-door Mirjam Adriaans, foto's Ronald Rietman-
Het uitverkochte festival is al grotendeels voorbij als er iets bijzonders gebeurt tijdens de tiende editie van Naked Song. Op het podium van Meneer Frits staat John Fullbright. Lekker gitaarspel, op mondharmonica klinkt hij heerlijk getergd, zijn intense zang komt uit het diepst van zijn tenen, het lijkt alsof hij al vele levens achter zich heeft. Toch is ie pas 21 jaar oud.

Singer-songwriter John Fullbright komt uit Okemah, Oklahoma, de plaats waar ook Woody Guthrie vandaan kwam. Ad van Meurs ontdekte dit jonge talent toen hij op reis was in de VS om de film Searchin' For the Heart Of The Heartland op te nemen. Gitarist Gene Williams (eveneens uit Oklahoma), als altijd een uitstekende sideman, zorgt voor extra ondersteuning van Fullbright. Zijn liedjes zijn verhalend, zoals die van zijn beroemde plaatsgenoot. Intens ook, en als vanzelf ga je luisteren. Naar het liedje voor de kinderen van zijn broers, die vlak na elkaar geboren zijn. De 'sad songs' op de piano, want daarop schrijft ie alleen maar verdrietige liedjes. Soms is het bluesy, maar hij speelt ook graag een vleug country en dan is er High Road. "I'm terrible at lovesongs", zegt ie, "they never seem to work out", maar dat wordt gevolgd door zo'n prachtig ontroerend verhaal dat de tranen in mijn ogen springen. Het gaat over een jong paar, Jack en Suzy. Jack koopt een tractor en de bank koopt het land voor zijn boerderij. Het refrein blijft me nog lang bij:

Living comes natural to many / Love comes naturally to few ... you take the high road to freedom / And I'll take the low road to you

Het thema ken ik uit de Keltische traditie, John Fullbright vertolkt het in het idioom van prachtige Amerikaanse folk, puur, eenvoudig en o zo overtuigend. Zoals Woody Guthrie dat kon, zoals Townes Van Zandt dat kon.

John Fullbright

Ooit begon Ad van Meurs met Naked Song in Gemert, kleinschalig. Na vier edities verhuisde het festival naar het Muziekcentrum in Eindhoven, en daar groeide het uit tot een festival waar muzikanten en publiek graag komen. Nederlandse gasten Blaudzun en Tim Knol laten beiden weten het een eer te vinden hier te staan. De muzikale kwaliteit is dan ook van hoog niveau, al blijft gelden dat smaken verschillen. Zo vind ik headliner Joanna Newsom muzikaal interessant, maar haar ijle, popperige stem gaat mij op den duur tegenstaan. Bovendien moesten er keuzes gemaakt worden, dus zag ik geen David Olney, Lynn Miles of Caroline Herring. Maar er was veel meer om van te genieten.

C.W. Stoneking komt uit Australië, maar is muzikaal gezien op vooroorlogse Amerikaanse folkblues en New Orleansstijlen gericht. Zijn eerste nummer op banjo geeft een goed gevoel, maar als hij vervolgens de gitaar ter hand neemt vind ik het vlakker worden. Toch maakt ie mooie liedjes, waarvan vooral een bizar verhaal me bijblijft, dat van de vriend die zou gaan trouwen in New Orleans, en vantevoren een waarzegger opzoekt en verdwijnt, om maanden later weer op te duiken, als zijn vriendin inmiddels is getrouwd met de broer van Stoneking. Don't Go Dancin' Down The Darktown Strutter's Ball heet het liedje voluit. Luister zelf op Myspace. Stoneking wordt begeleid door een paar blazers die het bizarre verhaal kleur geven naast de banjo.

C.W. Stoneking

Nog een sterk optreden is er van Matt The Electrician uit Austin. Zijn nieuwe cd Animal Boy maakte me nieuwsgierig en ik werd niet teleurgesteld. Hij zat op een cajón en had zijn banjolele en een gitaar meegenomen.  Scrappy Jud Newcomb begeleidde uitstekend op resonatorgitaar. Niet zo heel veel instrumenten dus als op zijn album, maar wel lekker genieten van zijn opgewekte songs en speelse teksten, gezongen met zijn karakteristieke hese stem. Hij speelde enkele oudere nummers en veel recent werk, waaronder een heel vers nummer dat ie nog maar een paar weken geleden in Denemarken had geschreven voor een festival daar. Hij had er drie dagen op een eiland in een kasteel gezeten met andere songschrijvers.

Matt the Electrician & Srappy Jud Newcomb

Van de Nederlandse inbreng heb ik slechts een deel gezien. Iain Matthews en het Searing Quartet spelen erg goed, maar de jazzy piano en sax worden mij wat te kriebelig. Zanger en gitarist Tim Knol heeft mooie liedjes en een paar goede begeleiders in Anne Soldaat (gitaar) en Matthijs van Duijvenbode (piano, harmonium). Muzikaal gezien is het dik in orde, we hebben beslist met een talent te maken, maar ik heb het idee dat zijn stem nog wat moet rijpen (hetgeen niet verrassend is aangezien Knol ook nog maar een twintiger is). Johannes Sigmond, alias Blaudzun, heeft een hele band meegebracht, compleet met strijkers en een accordeon. Ik weet niet goed wat ik ermee aan moet, het is knap gespeeld, maar het komt mij iets te gekunsteld over.

Helaas moet Naked Song het doen zonder Thad Beckman, die zijn tour heeft afgezegd nadat zijn vliegtuig vorige week was omgekeerd vanwege de IJslandse aswolk. Dat maakt dat de hootenanny wat eerder begint, en daarin zorgt The Watchman, oftewel Ad van Meurs, met kompanen (o.a. Gene Williams en zijn maat Jay en de Watchman Band) voor een spetterende afsluiting van het festival. Eerst nog even rustig op stoom komen, als duo met zangeres Ankie Keultjes wordt Over The Top gedaan, een mooi nieuw Watchman-nummer dat geïnspireerd werd door de soldaten uit de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog. Daarna wordt het lekker stevig en bluesy. Voor de gelegenheid is nog een keer Eric van de Lest te gast op drums en als hij de piano bezet neemt Dylan van Meurs de drumstokjes over. John Fullbright laat zijn talent nog maar eens horen in een paar partijtjes op mondharmonica en piano en Denvis zingt op zijn lekker rauwe manier het met Van Meurs samengeschreven The Devil's Got A Hold Of Me Again, van zijn pas verschenen ep. Met Columbus Stockade krijgen we een mooi eerbetoon aan Woody Guthrie, in de NO blues-variant met zang in het Arabisch door de fijne stem van Ankie Keultjes.

Minpuntje is de logistiek van de catering. Het eten is weliswaar lekker, maar festivalbezoekers moeten door de vele op te geven keuzes te lang in de rij staan en kiezen regelmatig voor een snellere hap in de stad. Een beperking van de menukeuze of zelfbediening zou de doorstroming hier zeker bevorderd hebben. Maar het belangrijkste is en blijft de muziek en wat dat betreft heeft Naked Song een mooi en sterk jubileum gevierd.


PS: Henk stuurde ons een bespreking van het concert van Isbells dat tegelijk met dat van John Fullbright plaatsvond.
Naked Song grossiert in grote namen, maar mijn parel vond ik onder de 'kleintjes'. Het was genieten bij Isbells, een sympathieke groep uit Leuven. Relaxed, humor, geen kapsones. Melancholie, triestigheid maar vooral ook vitaliteit in alsmaar weer schitterende melodieën. Twee prachtige stemmen. Hoge prettige Bon Iver-achtige leadzang van songwriter/bandleider Gaëtan Vandwoude wordt trefzeker ondersteund door de fluwelen meisjes-tweede-stem van Naima Joris. De Fleet Foxes zijn niet ver weg. Subtiele begeleiding op gitaar, toetsen, xylofoon, basklarinet (van de begenadigde multi-instrumentalist Bart Borremans), ukelele en terughoudende percussie. Het vierde bandlid (die ondermeer steel speelt) kon er helaas niet bij zijn. Zanger verontschuldigt zich dat zijn mobieltje aan blijft; hij kan elk moment gebeld worden omdat zijn vrouw op punt van bevallen staat. Het concert begint met een dertigtal mensen in de zaal om met het tienvoudige te eindigen. Natuurlijk is er de pakkende radiohit As Long As It Takes, maar ook wordt een nummer zonder versterking gespeeld. Muisstil wordt het ontvangen en met dankbaar luid applaus beloond. Gelukkig is er nog tijd voor een toegift, want het mobieltje had gezwegen.