jarje - boerebal
Jarje - Boerebal - MCD 7507 Marista music company

De Friese groep Jarje ontstond in 1974 op de Pedagogische Academie van Drachten. Het was een tijd waarin nauwelijks Friese muziek gemaakt werd. Daar kwam snel verandering in toen een jaar later de groep Irolt met veel succes haar eerste Friestalige elpee De Gudrun sêge uitbracht. De grote doorbraak voor de Friestalige muziek kwam vreemd genoeg niet in Friesland zelf maar in Amsterdam, waar ene Jan Erik Grunveld, toen programmeur in folkclub De Draailier in Diemen en later jarenlang hoofdredacteur van folkblad Janviool, in 1976 (en niet in 1974, zoals het cd-boekje van Jarje vermeldt) een ‘Frysk Folkfestival' organiseerde in Artis. Jarje was een van de groepen die daar het eerste succes mocht smaken. Sinds die tijd speelde de groep overal in Friesland, maar ook vaak buiten de provinciegrenzen.

Eerlijk gezegd was ik geen fan van de band. Ik vond het bluesy geluid van het trio met twee gitaren nogal kaal en de stem van zanger Hille Faber vond ik te nasaal. Elpees van de groep heb ik in die tijd dan ook nooit gekocht. In 1981 kwam de elpee Jarje uit, op het Stoof-label nog wel. In 1987 verscheen het album Boerebal, maar toen was ik de groep al lang uit het oog verloren.
Op het Tsjoch reünie-festival in 2007 op Stania State in Oentsjerk, waar grote namen uit de beginjaren van het festival nog eenmaal hun kunsten vertoonden, trad ook Jarje op. De hernieuwde kennismaking viel zeker niet tegen. De stem van Hille Faber was minder nasaal dan in mijn herinnering en de twee gitaristen waren goed op elkaar ingespeeld. Het naargeestige It  reint op ‘e Gaastmar was een van de hoogtepunten op die zonnige zondagmiddag.

Na een track op het Dutch Rare Folk-album uit 2006, is er dan nu opeens de cd Boerebal, een compilatie van de twee elpees van de groep. Van de eerste elpee zijn er zes en van de tweede elpee acht nummers geselecteerd. Waarschijnlijk omdat het tweede album, door een uitgebreide bezetting, meer variatie kent. In die jaren was er waarschijnlijk geen groot budget voor zulke producties en opnametechnisch zijn we inmiddels twintig jaar verder. Toch klinken met name de opnamen van het eerste album, toen nog in de kleine bezetting, goed.
De gehaaide  live-krakers uit de eerste periode als Berenburg en vooral De duvel fan Sleat  ontbreken. Daartegenover staat de ingetogen schoonheid van het fraaie Friesch pastorel en het minstens zo mooie Wat keart my op. Verfijnd snarenwerk en harmonieuze samenzang.
Door de uitbreiding met toetsen, bas en drums evalueerde Jarje van een akoestisch trio naar in aanzet een van de eerste Friestalige popgroepen. Door het uitgebreide instrumentarium gaan de opnamen wat wringen. Hier en daar klinken de nummers nogal kaal. Het zijn juist weer de rustige nummers die indruk maken. Zo hebben het tango-achtige Boerebal, het al eerder genoemde It reint op ‘e Gaastmar en het fraai gezongen Is dat it plak de tand des tijds ruimschoots doorstaan. Dit kan echter niet gezegd worden van de obligate rock'n'roll in Ferhúsje en het niemendalletje Hoeboeman. In De trein werkt de rockachtige aanpak daarentegen weer wel.

Het album Boerebal is interessant voor diegene die de oude tijden van de Fryske folk nog eens wil herleven en voor degene die eens kennis wil maken met een van de pioniers van de Friestalige pop. Voor mij is het album vooral een rehabilitatie van een groep die ik in het verleden te weinig gewaardeerd heb.

Assie Aukes - waardering: 7,5