Fokke-Jan Swart ken je wellicht als contrabassist van de balfolkgroep Lirio. Zij moeten het echter al enkele maanden zonder hem doen, want Fokke-Jan werkt aan zijn master's thesis aan de universiteit van Perth in Australië. Aan het eind van zijn zomervakantie bezocht hij het Nannup Music Festival.

-door Fokke-Jan Swart-

Nannup is een klein dorpje in het centrum van het zuidwesten van West Australië (WA), met een dorpskroeg, een kerk, een buurtsuper, slijter en een paar huizen. Het gebied waar het in ligt, het hart van "the Blackwood Valley" is uiterst de moeite waard om te bezichtigen, met name the Bridgetown  tourist drive brengt je door en langs prachtige natuurlandschappen, maar het dorpje an sich stelt niet zo heel veel voor (hoewel de toeristeninformatie je anders wil doen geloven, natuurlijk). 

Echter  tegen het eind van de zomer is het zeer zeker de moeite waard om naar het dorpje te komen. Dit omdat dan heel het dorp het terrein wordt van een van de twee grotere folkfestivals die WA rijk is, namelijk het Nannup Music festival (het andere festival is het Fairbridge folkfestival).
Dit jaar was het Nannup Music festival het laatste weekend van februari, het was gezegend met mooi weer en een goede atmosfeer, en net zoals het jaar ervoor was de zaterdag compleet uitverkocht en de zondag bijna. De vrijdag avond en de maandag ochtend waren gratis toegankelijk. Van tevoren wist ik niet goed wat ik kon verwachten aangezien het grootste deel van de artiesten voor mij onbekend was, behalve dan namen als bijvoorbeeld John Butler en Eleanor McEvoy.

De vrijdag was ik met name bezig om mijn camper van in te richten, en het festivalterrein te verkennen. Twee bands trokken toch mijn aandacht die avond, en dat waren Grace Barber en The Yabu Band.
Grace Barber is een sing en songwriter afkomstig uit de Republiek van Seychelles, een eilandennatie gelegen in de Indische Oceaan. Haar muziek wordt omschreven als een mix van afro-creole, reggae and Island roots overgoten met een sausje van pop-muziek, of kortweg, World-music fusion. Wat ik belangrijk vond is dat het geweldig swingde, en dat bleek ook wel uit de hoeveelheid mensen die er uitbundig op stonden te dansen. Afgezien van de reggae covers vond ik haar muziek zeer goed, alleen had ik persoonlijk, in plaats van een keyboard die een poging deed om een blazers sectie neer te zetten, liever een echte blazers sectie op het podium zien staan en met name gehoord.  
Later als afsluiter van de vrijdag avond was het dan de beurt aan the Yabu band. Het was een Aboriginal formatie, en ik had al eerder van mensen gehoord dat Aboriginals hielden van rock-getinte muziek. Wat ik hoorde vond ik zeer verrassend, het rockte, maar dan af en toe met een swing die wat weg heeft van de muziek van Stevie Wonder en dan weer een song die meer country-invloeden heeft. Verder vond ik het zeer mooi dat de teksten en de muziek een positieve attitude uitdroegen,  eindelijk eens iets anders dan teksten over gebroken liefdes en ander soortig leed wat toch menig sing en songwriter op het festival (later dat weekend) vertolkte. Ik raad het zeer zeker aan om eens een kijkje te nemen op hun website om een indruk te krijgen van hun muzikale vaardigheden (www.yabuband.com.au)!

Op de zaterdag waren de highlights, volgens het publiek: John Butler; zijn vrouw Mama Kin; en (A) TinPan Orange (allemaal Australische groepen). Echter vond ik zelf het enthousiasme voor deze bands lichtelijk overdreven. Hoewel het wel goede muziek was, vond ik met name Mama Kin en TinPan Orange erg veel (teveel) weg hebben van de muziek van Fiona Apple, Björk, dan wel Tori Amos, maar dan bij lange na niet zo goed.
Mijn persoonlijke high-light was de groep, Totally Gourdgeous, met muzikaal genie Mal Webb (zie YouTube). Wat een geweldige show/uistraling had deze groep, goede muziek en ook nog eens zeer interessante instrumenten. De instrumenten die bespeeld werden, waren zelf gemaakt door de leading lady in de band, Penelope Swales (de instrumenten zijn gemaakt van een Gourd, een kalabas-achtige, vandaar de bandnaam Totally Gourdgeous, en ze brachten een geweldig geluid voort!). De eigen omschrijving van hun geluid is, Joni Mitchell meets James Brown in Bob Marley's pumpkin patch via The Muppets (Bron: Myspace,). Ik kan me in deze omschrijving goed vinden, het is gewoon geniale muziek en ik denk dat een ieder het een keer gehoord zou moeten hebben al is het alleen maar om: geweldige muzikanten op een grote variëteit aan instrumenten te horen; of om naar de geniale teksten te luisteren (die misschien het best te omschrijven zijn als Spinvis- of Frank Zappa-achtige teksten), om daarna met een goed gevoel weer verder te gaan.

totally gourdgeous
Totally Gourdgeous

Op de zondag heb ik het optreden van Harry James Angus beluisterd/bekeken op aanraden van vrienden. Deze singer-songwriter maakt verder deel uit (als trompetist) van de misschien bekendere groepen The Cat Empire en Jackson Jackson, waarmee hij al meerdere awards in de wacht heeft gesleept en over heel de wereld getoerd heeft. Echter hoorde ik hem nu voor het eerst en het was een zeer aangename verrassing. Ik ben niet heel bekend met het genre singer-songwriter en als leek vind ik al gauw dat de meeste sing en songwriters toch aardig negatief de wereld bekijken (en op den duur raak ik een beetje verzadigd van al dat negatieve). Harry James Angus had dat misschien ook wel, maar wat mij met name bij is gebleven is dat er toch veel humor in zijn optreden zat. Zijn teksten zijn absurd, soms wat morbide, maar toch met humor. Ik zou de muziek een beetje vergelijken met de kleinkunst muziek van Harry Jekkers en leonard Nijgh/Boudewijn de Groot, mooi verhalende teksten en meer dan alleen maar ondersteunende gitaar akkoorden.

De algemene indruk van het festival was dat het een zeer gezellig festival is, maar helaas was het bijna nergens geoorloofd een biertje of andere alcoholische versnaperingen te nuttigen omdat blijkbaar (West?)Australiërs daar niet altijd even goed op reageren (wat toch wel jammer is want het is toch heerlijk om met een (goed) biertje in de zon naar goede muziek te luisteren of niet?). Een ander minpunt was de kampeerfaciliteiten. De camping en het festival waren georganiseerd door twee verschillende instellingen wat er toe leidde dat er toch wel een hoge prijs moest worden neergelegd om een plaatsje voor je tentje te krijgen. Verder was het gehalte singer-songwriters op dit festival zeer hoog, ik miste een beetje meer instrumentaal gerichte muziek. Hoe dan ook, met een aantal bands (waaronder de hier boven genoemde) kon dit festival toch een aardig divers publiek trekken. De bands traden meerdere keren op tijdens het festival, wat de garantie was dat je niks hoefde te missen wat wel prettig was, zeker als de bands verspreid zijn over 7 verschillende gelegenheden. Al met al heb ik een geweldig festival weekend achter de rug met lekkere muziek en goed weer! En bovenal verrassende, voor mij nieuwe, originele muziek leren kennen (The Yaboo Band, Totally Gourdgeous).