-door Mirjam Adriaans en Henk, foto's Ronald Rietman-
Het Naked Song Festival is groot geworden, dat bleek gisteravond wel uit de behoorlijke opkomst in het Muziekcentrum Frits Philips in Eindhoven, waar al ruim voor aanvang een flink aantal mensen stond te wachten. Zo'n zes uur lang konden we genieten van singer-songwriters. Mooie grote namen als Luka Bloom en Mary Gauthier trokken veel publiek, maar er waren ook bijzondere kleine optredens, zoals dat van Davie Lawson.

-door Mirjam Adriaans-
Sinds een paar jaar wordt het Naked Song in het Muziekcentrum gehouden, maar tot nu toe in de kleine zaal en de foyer daarvan. Heel overzichtelijk, alle optredens waren te zien. Deze editie kon dat helaas niet meer, het was de eerste keer in het hele gebouw, inclusief grand café Meneer Frits, waar Ad van Meurs sinds september met succes de maandagavonden heeft georganiseerd. Naked Song is dan ook bedoeld als afsluiter van dat seizoen. Maar liefst dertien artiesten stonden op het programma, stuk voor stuk klasbakken op hun gebied. Enkelen waren zelfs speciaal voor dit festival gekomen, zoals Mary Gauthier en Teitur, van wie verder geen concerten in Nederland gepland staan rond deze tijd.

De muziek van Clemens van de Ven heb ik slechts bij het binnenkomen gehoord, en ik ben niet echt een liefhebber van piano, dus daarvan heb ik erg weinig meegekregen. Ik ben doorgegaan naar de eerste verrassing van de avond, Davie Lawson. Zijn cd Konichiwa? had me al gewaarschuwd, deze jongen heeft kwaliteit in huis. Dat bleek live nog veel sterker te zijn, en volgens mij heeft hij materiaal genoeg om een volgende cd te maken, terwijl deze nog officieel gepresenteerd moet worden op 1 juni. Heel even leek hij te moeten wennen aan de omgeving in de tweede foyer van de grote zaal, maar daarna leek hij met het grootste gemak en een prachtige stem het ene na het andere liedje te brengen, zichzelf begeleidend op gitaar en vaak ondersteund door een percussionist op darbuka. Pas na een minuut of twintig kwam Childhood Days voorbij, het eerste nummer dat ik herkende van de plaat. Ik wilde echter ook nog wat van Malcolm Holcombe zien, en gezien de overlap moest ik daarvoor dit optreden voortijdig verlaten.

malcomb holcombe
Malcolm Holcombe

Na een drietal nummers had ik het wel gezien bij Holcombe. Ik hou wel van doorleefd en rafelig, maar wat hij bracht was wat mij betreft net over het randje. Overigens hoorde ik later zowel Mary Gauthier als een van de heren van Elliott Brood lovend over hem spreken, maar goed, het zal een kwestie van smaak zijn.

Het eerste concert in de grote zaal was van Teitur, waarbij een inleidend nummer gespeeld werd door Denvis, lid van een stevige rockband, maar duidelijk ook van de luisterliedjes. Teitur zong wat in het Faerøers, klonk eerst wat zoetsappig, je verwacht dat er zo strijkers gaan invallen, maar werd steeds beter naarmate het optreden vorderde. Dromerige liedjes maakt deze man, met opvallende onderwerpen, zoals mag blijken uit titels als Thief About to Break In of I Run A Carrousel. Zelfs het breken van een snaar maakte nauwelijks inbreuk op de sfeer en werd snel en goed opgevangen.

teitur
Teitur

Van het optreden van de Blue Grass Boogiemen had ik nauwelijks wat gehoord, maar een volgende verrassing deze avond was dat ze Claude Diamond begeleidden bij enkele nummers. Ook met hem wisten ze heerlijke bluegrass klanken uit hun instrumenten te halen, zodat het bijna jammer was toen Diamond in zijn eentje op gitaar verder ging, hoewel dat toch de essentie is van Naked Song, het pure liedje in al zijn naaktheid laten horen. Deze Amerikaan is na zijn pensioen de muziek in gegaan, en zit bijzonder vriendelijk ogend te spelen in Meneer Frits. Zijn liedjes klinken zo heerlijk aangenaam en ontspannen verhalend, dat hij zelfs een toegift mag doen.

claude diamond met de blue grass boogiemen
Claude Diamond met de Blue Grass Boogiemen

In pure liedjes is Mary Gauthier gespecialiseerd. Het podium van de grote zaal is groot, maar zij heeft daar geen enkele moeite mee. Ja, ze begrijpt dat wel, die naakte liedjes, heeft er genoeg op het repertoire. Ze zingt o.a. over Steamtrain, 'the king of the hoboes'. Ze las een berichtje over zijn dood en schreef erover, en ook over New Orleans, waar ze zelf woonde en waar ze heel wat muzikanten kende die er na Katrina wegtrokken, en waar het nu nog een zootje is. Mooi optreden.

mary gauthier
Mary Gauthier

Dan is het geluid van de Canadese groep Elliott Brood heel wat steviger, met zang, gitaar, banjo en een uitgekleed drumstel voor percussie. Ze voelen zich zelf eigenlijk ook wel een beetje een buitenbeentje op het festival. Het is even wennen aan een rauwere rockende bandklank, maar dan is de muziek prima verteerbaar. Deze drie heren hebben een heel eigen stijl om oude traditie en modern genre met elkaar te verbinden, het wordt wel blackgrass of death country genoemd, en dat komt aardig in de buurt van wat ze doen. Het is in elk geval donker.

elliott brood
Elliott Brood

En voor je het weet is er de afsluiter van de avond, Luka Bloom. Hij kwam duidelijk boos het podium op, legde uit dat hij lang had moeten wachten, hoewel het concert uiteindelijk maar een kwartier later begon dan gepland. De organisatie was vervolgens niet flauw en liet hem ruim een uur spelen, plus nog een toegift. Hij zong onder andere City Of Chicago, dat al ruim twintig jaar op het repertoire van Christy Moore staat, en of het de ervaring van Christy is, of de emoties die Luka nu parten speelden, ik weet het niet, maar de versie van de oudere broer die ik vorige week hoorde klonk beter. Luka Bloom kreeg uiteraard wel weer het publiek aan het meezingen met Sunny Sailor Boy, al was het animo om met het nieuwe Tribe mee te doen veel minder. Nou ja, op de nieuwe plaat doet zijn zoon dat en je kan als toehoorder toch niet zomaar de rol overnemen van een lid van zo'n muzikale familie...

Image
Luka Bloom

Wat ik miste bij dit festival was een centrale cd-stand, je kan tenslotte niet altijd het einde van een concert meemaken. Ook zou het prettig zijn als er wat overlooptijd zit tussen de concerten, een paar minuutjes is al genoeg, zodat er even wat te drinken gehaald kan worden of het programma geraadpleegd. Het zal waarschijnlijk ook net iets meer ruimte in het schema geven, zodat er minder uitloop komt. De hootenanny in Meneer Frits na afloop was een mooi idee, heel leuk, die optredens van de Blue Grass Boogiemen met Davie Lawson, Myshkin en Denvis. Ook de live-uitzending van Radio 6, met interviews en korte optredens bracht fijne tussendoortjes. Naked Song Festival 2007 was sterker dan ooit, en was met recht een spetterende afsluiter van het singer-songwriterseizoen in het Muziekcentrum.

-door Henk-
De twee vertegenwoordigers van de sterk groeiende jonge Amsterdamse singersongwriters-scene kwamen heerlijk ongedwongen over.  

De zwarte krullebol Davie Lawson  beschikt over 'n dijk van een stem. Thuis in Wales  groeide hij op met de Bob Dylan-muziek van zijn vader. Vanuit Wales verhuisde hij naar Amsterdam, waar hij ondermeer geregeld te vinden is op het songwriters-podium van ‘Casablanca'. Onder de huid kruipt-ie met zijn fingerpicking gitaarspel in Swimming in the river Rhine, My country is where the land it rains (Momma) heeft meer een gitaardrive á la Luka Bloom. Af en toe pakt hij de mondharmonica en assisteert een percussionist. Het ene moment doet-ie me denken aan Nick Drake of Rufus Wainwright, het andere aan Josh Ritter of een jonge Dylan. Enthousiast vertelt hij over de tijd in Wageningen waar hij zijn eerste album opnam. Hoe hij zwemmend in de grote rivier gewaarschuwd werd voor een donkere stip in de verte, een boot die snel dichterbij kwam...  Kortom, een goede onderhoudende muzikant. Prachtig sfeertje!

Image
Davie Lawson

Lucky Fonz III (de 25-jarige Otto Wichers) is op z'n  best in zijn intieme werk. De roezemoezerige foyer is daarvoor niet het meest gepaste podium, maar de zanger/gitarist blijft zondermeer overeind. Zijn dromerige pose wisselt hij af met onverwachte luide kreten. In zijn sumiere fingerpicking gitaarstijl legt hij voldoende dynamiek. Zijn aankondigingen klinken lichtjes naïef, zo van ‘vonden jullie het mooi?'. Is het gespeelde onschuld? Het komt in ieder geval innemend over, zoals ook de manier waarop hij enkele collega's uitnodigt om Poor Carolina mee te zingen. Waar zijn Amsterdamse maatjes Davie Lawson en diens percussionist achteloos aanschoven, deed Roos (Roosbeef) dat meer schoorvoetend. Maar vervolgens klonken de vier stemmen als een klok.  Als je zo'n ijzersterk kippevelnummer als ‘The Beat' hoort, denk je dat het een Amerikaanse folkklassieker is. Maar het is wel degelijk van eigen fabrikaat. Geen wonder dat LFIII ondermeer daarmee eerder dit jaar de Grote Prijs van Nederland won. 

lucky fonz iii
Lucky Fonz III