-door Mirjam Adriaans-
Hoewel singer-songwriter Eric Devries in talloze projecten meespeelt, maakt hij niet vaak een solo-album. Of liever gezegd, een album onder eigen naam, want hij vindt altijd medemuzikanten bereid om zijn liedjes vakkundig te begeleiden. Met plezier luisterde ik zeven jaar geleden naar Close To Home en onlangs verscheen de opvolger daarvan, Song & Dance Man. En dat klinkt zo folky, dat ik hem maar eens een paar vragen stuurde over zijn muzikale achtergrond en deze plaat.

Hoewel zijn carrière als muzikant al jaren daarvoor begonnen was maakte ik pas eind jaren ’90 van de vorige eeuw kennis met Eric Devries. Een bandje dat ik kende speelde een paar liedjes op het album De Olifant Terug In Brabant (1997) en op de presentatie daarvan. Er speelde nog een leuk bandje die dag, dat heette Bengels. Frontman was Bart-Jan Baartmans en een zekere Eric de Vries (de naam was toen nog los gespeld) was gitarist van dienst. Het bleek een ijzersterk muzikaal duo dat ik sindsdien vaak aan het werk zag en hoorde, onder meer in BJ’s Pawnshop, Songwriters United en meer recent in Hidden Agenda Deluxe en de jongste reïncarnatie van Matthews Southern Comfort. Al snel blijkt dat Devries niet alleen een goede gitarist is, maar ook zelf liedjes schrijft die zeker de moeite van het beluisteren waard zijn.

Eric Devries, eerder dit jaar bij een livestream met Hidden Agenda Deluxe, foto Ronald Rietman
Eric Devries, eerder dit jaar bij een livestream met Hidden Agenda Deluxe, foto Ronald Rietman


Dat leverde sinds 2004 een paar heel aardige albums op, die je onder de noemer americana kunt gooien, al ging het geluid meer richting sterke pop/rock dan folk. Met de derde schijf, Close To Home (2014), wist hij me echter te verrassen, met name door de warme countryfolkklanken (o.a. mandoline, banjo, viool, mondharmonica) die ik hoorde. Dat smaakte naar meer, al moest ik daar wel een paar jaar op wachten, tot nu om precies te zijn.

Sinds kort is er namelijk Song & Dance Man, dat mij als doorgewinterde folky aanspreekt, natuurlijk omdat het grotendeels akoestisch is ingevuld, maar er is meer.  Zo bevat het titelnummer (Ballad Of A Song And Dance Man) het al dan niet autobiografische verhaal (en ik hou van verhalen in de muziek) van iemand die zijn weg zoekt als muzikant, naar aanleiding van het luisteren naar Hard Nose The Highway van Van Morrison. Mijn enige live ervaring met die man is niet echt om over naar huis te schrijven, maar dat zijn liedjes anderen inspireren geloof ik direct. En dan is er de begeleiding, in de vorm van een paar klasbakken uit de kleine, maar heel fijne Nederlandse bluegrasswereld. Janos Koolen deed op de vorige schijf al mee, nu is de plaat zelfs in zijn studio opgenomen. Hij speelt naast mandoline en banjo ook nog een wel heel gevoelige partij klarinet op Sunday Eve In Amsterdam, een nostalgische ode aan de geboortestad van Devries.  Het tinkelende strijkwerk van Joost van Es zorgt hier voor een nostalgische, melancholieke sfeer. En die viool van Van Es, ach daar kan ik verder kort over zijn want die voegt immers altijd een mooie klankkleur toe, ongeacht met wie hij meespeelt. Tenslotte is er Lucas Beukers, die met zijn contrabas een heerlijk warm geluid geeft aan liedjes over liefde, hartzeer en andere dagelijkse perikelen. Dan vergeet ik nog bijna de heldere stem van Sophie Janna (van folkduo The Lasses) die met name But For The Grace een wel heel fijne uitstraling geeft. Haar heldere frisse stem past prima bij de caramelkleurige vocalen van Devries.

Al luisterend hoor ik wat bekends, het eerder genoemde Sunday Eve In Amsterdam, Jericho Walls en Another Round heb ik vaker gehoord, de eerste twee op nog vrij recente albums van Hidden Agenda, de laatste is al wat ouder, uit het tijdperk dat hij met een stel gelijkgestemde zielen in Songwriters United zat, kreeg je zomaar vier sterke Nederlandse singer-songwriters voor de prijs van een. De kersverse folky arrangementen geven deze nummers wel een extra meerwaarde.

Naast het folky karakter van het album valt uiteraard de vakkkundigheid op waarmee deze muziek gemaakt is en hier en daar roept de muziek herinneringen op. Een klein riffje doet me denken aan een oud liedje van Gerard van Maasakkers, een vocale partij heeft iets van Iain Matthews, een stukje gitaar brengt me terug naar de muziek van de jaren ’70 (nee, niet de vreselijke disco, wel The Band of CSNY). Als een kameleon neemt Eric Devries al die kleuren aan, maar hij maakt zichzelf zeker niet onzichtbaar. Hij weet ze juist te versmelten tot een heel eigen geluid, die liedjes die allemaal hun eigen verhaal vertellen. Hier en daar valt er zelfs op te dansen, een walsje, vrije stijl, of meedeinen op je stoel, wie creatief is vindt altijd een weg. Song & Dance Man is dan ook een treffend gekozen titel.

Graag had ik deze liedjes live gehoord, kaartjes had ik al voor een van de optredens die eind november gepland stonden, maar helaas gooit de pandemie voor de zoveelste keer roet in het eten.  Jammer, want ik was heel benieuwd hoe ze op een podium klinken. Waarschijnlijk komt het dicht in de buurt van wat ik op het album hoor, want het is zoveel mogelijk ‘live’ opgenomen, maar daar moet ik dus nog even op wachten. Ondertussen kan ik wel blijven luisteren natuurlijk en neemt  Eric Devries even de tijd om wat vragen te beantwoorden.

FF: Wanneer ben je begonnen met muziek maken en kun je daar iets over vertellen?

Eric: Ik ben begonnen op trompet. Naar verluidt was er te veel animo bij de muziekschool voor gitaar en te weinig voor de koperblazers. Mijn handen zouden te klein zijn, ik was negen denk ik. En bovendien zou het goed zijn voor mijn longen als astmapatiëntje. Ik heb dat twee jaar met plezier gedaan tot de leraar vertrok en zijn vervanger mij totaal niet aansprak. Soms zelfs letterlijk. Toen was de lol er snel af. Bovendien was het lastig zingen met zo’n ding aan je mond. En The Beatles hadden gitaren dus dat wilde ik ook.
 
FF: Heb je ooit in een band gespeeld en zo ja welke?
 
Eric: Mijn eerste band heette Limits (met omgedraaide S!). Een trio, gitaar, bas en drums. Punk en New Wave… met twee schoolvrienden. De vader van de drummer had een Toyotabusje, die hebben we wit geschilderd en met zwarte letters de bandnaam op geschreven. Die reed heel West-Friesland (is in Noord-Holland) door dus we waren al berucht voordat iemand ons gehoord had. Talentenjachten gewonnen en demo’s gemaakt. Eerst schreef de bassist veel teksten, gaandeweg nam ik dat meer en meer voor mijn rekening. Immers, ik moest alles zingen. Er verscheen een bijna pagina-groot artikel in het Noord-Hollands Dagblad. We waren 16 of 17… De bassist verdween en mijn vriendin nam de bas ter hand. En toen stonden we ineens in het voorprogramma van The Jam. Twee avonden in een uitverkocht Paradiso in Amsterdam. Ik ben uiteindelijk halverwege jaren ’80 een tijdje gaan reizen. Twee jaar in het buitenland geweest.

Pas in ’92 weer in Amsterdam een nieuwe band geformeerd. The Big Easy. Tweede plaats in De Grote Prijs van Nederland en tweede in de Demo van het Jaar competitie in de Music Maker. Veel nationale radio maar geen platendeal uiteindelijk.
Wel meer akoestisch en Amerikaans georiënteerd. In de pers werden we vergeleken met Crowded House en The Chills.

Na het uiteenvallen van de band kwam ik als extra gitarist in de band van BJ Baartmans, die daarvoor al in de laatste line-up van The Big Easy speelde. Het was een kwestie van voor wat, hoort wat. Maar met veel genoegen overigens.
Daarna heb ik nog een tijdje samen met BJ Baartmans gespeeld als duo en in zijn band BJ’s Pawnshop.
 
Ondertussen had ik mijn eerste soloplaat (Little Of A Romeo) uitgebracht. Daarna hebben we een collectief gestart dat ‘Songwriters United’ heette. Vier singer-songwriters: Baartmans, Eric van Dijsseldonk en Louis van Empel (Mighty Yaya) die elkaar begeleiden en zo een soort instrumentale stoelendans deden.
 
Ondertussen speelde ik al jaren af en toe, met Baartmans samen, met drummer Sjoerd van Bommel en bassist Gerald van Beuningen. Vooral op festiviteiten als De Parade e.d. Er is een video van ons vier uit 2005 toen ik voor AT5 televisie een begeleidingsband nodig had ter promotie van mijn eerste album. Pas in 2016 ontstond het plan samen een album op te nemen. Dat ging toen onder de naam Hidden Agenda Deluxe.
 
In 2017 werd ik gevraagd door Iain Matthews voor zijn legendarische Matthews Southern Comfort. Hij kende mij via Baartmans natuurlijk en via de singer-songwriter concerten die ik in Nijmegen organiseerde. Ik herinner mij als klein jochie, verknocht als ik was aan de radio, dat ‘Woodstock’ voorbij kwam. En toen stonden we dat samen te zingen op podia in Europa. Magisch. Vooral ook omdat we de studio in gingen met nieuwe songs. Dat heeft voor mij, als singer-songschrijver, altijd de prioriteit.

FF: Welke instrumenten bespeel je?

Eric: Ik bespeel inmiddels vele snaarinstrumenten, van een klein beetje tot heel aardig, denk ik. Allereerst gitaar natuurlijk. Ik leer nog iedere dag, vooral alternatieve stemmingen zijn een bron van inspiratie. Verder heb ik in Songwriters United heerlijk mogen variëren; het ene liedje gitaar, dan bas, dan mandoline en ook regelmatig op drums. Vandaar de instrumentale stoelendans. Verder ben ik sinds een paar jaar verknocht aan de Mountain Dulcimer. Erg leuk en bijzonder instrument dat maar weinigen in Nederland kennen. Mondharmonica natuurlijk. Ukelele en onlangs nog een (Duits origine) Waldzither gekocht. Verder nog lapsteel.

FF: Welk instrument gebruik je bij het schrijven van je eigen muziek?
 
Eric: Bij het schrijven grijp ik toch voornamelijk naar de gitaar. Men zegt wel dat in ieder instrument een paar songs te ontdekken zijn. Dus een andere gitaar kan ook weer inspireren tot een nieuw liedje, alleen al omdat hij anders klinkt en voelt. Maar ik heb ook een song geschreven op een mandoline.
 
FF: Wie is je grote muzikale held (meerdere antwoorden mogelijk)?

Eric: Allereerst The Beatles. Die waren natuurlijk al uit elkaar toen ik ontdekte dat die vier samen een band vormden en dat zij al die songs schreven. Later was Paul Weller een voorbeeld, ook vanwege maatschappelijk engagement. Elvis kreeg ik via mijn vader mee en country was ook te vinden in de platenkast van mijn ouders. Pas later ben ik Bob Dylan meer en meer gaan waarderen. En vandaar steeds meer richting Americana’ en Folk.

Vervolgens nam een bevriende geluidstechnicus mij mee naar een concert van Steve Earle. Ook weer engagement. Teksten zijn steeds belangrijker geworden. Verhalen vertellen in een song. Grootmeesters als Guy Clark en Townes van Zandt natuurlijk. In Nederland als lichtend voorbeeld Ad van Meurs en Ad Vanderveen die ik beide heb leren kennen in de loop der jaren. Kilometers maken als singer-songwriter alleen, solo, voor publiek dat luistert. Dat is een enorme leerschool.

FF: Wat betekent folkmuziek voor jou?

Eric: Folk betekent ook de verhalen uit het leven. Popmuziek is meer vluchtig en de diepgang zit hem voor mij meer in de Folk en Americana. Van mensen die uit pure liefde voor muziek een instrument bespelen. En ook virtuositeit en muzikaliteit. Soms meer in traditie en plaatsgebonden. Engels, Iers, Schots en Amerikaans. Prachtig. Maar ik vind het ook mooi als de grenzen wegvallen, als men verhaalt en zingt over hier en nu. Dat ik als Amsterdammer kan zingen over waar ik vandaan kom en dat dat toch een universeel gevoel van melancholie weergeeft. Ik kom niet uit een lokale traditie, de muziek is mij niet overgedragen van generatie op generatie. Ik ben meer een ontdekkingsreiziger, in die zin dat ik mij laat inspireren door de menselijke maat, verhalen over alles wat een mens in het leven tegenkomt.
 
Ik denk dat we op het nieuwe album, met geweldige muzikanten als Janos Koolen, Lucas Beukers en Joost van Es de grenzen van Folk, Bluegrass en Americana prachtig overstijgen. Met verhalen waarin mensen zichzelf mogelijk herkennen.

eric devries - song & dance man

          Eric Devries - Song & Dance Man - MiG-Music

Ja, dat nieuwe album, daar had ik ook nog een paar vragen over, want er zijn wat liedjes waar ik meer over wil weten, maar ook over de Duitse platenmaatschappij, de muzikanten die meedoen en natuurlijk de inspiratie voor de titel.

FF:  De bijgesloten info doet vermoeden dat de titel Song & Dance Man iets met Dylan van doen heeft, klopt dat en waarom heb je die titel gekozen?



Eric: De term ‘Song & Dance Man’ wordt natuurlijk gerelateerd aan Bob Dylan, zoals Jan Donkers al zo fijntjes opmerkte in zijn aanbeveling van het album. Maar ook Eric Taylor was een inspiratie toen hij bij een door mij georganiseerd luisterconcert vervaarlijk het publiek in keek en zei: “If you’re looking for a song and dance man you came to the wrong place!” Om vervolgens de meest prachtige verhalen te vertellen. En het nummer ‘Ballad Of A Song & Dance Man’ schreef ik in een oogwenk. Over het moment dat iemand besluit zijn droom te volgen. In het spoor van én schatplichtig aan hen die hem voorgingen. Niet per se autobiografisch maar uiteindelijk komt het wel uit mijn pen en zou het wellicht meer op mijn leven van toepassing zijn dan ik aanvankelijk bedoelde. Leuk is ook dat als je ergens een ‘song & dance’ over maakt dat je het dan belangrijker maakt dan het is. Dat is dan weer tongue-in-cheek.
 
FF: Vanwaar komt het besluit om je album bij het Duitse label MiG-Music uit te brengen?

Eric: Waarom MiG-Music? Zij waren het meest enthousiast en doortastend. En mijn achterliggende gedachte was dat de Duitse markt heel wat groter is dan de Nederlandse. Omdat ik af en toe ook solo en later met Matthews Southern Comfort in Duitsland tourde tot aan de pandemie leek het me een goed plan eens verder te kijken dan mijn neus lang is en de gok te wagen. Gezien de reacties internationaal een goede keuze lijkt mij. Een muzikant is in Duitsland een kunstenaar, hier in Nederland ‘speel je in een bandje’.
 
FF: Was de folky aanpak van het begin af aan de bedoeling?


Eric: De Folky aanpak was inderdaad mijn bedoeling. Ik heb op ieder solo album wel een of twee akoestische songs staan. Ook bij optredens werd vaak gevraagd of ik niet een volledig akoestisch album had omdat men net had zitten luisteren naar man alleen met gitaar. En het was altijd al een wens om een keer met Contrabas te spelen. Maar ik had niet durven dromen dat het zo goed zo uitpakken. Het leek mij ook niet bepaald commercieel in deze tijden van dance beats maar ik wilde nadrukkelijk een statement maken om een zo authentiek mogelijke plaat te maken. Zo veel mogelijk ‘live’ en zo min mogelijk overdubs. Alle lof voor producer Janos Koolen en de klasse van de muzikanten. Samen speelden we een song een keer door, bespraken enkele verbeterpunten en dan ging het rode lichtje van opname aan! Dus alles is ook ‘live’ gezongen. We namen 16 songs op in twee dagen tijd en hebben gekozen voor de songs die samen het best bij elkaar pasten om zo een album te vormen. Ik wilde ook per se een heel album. Wat is dat met die EP’s tegenwoordig??

FF: Janos Koolen speelde al mee op je vorige album Close to Home, hoe heb je besloten om het album in zijn studio op te nemen en kende je de andere muzikanten ook al van een eerdere samenwerking, kun je daar iets over vertellen?
 
Eric: Janos Koolen leerde ik kennen toen hij met Ma Rain (singer-songwriter Marijn Wijnands) speelde. Hij is opgegroeid met Bluegrass muziek maar is heel breed georiënteerd. En virtuoos op vele instrumenten. Ik heb hem gevraagd destijds voor mijn derde album ‘Close To Home’ omdat producer BJ Baartmans vooral zou gaan produceren en bassen. Later is Janos een studio begonnen en sinds de pandemie wonen we praktisch tegenover elkaar al zit er een enorme rivier tussen. Maar juist vanwege het akoestische karakter dat ik in mijn hoofd had heb ik voor Janos gekozen. Toen ik een Contrabas opperde kwam Janos met Lucas Beukers. Ook een schot in de roos. En Joost van Es kende ik ook al een tijdje, we hebben ook samen optredens gedaan na ‘Close to Home’ en hij speelt al jaren samen met Janos. (SteamPower, Monroe Bluegrass). Geweldige muzikanten die intuïtief prachtige keuzes maken en ook gewend zijn veel ‘live’ te improviseren.
We hebben in deze moeilijke tijd slechts een keer kunnen optreden. Wat een belevenis. En ik ben best wat gewend.

FF: Jericho Walls en Sunday Eve In Amsterdam ken ik van Hidden Agenda, Another Round deed je al met Songwriters United, waarom heb je deze in een ander jasje gestoken en opnieuw opgenomen?
 
Eric: Ik had een aantal gloednieuwe songs en wat ideeën over songs die ik ooit al eens had opgenomen. Maar als solo artiest zijn enkele van mijn beste liedjes niet door mijzelf opgenomen en op CD verschenen. Ik wilde deze toch ook in mijn eigen discografie hebben staan. Nu kreeg ik daar de kans voor. Ook omdat ze goed zouden passen bij de nieuwe songs. Zoals bijvoorbeeld ‘Sunday Eve In Amsterdam’. Het zou eeuwig zonde zijn als niemand dat lied verder ooit zou horen behalve een enkeling tijdens kerst. Voor het kerst album met Hidden Agenda Deluxe was het makkelijk ‘eve’ in ‘christmas’ te veranderen omdat het eenzelfde melancholie kent. Maar in feite is dit hoe ik het ooit bedoelde. ‘Another Round’ staat op een album van Songwriters United maar met deze muzikanten kreeg ik de kans het nog eens af te stoffen en zelf de Dulcimer ter hand te nemen. Dus in een nieuw jasje en onttrokken aan de vergetelheid. Jericho Walls moest ik wel opnemen met deze geweldige muzikanten.

FF: Bij optredens wordt vaak een en ander uitgelegd over de liedjes (en hopelijk mag je snel weer live aan de slag om het album te presenteren) maar ik ben eigenlijk wel benieuwd naar de verhalen achter Matters Of Love, All I Know How To Do en Don't Let Me Be?
 
Eric: Matters Of Love kwam na de eerste zin die me inviel tijdens een wandeling in hartje Utrecht. Vanuit die zin ontspon zich een verhaal van twee mensen die elkaar treffen als schepen in de nacht. In de stijl van de verhalende liedjesschrijvers een situatie schetsen waaruit blijkt hoe moeilijk het kan zijn de liefde te vinden.
 
All I Know How to Do schreef ik vanuit het gitaarthema tussen de coupletten door. Ook weer over de liefde en de vraag waarom we hier toch zijn?? Voor de liefde toch? De uitvoering vooral met de bas van Lucas en natuurlijk het strijkers-arrangement van Janos maakt het voor mij een van de meest waardevolle tracks.
 
Don’t Let Me Be ontstond net voor de pandemie. Uit flarden van een oude tekst en nieuw arrangement waarbij alles in een keer op z’n plek viel. Het klinkt zwaarder dan hoe ik zelf in het leven sta, gelukkig, maar er zijn momenten geweest dat het goed was dat er iemand naar me omkeek. Die behoefte zullen we allemaal kennen, denk ik. Als alles tegen zit, of er maar geen uitzicht is op betere dagen dat je dan toch op iemand kan rekenen. Het is een van de mooiste tracks voor mij, weer omdat Janos hier een geweldig mandoline thema wist neer te zetten en de contrabas zoveel swing en diepte meegeeft.
 

Inmiddels heeft het album Song & Dance Man nummer drie gehaald in de Euro Americana Charts en een prachtrecensie in Oor. De geplande optredens om het album te presenteren zijn uitgesteld, hopelijk gaat de tour vanaf januari 2022 wel door, kijk vooral op de website van Eric Devries (https://ericdevries.info) en/of volg hem op social media, dan blijf je op de hoogte.