Image
Alfred Den Ouden
De grondlegger van het festival

De man met wie het allemaal begon in Dranouter mag op zondagavond het podium van de theatertent nog eens op. Alfred Den Ouden, de in de Westhoek verzeilde Nederlander (° Dordrecht 1947) die jarenlang aan de zijde van (de Kemmelse) Kristien Dehollander een folkduo vormde en het festival organiseerde van 1975 tot 1980.

In een dissertatie over kleinkunst door Peter de Notte vonden we het volgende hoofdstuk over Alfred den Ouden:

Alfred DEN OUDEN (Dordrecht, 17.6.1947), die op 17-jarige leeftijd de folksong ontdekte, zou na een zwerftocht door Ierland, Schotland en Engeland omstreeks 1969 met een ware schat van vooral Ierse volksliedjes in West-Vlaanderen verzeild raken. De zanger/muzikant huwde er de Kemmelse Kristien Dehollander, die hij als violiste bij zijn muzikale activiteiten betrok.

Nu eens solo, dan weer als duo speelden ze aanvankelijk vooral Ierse en Vlaamse folkmuziek, maar al vlug zou de muziek van West- en Frans-Vlaanderen hen gaan boeien en schakelden ze daarop over. Samen stonden ze aan de wieg van het folkfestival van Dranouter, nog steeds een unicum in zijn soort, en hielden er het folkcentrum 'De halve maan' open.

Veel van de liedjes van Alfred den Ouden, één van de weinige volkszangers die niet of nauwelijks in het dialect zingt, zijn in het Middelnederlands en dienen in een soort 'algemene taal' gezongen te worden, andere kneedt hij naar zijn eigen spreektaal. Ook Kristien zingt zowel in een geschaafd Nederlands als in het Westvlaamse dialect.

De laatste jaren gingen ze steeds meer traditioneel werken. Hun liederen zingen ze doorgaans a capella en de dansen wordt gespeeld op erkende traditionele instrumenten (viool, accordeon, doedelzak, hobo), waarvan alleen de combinatie soms wat ongewoon aandoet, maar wel steeds is aangepast aan onze tijd. Uiterst zelden gebruiken ze nog eens de gitaar, een overblijfsel van Alfreds folkverleden.

Voor hun repertoire doen ze voornamelijk een beroep op de Westvlaamse traditionele liedverzamelingen: Edmond De Coussemaker, Oud Iepers Liedboek en Lootens en Feys. Met hun vaak streekgebonden nummers bliezen ze de Westvlaamse volksmuziektraditie nieuw leven in. Ze maakten toernees door heel Europa, vooral in Frankrijk en Nederland.