linda thonpson - veratile heart
Linda Thompson - Versatile Heart - Rounder

Was ik er toch van overtuigd dat Richard Thompson dit voorjaar met Sweet Warrior hét  folkalbum van het jaar had afgeleverd! Maar zijn ex, Linda Thompson, overvleugelt hem. De dertien nummers op haar album Versatile Heart zijn stuk voor stuk top. Je kunt op deze manier welhaast spreken over een écht Thompson-jaar, zeker als je  daarbij het verdienstelijk country-uitstapje van zoon Teddy op zijn album Upfront & Down Low betrekt.  

Dan is er ook nog dochter Kamila die begin volgend jaar met haar eerste solo-album komt. Enkele nummers op haar myspace-plek beloven nóg een talent, dat zich overigens ook nu al op moeders album openbaart. Ze is goed voor een aantrekkelijke tweede stem en levert met het toegankelijke Nice Cars een van de elf songs.

Niet alleen daarom mag je Versatile Heart een familieproject noemen. De relatie tussen Linda en Richard Thompson is, dertig jaar na hun echtscheiding, dusdanig genormaliseerd dat Richard belangeloos zijn idee voor de song Blue & Gold beschikbaar stelt en Linda daarbij in haar cd-boekje kan grappen: ‘Richard Thompson, a little known, but extremely useful guitarist'...  

Belangrijker nog en geluidsbepalender dan pa's rol is die van zoon Teddy. Hij speelt gitaar, zingt mee, staat zijn moeder bij in het schrijven van vier songs, componeert de sterke instrumentale opener (enkel gitaar) en de coda (strijkkwartet), en brengt moeder in contact met zijn vrienden Wainwright wat uitstekende bijdragen van Rufus en Martha oplevert. Rufus schreef speciaal voor Linda de song Beauty (met  opmerkelijke tweede stem van de androgyne Anthony) en Martha levert de tweede stem in het melancholisch bezongen liefdesechec The Way I Love You.  

Versatile Heart is zo eclectisch als wat. Het gaat van rockabilly tot kamermuziek, van folk tot country. Rode draad vormt kippenvel-melancholie en verlangen. Drie keer laat Linda zich spaarzaam begeleiden op vrijwel enkel gitaar, zoals in de venijnig gezongen prachtige bitterzoete overspel-tragedie Go Home. Maar ze wordt ook bijgestaan door majestueuze blazers in het titelnummer, zwijmelende violen in Beauty, of door een elektrische baritongitaar in het Elvis-achtige Do Your Best For Rock 'n Roll. Divers dus, maar de natuurlijke pure stem van Thompson zorgt uiteindelijk voor een album uit één stuk.   

Twee keer zingt ze andermans nummer, haar dochters Nice Cars en Day After Tomorrow van Tom Waits en diens partner Kathleen Brennan. Ze tilt die covers boven het origineel uit door de enorme verbeeldingskracht in haar stem.
Thompson's interpretatie van Day After Tomorrow is live opgenomen in een Schotse club. Passend bij het sentiment van de tekst heeft ze het nummer uitgekleed tot een intieme ballad met enkel stem en gitaar.
Het lied citeert een soldaten-brief vanaf het Irak-front naar zijn geliefde thuis. Grote thema's worden met een trefzekere eenvoud neergezet: de zinloosheid van oorlog, de nul-status als soldaat, de rol van het geloof, maar vooral over hoe-ie haar mist (I close my eyes every night and I dream how I can hold you). Als Thompsons stem bij de laatste twee woorden van die zin overslaat, en je tranen daarna langzaam opdrogen, begrijp je haar kwalificatie in het cd-boekje bij dit nummer destemeer: best anti-war song since ‘Masters of War'. De akoestische gitaar wordt hier overigens subtiel betokkeld door John Doyle (ex-Solas, Chanting House, Eileen Ivers, Tim O'Brien, etc), een echte folky dus. Zoals de al een eeuwigheid in de VS wonende Thompson het diep in haar hart ook nog steeds is. Het mag zo zijn dat nooit eerder een album van Thompson zo stijl-divers was, toch hoor je haar Britse folk-achtergrond er vaak in door.

Helemaal terug bij haar roots is Linda in de aloude traditional Katy Cruel, opwindend met Doyle opnieuw op gitaar en Flook's John Kelly op bohdran. Britse folk is dichtbij in Thompsons nieuwe eigen song Whisky, Bob Copper And Me. Het klinkt vrijwel als een Brits traditioneel kerkgezang compleet met meehummend huisorgeltje, bespeeld door Eliza Carthy, die ook op de achtergrond meezingt samen met Susan McKeown en een barbershop kwartet. Op gitaar hoor je Martin Carthy. In de tekst passeert niet enkel Bob Copper, de stamvader van die beroemde Britse folkfamilie, maar worden ook twee andere belangrijke Britse folknamen aangehaald, die van Shirley Collins en Davy Graham.

En om nog even bij het Brits gevoel te blijven, good old John Kirkpatrick speelt concertina en accordeon in twee nummers  en Linda's  stem neigt in de melancholieke passages - zoals in The Way I Love You -  steeds meer naar die van June Tabor...

Zelden hoorde ik een album waarin Britse folk en Amerikaanse roots zo vanzelfsprekend in elkaar grijpen. Een aantal nummers heeft het in zich uit te groeien tot klassiekers. Tel daarbij de bloedmooie zang, lichtjes getekend door Linda's zestig levensjaren, en je hebt het over een surplus aan klasse die een toppositie in de eindejaarslijstjes garandeert.

Henk - Waardering 9,5