Folkfestival Dranouter trok 78.000 bezoekers, 5000 meer dan vorig jaar. Toen was het matig weer, nu droog en heet. De recensenten in de Vlaamse dagbladen misten dit jaar écht aansprekende internationale folknamen. Maar zo stelt De Morgen vast: ....ach, voor veel mensen was ook dit jaar de muziek niet meer dan een aangenaam nevenverschijnsel. Op weinig festivals is er zoveel ambiance als op het oergezellige familiegebeuren dat Dranouter nog altijd is...


Het merendeel van de muziekliefhebbers kwam af op vertegenwoordigers van aangrenzende stijlen. Zo was Sinead O'Connor een echte trekker, zoals ook de Vlaamse muziektop, dit keer vertegenwoordigd door mensen als Bart Peeters, Axelle Red, Arno, Hof van Commerce en Think Of One.

De Standaard constateert met het oog op het affiche dat het festival drastisch moest besparen. De Morgen stelt dat er een duidelijk gebrek was aan grote namen. Ook vraagt die krant zich af waarom er al jaren compleet voorbij gegaan wordt aan de neofolk van pakweg CocoRosie, Devendra Benhart en Joanna Newsom en dat terwijl "al die bands ook nog eens op tournee zijn (zie Pukkelpop) met een recente plaat onder de arm, dan is het helemaal vreemd dat ze niet op Dranouter Folk(!)festival staan..."

De Morgen kopt: ‘De heetste hooischuur van het land is nog niet uitgeblust'. De Standaard: ‘Dranouter is Costa de la Fiesta'. Zonder echte publiekstrekkers was het festival door de gunstig gestemde weergoden voor de organisatie dus toch een succes. Maar het warme weer speelde de bezoekers soms ook parten. Ook voor de muzikanten was het lastig. De Standaard: "Voor de artiesten mag het meestal wat frisser zijn: je moet van goeden huize zijn om zo'n soezende menigte mee te krijgen".

Zondag werd het boven de dertig graden. Sommigen raakten onwel in de warme concerttenten, maar tot uitzonderlijke problemen leidde dat niet. Alsnog aangerukte openbare douches en het dankbaar gebruik maken van gigantische ijsblokken van een sponsor en vooral het opzoeken van elk schaduwplekje brachten in veel gevallen soelaas tegen de verzengende hitte.

DE MORGEN
In De Morgen waarderen de twee recensenten Pieter Coupé en Gunter Van Assche de concerten met sterren (van 1 tot en met 5). Zo krijgt Ambrozijn 10 jaar er drie met ondermeer de kwalificatie ‘rommelig maar charmant'. Dat is nog altijd één ster meer dan de Levellers ("De grootste tragiek van de Levellers blijft dat de echte magie van de groep alweer vijftien achter hen ligt"...), Toumani Diabaté ("helaas een weinig innovatief dansorkest. Het publiek dutte bovendien liever in het hooi dan aanstalten te maken tot dansen, waardoor de sfeer snel zoek was"...), Sergent Garcia ("Last van de warmte"...), het duo Mark Lanegan & Isobel Campbell ("Hoewel het bloedheet was in de grote tent, zakte de temperatuur diep onder het vriespunt toen beiden op de bühne verschenen"...) en de te wisselvallige Sinéad O'Connor ("Jammer genoeg haalde O'Connor maar zelden hard uit met haar stem, die heser klonk en minder standvastig. De grootste spelbedervers van de show bleken evenwel het bedroevende geluid in de tent én het publiek: tijdens broze pareltjes zwelde het geroezemoes zo sterk aan dat je jezelf tussen een stelletje viswijven waande...") .

Afgaande op de toegekende sterren behoorde volgens De Morgen de Noord-Ier Peter Wilson alias Duke Special (****) tot de betere acts. Yevgueni, Kadril, Bart Peeters en Axelle Red kregen er eveneens vier. Over Duke Special meldt De Morgen: ..."zijn songs op basis van piano passen perfect in deze tijd, waarin Coldplay een van de grootste bands van het moment is, én zijn tegelijk compleet uit de mode. Ze grijpen namelijk terug naar een tijd waarin de grammofoon nog met een hendel aangedraaid werd, platen op 78 toeren werden afgespeeld en het woord vagebond nog een romantische bijklank had. Op Dranouter trad Duke Special voor het licht met een antieke piano en werd hij bijgestaan door een driekoppige band die 's mans songs van klassieke snit stijlvol inkleurde. Zo hoorde je een klarinet in het jazzy ‘Everybody Wants a Little Something' en weerklonken vogelsamples in het vaudeville-achtige ‘Wake up Scarlett'. De zotskapact van de drummer in het nochtans intrieste ‘I Let You down (like a Tonne Weight') zette het cabaretgehalte van deze unieke band extra in de verf, zeker toen die man ook nog eens met een klopper en een kaasrasp en een zelfgemaakte percussie-instrument begon te goochelen. Niet meer dan terecht dus dat het publiek na de wereldhit-in-wording ‘Freewheel' nog twee bissen wist af te dwingen..."

DE STANDAARD
De Standaard stuurde Kristof Hoefkens en Inge Schelstraete naar de Vlaamse Westhoek. Zij laten de sterren achterwege. Hier enkele citaten uit de uitgebreide recensie.
Levellers: "Geen nieuw materiaal, maar hun punky folk deed de tent zondag wel vanaf het eerste nummer daveren. Zoals verwacht, maar soms is dat prima".
Toumani Diabaté: "De plastic synthesizer die Afrikaanse muziek zo vaak verziekt, was gelukkig weinig te horen, maar dit werd nooit méér dan virtuoze trancepop".
Justin Nozuka: "De cd van de jonge Canadees Justin Nozuka, amper 18, wordt vergeleken met Ben Harper en Damien Rice, maar hij viel te licht uit om het grote podium een uur lang te boeien. Daarvoor had hij te weinig ervaring, précense en materiaal".
Think Of One: "Deze Antwerpse wereldfanfare gaf elke avond een optreden - live of een dj set - maar rolde zaterdag ook een paar keer op zijn rijdende podium over het terrein. Twee percussionisten, drie blazers - de trombone zorgt voor de bas - en een gitarist waren voldoende om overal mini-dansfeesten te doen ontstaan. Dranouter leek nooit meer de Costa de la Fiesta dan op die momenten. Think of One is verrassender en vernieuwender dan Sergent Garcia".
Ode aan Dirk Van Esbroeck: Vooraf vreesden we dat de hommage aan de overleden Dirk Van Esbroeck in de broeierige middaghitte niet voldoende uit de verf zou komen. Maar de elfkoppige groep die voor die gelegenheid werd samengesteld - met als voornaamste leden Jan De Smet, Juan Masondo en Paul Rans en Wiet van de Leest van RUM - bracht voor een aandachtig luisterend publiek een behoorlijk straffe mengeling van poëzie, bindteksten, kleinkunst, tango, wals en folk: de ode die Van Esbroeck verdiende".
Ambrozijn 10 jaar: "Wouter Vandenabeele, Wim Claeys en Tom Theuns van Ambrozijn waren niet van plan zich iets van de hitte aan te trekken, maar zelfs als ze een wilde jig uit jun viool, accordeon en gitaar toverden, bleef hun publiek hardnekkig zitten (...) De kippenvelmomenten kwamen toen de stemmen van Soetkin Collier, Vera Coomans en Theuns zich verstrengelden".
Lisa Germano: "Prachtige liedjes, maar Germano zat meestal met haar rug naar het publiek aan de piano, dus bleef het bij ‘even chillen voor het slapengaan'".
Admiral Freebee: "Akoestisch of niet, Admiral Freebee rockte weer het dak van de tent".
Sinéad O'Connor: "Sinéad O'Connor mag zich dan tot een leven in dienst van God hebben bekeerd, hemelse muziek leverde dat in de eerste helft van haar concert niet op. Drie kwartier lang stond O'Connor, mét Moeder Theresa-kapje op het hoofd, beduusd naar de podiumvloer te turen en zachtjes haar ingetogen folksongs te prevelen, tot het geroezemoes in de tent luider klonk dan zij. Dé meezinger van het festival, ‘Nothing compares 2 U', was de voorbode van een half uurtje ouder werk.De ingedommelde menigte schoot wakker. O'Connors verlegen blik maakte plaats voor pretoogjes en de grote momenten volgden elkaar snel op. Een half geslaagd concert: voor iemand van haar kaliber eigenlijk niet goed genoeg".

Zie ook www.folkdranouter.be, www.demorgen.be en www.standaard.be