-door Mirjam Adriaans, foto Ronald Rietman-
De Amerikaanse singer-songwriter Diana Jones liet op tweede paasdag bij GUO in het Ketelhuis in Oisterwijk voor een goede dertig bezoekers en een stel vrijwilligers nog maar eens horen dat ze niet alleen een prachtige stem heeft, maar ook op subtiele wijze haar protest tegen allerlei onrecht weet te verwoorden.

Het is het laatste optreden van haar tour en Diana Jones besluit er wat bijzonders van te maken. Ze speelt wat oud werk dat ze al lang niet meer gedaan heeft, bedankt  haar boeker Sandra Zuidema met haar favoriete lied en draagt een stuk op aan Hans, die al jaren fan is. Ze begeleidt zichzelf op akoestische gitaar, heeft er twee bij zich, waarvan er eentje (een Gibson uit 1930) al bijna 100 jaar oud is, maar nog steeds een mooie folky klank herbergt. 

Ze heeft het over covid, maar vindt corona, zoals wij dat zeggen, eigenlijk mooier klinken, romantisch bijna. Het was een moeilijke tijd, dat zijn we met haar eens, maar het heeft ook fijne dingen opgeleverd, zoals het nieuwe liedje over daklozen. Want die zag ze in die tijd vrijwel niet (net als schietpartijen op scholen trouwens) en ze vroeg zich af hoe die aan hun eten en drinken kwamen, met afgesloten water en restaurants die dicht moesten. Op een wandeling met de hond (“thank god for dogs”) in het park kwam ze Michael tegen, die flesjes water neerzette en zelf ook dakloos bleek te zijn. ‘s Avonds waren ze verdwenen en ze ging zijn voorbeeld volgen, een klein gebaar in de hoop dat ze mensen kon helpen. En dat is eigenlijk ook wat ze met haar liedjes doet. 

Diana Jones met Gibson uit 1930, foto Ronald Rietman
Diana Jones met Gibson uit 1930

Ze vertelt kleine verhaaltjes, onder meer over haar eigen adoptieverleden of de biologische familie die ze terugvond, over anderen (het waargebeurde Henry Russell’s Last Words mag inmiddels een klassieker op haar repertoire genoemd worden), maar ook over het leed dat anderen is aangedaan. Zo komt Pony, over het Indiaanse meisje wier naam zelfs werd afgenomen, al heel wat jaren regelmatig voorbij in haar concerten en gaat If I Had A Gun over machteloosheid bij huiselijk geweld, maar dat wordt ook in Amerika niet altijd zo begrepen. Want hoewel het hart van Diana Jones zeker op de juiste plek zit, zijn haar liedjes geen directe aanklachten. Ze staat niet op de barricaden zoals folkiconen Joan Baez en Pete Seeger, maar probeert op een subtiele manier wel om mensen aan het denken te zetten. 

Met haar album Song To A Refugee bijvoorbeeld geeft ze vluchtelingen en de mensen die zich voor hen inzetten een gezicht. Zowel het titelnummer als We Believe You horen we deze middag. En als je haar nog niet kent, valt met name haar karakteristieke alt op, wat mij betreft een prachtige stem, ze vertelt dat ze die van haar opa heeft gekregen. Maar als je naar de teksten gaat luisteren komen er beelden naar boven, beelden van heel gewone mensen, die in uitzonderlijke omstandigheden terechtkomen. Mensen met heel waarschijnlijk dezelfde wensen en gedachten als jij en ik, die om wat voor reden dan ook in de knel raken. En net zoals je gaat meevoelen met de weduwe van mijnwerker Henry Russell als ze in zijn laatste woorden leest hoeveel hij van haar houdt, ga je meevoelen met, en misschien wel nadenken over, die mensen die omgekomen zijn bij de zoveelste schietpartij op een school, de mensen die in wanhoop de grens met Mexico overgestoken zijn om in de VS gescheiden te worden van hun kinderen, of de daklozen, voor wie het leven nog wat moeilijker wordt als de overheid de maatschappij op slot doet.

De bezoekers die gekozen hebben voor een concert deze middag zijn enthousiast. Ondanks de versterking blijkt na afloop helaas dat haar teksten niet voor iedereen even verstaanbaar zijn geweest, maar dat wordt haar vergeven. Want wat het publiek uiteindelijk mee naar huis neemt is een mooie herinnering aan die stem, die fraaie stem met een groot hart. Die verdient en krijgt deze middag een staande ovatie.