Image

Welke richting wil
David Munnelly op?


Alvast goed nieuws voor de fans van David Munnelly. Zijn nieuwe CD op Fréa Records (sub-label van Music&Words) zal in ieder geval makkelijker verkrijgbaar zijn dan de voorganger "Swing" die hier niet verdeeld werd. En na zijn optreden op het No Frontiers festival in Schiedam en een korte toernee begin januari door Nederland zal Munnelly er heel wat Nederlandse fans bijgekregen hebben. Wij waren tenminste behoorlijk enthousiast over zijn concert en keken uit naar zijn nieuwe CD.

De CD "By Heck" roept toch een paar vragen op. David Munnelly is gefascineerd door de rauwe, ongepolijste dansmuziek uit de jaren '20 en beschouwt het als zijn missie om de sfeer uit de "taprooms" en "dancehalls" te laten herleven. Munnelly kwam in aanraking met die muziek via de platencollectie (78 toeren) van zijn grootouders. Nummers als "Cuckoo's Nest", "Kimmel's Jig" en "The Poor Oul' Creathers" doen onmiddelijk denken aan het De Danann album "The Star Spangled Molly" (1981). Daarop kiest De Danann overigens consequent voor de Amerikaans/Ierse aanpak. Inclusief de songs van artiesten uit dat tijdvak als John McCormack en The Flanagan Brothers. Munnelly is niet erg consequent in zijn aanpak. Hij kiest voor een aantal covers die scherp contrasteren met die "oude" muziek. Geen idee welke motieven Munnelly hier voor heeft gehad, maar ik vind de keuze voor covers "Dimming of the Day" (Richard Thompson), "Garden Valley" (Dougie MacLean) en "P". Stands for Paddy" (onlosmakelijk verbonden met Planxty) niet erg gelukkig.

Over de uitvoering van die covers valt ook het nodige op te merken. Andrew Murray beschikt over een mooi donkerbruine stem. Maar die stem blaast geen nieuw leven in de song "P" Stands for Paddy", hier voorzien van een dodelijk saai arrangement. "Garden Valley", een Dougie MacLean song over heimwee en verlangen, krijgt een zeer afstandelijke en koele interpretatie door Helen Flaherty (Shantalla). Die song smeekt om een warmbloedige, emotionele vertolking. Laat ons zeggen van het nivo van Tommy Fleming/De Danann (op Hibernian Rhapsody). Overigens wel prachtige begeleiding van piano, viool/viola en bas in dit nummer.

Beste nummers van de CD zijn de "Quebec Reels" en een waarlijk schitterende slow air van de hand van David Munnelly: "Ar Bhoíthrín na Smaointe". Die Quebec Reels (in 9-mansbezetting) laten goed de klasse van gitarist Gavin Ralston horen. Prachtige gypsy-swing begeleiding. En niet te vergeten de bijdragen van top-saxofonist Richie Buckley, bassist Joe Csibi en drummer Lloyd Byrne in dit nummer. Zij zorgen voor extra dynamiek en power.
Ontroerend is de slow air "Ar Bhoíthrín na Smaointe". Uitgevoerd in een zeldzame combinatie van piano/accordeon/sopraan-sax met weer een hoodrol voor Richard Buckley.

Hier en daar wordt melding gemaakt van een nieuwe stijl: de introductie van gypsy/jazz/swing-ritmes (via gitaar) in traditionele folkmuziek. Echter, zo'n 20 jaar terug zagen we op het Edinburgh Folkfestival ene Willie Johnson aan het werk. Groot gitarist, afkomstig van een van de Shetland-eilanden, en de eerste die gitaarakkoorden uit jazz/gypsy-muziek introduceerde in de folkmuziek. Zijn stijl vond navolging van o.a. Jack Evans (Easy Club, Jock Tamson's Bairns) in de jaren '80. Geheel nieuw is die aanpak dus niet.

De CD "By Heck" geeft een heel andere David Munnelly te horen dan "live" het geval is. Misschien door de repertoirekeuze of door de gastmuzikanten die aan deze CD meewerken (met name de toegevoegde piano geeft de muziek van Munnelly een heel andere kleur) of door de steeds wisselende samenstelling waarin de nummers vertolkt worden. De één zal dat gevarieerd noemen, ik heb echter de indruk dat Munnelly niet precies weet wat hij muzikaal wil. "By Heck" is zeker geen slechte CD. Maar toch minder dan op grond van zijn "live"- reputatie gehoopt mocht worden.

Paul - Waardering: 7