent When April Comes twee gezichten. Het verschil zit in het gebruik van de drums. Zonder drums zou ik de sound willen typeren als smaakvolle folky pop. Hoogtepunten daarin zijn het ingetogen titelnummer Now en het fraai gekleurde Amber. Twee gastcellisten werken mee. De cello harmoniëert prachtig met de viool. Bovendien hoor je sterk gitaarwerk, zowel akoestisch als elektrisch (op het juiste moment extra spanning door prangende distortion). Een enkele keer twinkelt 'n harp (Colet Nierop).

De muziek van When April Comes wordt obligater als er drums in het spel zijn. 'Waiting for the wind' valt daardoor uit de boot. Als de drum iets droger klinkt - zoals in het Fairport-achtige Colours Of Goodbye - is het minder irritant. Mét drums vind ik When April Comes gewoontjes. Jammer, want zonder de hulp van een gastdrummer kan de groep ook pittig uptempo en poppy overkomen zoals blijkt in het nummer Missing.

Het album Now bevat met zeven nummers slechts twintig minuten muziek. Het is dan ook eerder een EP of een demo dan een full-cd. Now is geproduceerd door Frans Hagenaars(bekend van Excelsior Recordings) en gemasterd in de Wisseloord Studio's door Darius van Helfteren.

Naast de zangeres, de gitarist en de violist behoort bassist Rick Backx tot de vaste kern van de groep. Maar When April Comes maakt ook geregeld gebruik van gastmusici zoals de cellisten die op Now te horen zijn: Renske Béguin en Hester Munniksma. Ze zijn nog op zoek naar een tweede instrumentalist naast de violist. Contactadres: Toine Claessen Melrose 40 6922 BD Duiven, tel 0316-265303 of 06-21201600 mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

When April Comes geeft zaterdagavond 20 november een cd-presentatie in folkcafe De Lantaern in Zevernaar. En zaterdagavond 11 december is de groep live te horen bij radio Twente FM.

Henk - Waardering 7,5