-door Assie Aukes-
Dit jaar vond het Friese Tsjoch-festival voor de dertigste keer plaats, reden om vorige week zondag 9 september in de lommerrijke omgeving van Stania State in Oenkerk, ooit een van de eerste locaties van het festival, een aantal van de muzikanten van het eerste uur nog eens op het podium te zetten.  Een groep als Kneppelfreed, een van de populairste Friese bands rond 1980, had zeker 20 jaar niet opgetreden.  Douwe Sipma en Eelke Scherjon hadden sinds die tijd  geen instrument meer in handen gehad.

Dat was te horen, er werd menig valse noot gekraakt. Douwe Sipma had het vocaal moeilijk in het eerste lied, maar de groep sloeg zich voor de rest van het concert er met de bekende nonchalance en kenmerkende innemendheid doorheen. Het enthousiasme van het publiek voor evergreens als De sûper en De ballade fan Jan Keal was groot.

Een andere naam uit het verre verleden was Jarje, de groep rond zanger Hille Faber. Ik moet eerlijk bekennen dat ik vroeger geen echte liefhebber van de nasale stem van Faber was. Maar ik moet toegeven dat de Friestalige countryblues van het trio die middag aangenaam klonk. De uitvoering van de klassieker It reint op ‘e Gastmer klonk als een klok. Triester kon bijna niet.

Een week eerder dan normaal vond afgelopen zaterdag dan de jubileumeditie van Tsjoch plaats in schouwburg De Lawei in Drachten. Om het jubileum extra glans  te geven, waren bekende bands als Captain Gumbo en The Amazing Stroopwafels uitgenodigd. Toen Tsjoch begon in 1978, had de Friese band Farmers Union haar eerste reünieconcert al achter de rug. Zaterdagavond mocht de band dit nog eens overdoen. Het optreden van de band waarin befaamde Friese muzikanten als Sido Martens, Nanne Kalma en Piet Kok hun eerste stappen op folkgebied zetten, hing overigens aan een zijden draadje. Sido Martens kampte met een fikse keelontsteking en had z'n solo-optreden al afgezegd. Vocaal kon hij niet best uit de voeten en ook Liedwien Schaper, de zangeres, had stemproblemen, maar toch kon men spreken van een geslaagd concert. De Engelse traditionals Nottamun Town en Lovely on the water klonken in ieder geval prachtig, terwijl Nanne Kalma zich weer kon uitleven op The ballad of Jesse James.

Tsjoch is een laagdrempelig festival en daarom treden er naast de oude garde, ook veel jonge artiesten op, de garantie voor het voortbestaan van dit festival in de toekomst. Zo is er Sjoch op Tsjoch, een vast onderdeel van het festival waarin jonge muzikanten zich presenteren, onder inspirerende leiding van Nanne Kalma. Zo'n tien jaar geleden stond daar een kleine Jelle Broersma tussen, die dit jaar als Jelle B en als eerste afgestudeerde popartiest een eigen plek in het programma verwierf en in een moordend tempo de pophistorie van de laatste veertig jaar doorkruiste. Daarnaast schrijft deze  enthousiaste zanger-gitarist ook  aardige eigen liederen, zoals het Friestalige Net gewoan. Her en der vindt men meer jonge artiesten op de podia, zoals bij Gerard & Compagnie, een groep die zijn inspiratie put uit het rijke oeuvre van Amerikaanse singer-songwriters. In die groep een piepjonge Marrit de Vries die de moed had om een nummer van de helaas veel te vroeg overleden Amerikaanse Kate Wolf te vertolken. Eigenlijk nog geen nummer voor zo'n jonge meid, maar, eerlijk is eerlijk,  ze deed het zeer verdienstelijk. Er waren meer jongeren die zich uitleefden op de oude Amerikaanse muziek. Zo zongen ‘de jonkies' van de Folkpolitie op vrolijke wijze liedjes van golden oldies als The Seekers en The Springfields. Gerbrich van Dekken, ook nog niet zo oud, overtuigde met een prachtige stem en vertalingen van nummers van o.a. the Dixie Chicks. Als verrassing kwam Gurbe Douwstra haar assisteren en dit leverde enkele mooie duetten op, zoals in Mear as in freon en It dimmen fan ‘e dei, Friese vertalingen van nummers van respectievelijk Alison Krauss en Richard Thompson.

Het hoogtepunt van het festival was ontegenzeggelijk het optreden van Souldada, de groep rond gitarist Herman Woltman, bekend van zijn vroegere werk met Nynke Laverman. De stergitarist heeft een aantal prima muzikanten om zich heen verzameld, zoals cellist Carel van Leeuwen en Johan Keus. Blikvanger en stralend middelpunt is de uitstekende zangeres Janna Koussios. De groep presenteerde het nieuwe programma ‘Canção', met muziek uit Zuid-Amerika en Zuid-Europa. Prachtig gitaarwerk, inventieve cellopartijen en expressief slagwerk kleurden de liederen uit Zuid-Amerika en Zuid-Europa prachtig in. Zangeres Janna Koussois zingt in verschillende talen, maar het mooist deed ze het in het Fries. Meer dan de helft van de liederen zijn vertaald door de befaamde Friese dichteres Baukje Wytsma. Een streling voor het oor, dit concert.

Bomvol was de grote zaal toen Gurbe Douwstra, Jaap Louwes, Piter Wilkens en Doede Veeman, in Friesland beter bekend als De Fjouwer Trûbadoers, aan hun optreden begonnen. Een prima optreden voor een enthousiast publiek, maar toch kan ik me niet aan de indruk ontrukken dat de som in dit geval niet meer is dan de afzonderlijke delen. Met name Doede Veeman komt in zijn solo-optredens veel beter tot zijn recht.

In de grote foyer speelden ondertussen illustere namen als de Amazing Stroopwafels, Feetwarmers en Fling, maar de dichte mist van rook noopte me na een korte blik mijn heil snel elders te zoeken. Jammer, want ik had de indruk dat beide laatste bands met een goed optreden bezig waren. Nieuw was het podium in het theatercafé, maar of die plek een succes is, meen ik te betwijfelen. Door de open ruimte naar de entree werden de concerten daar nogal gestoord door nietsvermoedende in- en uitlopende bezoekers. Bij het akoestische concert van Huys ter Duyn meende zelfs een aantal bezoekers dat er rustig aan de (dichte) bar gekletst kon worden tijdens het optreden. Gauw wegwezen, zulke lui! Kleine smetjes op een verder prima verlopen festival. Grootste zorg voor de nabije toekomst is echter de houding van De Lawei die dit jaar zonder overleg haar open dag op de traditionele Tsjoch-dag organiseert.