-door Mirjam Adriaans, foto's Ronald Rietman-
Ze vormen al diverse jaren een duo en wie ze ziet en hoort is veelal onder de indruk van wat ze kunnen, hij meestal op gitaar of viool en zang, zij met een stem waar je u tegen zegt. In thuisbasis Eindhoven speelden Alex Akela & Birgit Wijdemans vorig jaar op de Folkwoodsreünie en in mei zag ik er hun liedjesprogramma Oorlog & Vrede. Een mooie aanleiding om ze eens wat vragen te stellen over hun muzikale achtergrond.

Zowel Alex Akela als Birgit Wijdemans zag ik diverse keren in de begeleiding van iemand anders, Alex als multi-instrumentalist (o.a. Lynn Miles, Lynne Hanson, Michael Weston King, Vanessa Peters, Matt Harlan, Mattanja Joy Bradley) en Birgit als vocalist met onder meer Bart de Win en onlangs allebei nog met Onze Martinus. 

Tien jaar geleden zag ik ze voor het eerst samen als duo bij een aflevering van SiSo City in de reeks Ad van Meurs presenteert... in Eindhoven, een avond waar lokale singer-songwriters twee nummers mochten spelen. Als ik het goed begrijp is dit ook hun eerste publieke optreden geweest als duo, en waar de meesten Engelstalig werk deden hoorde ik bij hun ineens iets in het Russisch. Met een Engelse vertaling erbij en een licht melancholieke sfeer en dat maakte indruk. Ook op programmeur Ad van Meurs blijkbaar, want enkele jaren later mochten ze van hem een hele set spelen in een van de vele dubbeloptredens in zijn reeks. 

Het ging om het nummer Dark Is the Night, te vinden op een demo van het duo uit 2014. En naast Serendipity (2011), de soloplaat van Alex, is dat volgens mij de hele discografie tot nu toe onder hun eigen naam, al hebben ze natuurlijk wel heel wat keren anderen bijgestaan in de studio. Op Discogs vind ik albums van Bart de Win, Def Americans en indierockband Hunting The Robot waarop backing vocals staan van Birgit. Alex speelde onder meer op viool, akoestische gitaar of mandoline mee op albums van onder meer de eerder genoemde Vanessa Peters, Nederlandstalig singer-songwriter Saranne, powerpopband Walker Diver en hij is te horen op diverse platen van Björn van der Doelen. En ze leverden allebei bijdragen aan albums van André van den Boogaart en de debuutplaat van Onze Martinus. 

Natuurlijk wil ik graag meer weten over hun muzikale achtergrond, dus spreken we af op een aangename oktobermiddag voor een boeiend gesprek. 

Zoals gebruikelijk eerst wat algemene vragen:

FF: Wanneer ben je begonnen met muziek maken en kun je daar iets over vertellen?

Alex: Ik ging op mijn zesde naar de muziekschool met als hoofdinstrument viool. Dat was eigenlijk toeval, ik wilde graag gitarist worden, maar er was daar geen gitaarleraar. Ik werd door de toelatingscommissie aangenomen, maar met welk instrument was nog onduidelijk. Een leraar trompet wilde mij wel in zijn klas, maar onderweg om mij daar aan te melden kwamen mijn vader en ik de docente viool tegen die ook in die commissie zat. Zij vroeg welk instrument ik ging doen, dus antwoordde mijn vader dat het wel trompet zou worden. Maar zij wilde mij ook graag in haar klas hebben en viool vond ik ook een mooi instrument, dus zei ze: "Dan regel ik dat wel met mijn collega van trompet, maar vanaf nu zit je in mijn klas." Toen ik thuis kwam en dit aan mijn oma vertelde zei ze tegen me: "ja, maar het zijn allebei snaarinstrumenten, dus als je eenmaal viool kunt spelen, dan zul je ook vrij snel gitaar kunnen spelen." En zo is het gekomen dat ik in eerste instantie violist werd.

FF: Hoewel in zijn familie speelde enkel zijn vader een beetje accordeon speelde is het uiteindelijk ook zo gegaan. Toen Alex zestien was ging hij op gitaarles en ging daar zo goed vooruit dat zijn docent na acht maanden zei dat hij een beter instrument nodig had om verder te komen. Dus ja, die achtergrond op viool heeft hem enorm geholpen. 

Alex Akela
Alex Akela

Birgit vult aan: En hij had natuurlijk ook al piano, muziektheorie en muziekgeschiedenis en al dat soort dingen gehad. Want dat kreeg je ook op die muziekschool.

FF: Voor Birgit is het antwoord wat lastiger:

Birgit: Dat weet ik eigenlijk niet zo goed. Ik zing eigenlijk altijd al, ook als kind. Op de basisschool hadden we een schoolkoor en dan moesten er wel eens solo's gezongen worden met kerst en met musicals en zo. Ik zat op een Jenaplanschool dus daar waren heel veel vieringen en was ik vaak een van de kinderen die een solostuk zongen. Niet dat ik daar op enig moment gedacht heb "dat kan ik", dat deed ik gewoon. Het was vanzelfsprekend eigenlijk. Mijn vader was drummer in een New Orleans jazzband, dus die muziek is ook echt wel mijn paplepel. En mijn moeder luisterde naar Johnny Cash, Carl Perkins, dat soort dingen, John Denver, maar ook The Dubliners kwamen bij mij thuis wel voorbij, want mijn juffrouw van school was ook bevriend met mijn ouders en die was helemaal into Ierland en Ierse folk. Mijn zus hield van Elvis, dus zong ik daar backing vocals mee, mijn vader draaide New Orleans jazz, dat is heel gelaagd, dus dat leerde ik ook meteen, maar ook bijvoorbeeld Mahalia Jackson, gospel, dat is echt mijn ding, dat vind ik helemaal te gek. Ik zong gewoon alles mee.

FF: En je bent later ook op het conservatorium terechtgekomen, toch?

Birgit: Ja, dat is toevallig gegaan. Ik kreeg een piano te leen van iemand die in Amsterdam driehoog achter ging wonen en het was te duur om dat ding te verhuizen. Toen vond ik dat ik les moest nemen en kwam ik terecht bij Bart de Win op de muziekschool [CKE, red.]. En in les twee of drie zei hij "je moet zangles nemen, want je kan hartstikke goed zingen." Ik dacht, da's best leuk, dus dat heb ik gedaan, bij Miriam Snoek thuis, want op dat moment kon je bij CKE geen twee vakken tegelijk volgen. Er waren toen ook al mensen die mij vroegen of ik zangles wilde geven, maar dat wilde ik niet, want ik wist dat je heel snel verkeerde dingen kunt aanleren, al had ik net de PABO af en was ik wel juf. 

Maar ik vond die lessen bij Miriam wel leuk, dus gaandeweg kreeg dat wel mijn interesse, hoe leer je iemand zingen? Ik werkte en wilde niet meer fulltime naar school, dus deed ik staatsexamens voor muziektheorie na drie jaar avondschool. Dat kon alleen maar klassiek of jazz, dus die keuze was eigenlijk meteen gemaakt. Ik ging jazz doen en had aldoor ook les van Bart en kwam steeds op de les bij hem van o, nou kan ik het echt niet meer (ik had nog nooit van blad gespeeld) en dan zei hij: jawel, dat kan je wel, luister maar. Dan speelde hij het voor en inderdaad, wist ik veel dat dat majeur zeven heette of kruis elf of wat dan ook, maar al die klanken kende ik inderdaad wel. Dus de eerste twee jaar was het vooral labels plakken op dingen die ik gewoon kende. 

Na die examens wilde ik een examen piano voorbereiden met Bart en alvast les nemen bij iemand die op het conservatorium in Rotterdam zang gaf. Proefles afgesproken bij Laura de Bekker en die zei: "waarom doe jij niet gewoon toelating?" en ik vond nog steeds: "ik doe maar wat." Zo is het echt letterlijk gegaan. Toen heb ik een tijd in Rotterdam gestudeerd, maar werd ook mijn vader ongeneeslijk ziek, dus ben ik bijna een jaar uit de roulatie geweest omdat ik het belangrijker vond om bij mijn vader en mijn moeder te zijn. Daarna heb ik de studie weer opgepakt en ben ik in december 2003 afgestudeerd. 

FF: Heb je ooit in een band gespeeld en zo ja welke?

Alex: In mijn jeugd ben ik nog lid geweest van een amateur symfonieorkest in Tegelen. In die tijd kwam ik ook Hans Peeters tegen uit Venlo, die wilde een folkbandje beginnen [Doolin' Kells, red.]. Hij had al een gitarist en ze wilden iemand die viool of tin whistle zou spelen. Toen zei ik nou, ik speel wel viool, maar geen folk. Dan zou ik daar eerst meer van moeen weten. Ik kreeg een stel cassettebandjes toegeschoven: "ga maar eens luisteren en kijk maar wat je ervan kunt maken." En thuis zag ik dat ik dit soort muziek heel interessant vind om te maken, omdat het niks vastlegt. Je mag ter plekke je partij bedenken, als het maar past in het geheel. En toen ben ik me daarin gaan verdiepen. 

Via internet kwam ik daarna nog andere singer-songwriters tegen. Bijvoorbeeld Hanneke de Jong uit Arnhem, zij speelde een beetje in de stijl van Joni Mitchell. En zo is dat balletje gaan rollen. Tegelijkertijd was ik ook al zelf liedjes aan het schrijven en dacht ik: mischien moet ik ooit maar eens zelf een plaat gaan maken. Die twee sporen zijn eigenlijk steeds samen blijven lopen, dat ik aan de ene kant mijn eigen liedjes probeerde neer te pennen en kijken wat ik daarmee wil, en aan de andere kant ook dat ik de liedjes van anderen kleur kon geven en ervaring opdoen.

Internationaal heb ik veel collega muzikanten ontmoet via Myspace, dat was een heel fijn platform om te netwerken. Vanessa Peters zocht optredens in Nederland, dus ben ik gaan bellen en regelen. Dat was destijds heel nieuw en fris. Zo legde ik ook contact met MC Hansen uit Denemarken of met Lynne Hanson, dus ik ben heel veel verschuldigd aan Myspace voor contacten met andere muzikanten.

Birgit: Nou, ik heb vooral een aantal dingen in de Eindhoven Rockcity scene gedaan, ook platen ingezongen met mensen uit die scene. Met Def Americans heb ik wat theatershows gedaan. Daar was ik dan een van de Carter Sisters. Kim [Wolterink, red.] is natuurlijk hun fantastische vaste zangeres en daar wilden ze toen nog twee mensen bij, dus dat hebben Ariënne [Holla, red.], aan wie ik destijds ook zangles gaf, en ik samen gedaan.

Alex vult hier aan: En bij Bart de Win natuurlijk.

FF: Even opzoeken leert dat Birgit op het album Easy To See (2012) heeft meegezongen. En Alex wijst erop dat Bart net als Birgit een jazzachtergrond heeft.

Birgit: Klopt, dat was ook wel wat ons een beetje verbindt, maar we zijn denk ik allebei in die tijd wel een beetje verschoven richting americana en folkachtige hoek. Ofschoon we dat wel los van elkaar deden.

FF: Een recent project van allebei is Onze Martinus, het jongste project van Martijn Kuijten. Birgit zingt onder meer een duet, Alex leent hieraan zijn viool. Maar ze zaten ook allebei in de Rauwe Rand, de begeleidingsband van André van den Boogaart, waar ze elkaar hebben leren kennen rond de verschijning van diens debuutalbum Met Modder In Mijn Bloed (2012).

FF: Welke instrumenten bespeel je?

Die vraag is voor Birgit snel beantwoord: het belangrijkste instrument is haar stem en ze heeft piano leren spelen.

Alex: De meeste mensen vragen me voor viool. Dat vind ik heel fijn om te doen, het is bijna net als met fietsen, dat voelt ook heel natuurlijk. En soms past mandoline of gitaar beter om iets in te kleuren. Gitaar vind ik ook een heel mooi instrument maar wordt al door zoveel mensen gespeeld. Dus zoek ik het vooral in de combinatie van viool, gitaar en mandoline. En soms een enkel riedeltje op accordeon of mondharmonica. Het kan net dat mooie kleurtje zijn dat het liedje afmaakt. Ik kan ook een (elektrische) baspartij invullen en ik heb een akoestiche (fretloze) bas.

Birgit vult aan: Toetsen, Hammond, dat heb je gedaan in Bradley's Circus bijvoorbeeld [de band rond Mattanja Joy Bradley, red.]. Alex is sowieso altijd bezig met instrumenten, hij heeft ook een ud, maar die is nog niet voor het podium. 

Alex: ja, dat is werk in uitvoering, maar ik vind het een pracht van een instrument en het is nu een uitdaging om te kijken hoe ik zo'n ud kan integreren in de muziekgenres waar ik mee bezig ben, dus americana en folk. Dat project van Ad van Meurs, NO blues, was daarvoor een grote inspiratie.

FF: Welk instrument gebruik je bij het schrijven van je eigen muziek?

Alex: Meestal gitaar, want die ligt lekker op schoot. Dan resoneren de snaren met je buik en dat geeft een heel prettig gevoel. Dan ga ik gewoon wat pielen en kijken wat eruit komt. Dan volgt er meestal een muzikaal idee en dat probeer ik dan te koppelen aan een tekst, denk ik na over wat ik ermee wil zeggen. De laatste tijd is steeds eerst de muziek en dan de tekst ontstaan, maar het is ook wel eens tegelijkertijd gebeurd, dan is er een bepaalde zinsnede of een idee voor een titel en heb je ineens een idee hoe dat gezongen kan worden, dan is het liedje al begonnen.

FF: Componeren doet Birgit zelf niet, al schrijft ze wel zelf haar eigen partijen als ze ergens vocalen moet doen:

Birgit: Harmonies of zo, dat doe ik zelf en dat vind ik ook heel erg leuk om te doen, want zoals Alex straks al zei, dan ben je vrij om te kiezen, om te kijken: wat past hierbij?

FF: Wie zijn je muzikale helden?

Alex: Nou, ik vind vooral John Hiatt een grote inspiratie. Die leerde ik kennen via Ilse de Lange, die zijn liedjes deed in de Marlboro Flashbacks Tour in 1999. Ik draaide die plaat grijs en wilde die man zelf horen, de liedjes waren zo goed. Ik moest wel even aan zijn stem wennen, maar wat ik nu erg goed vind is dat hij zijn liedjes bijna terloops zingt. Dat getuigt van groot talent, als je het zo natuurlijk kan laten klinken, dat je denkt dat bijna iedereen dat zou hebben kunnen schrijven. Maar hij is degene die het ook heeft gedaan. Een van de mooiste platen vind ik Crossing Muddy Waters, waar hij eigenlijk alleen maar met akoestische gitaar, mandoline en bas speelt. Hij had nogal wat sores gehad (alcoholproplemen, zelfmoord van zijn vrouw), en die plaat werd eigenlijk een soort weerspiegeling van wat nou het belangrijkste is in het leven. 

En Bruce Cockburn, sowieso heb ik heel veel uit zijn gitaarspel geput, nog altijd trouwens. Maar ook zijn teksten, hij is heel intellectueel, maar vaak zijn zijn woorden zo raak, hoe hij bepaald onrecht in de wereld omschrijft en toch nog het geloof in de mens altijd weer terugkomt in zijn platen. Dat soort mensen zal ik ook missen als ze er niet meer zijn, ze zijn een soort orakel voor mij, ik ga bij hun liedjes te rade, hoe zou jij dit verwoorden, hoe zou jij neerzetten wat nu in de wereld gebeurt. Ik vind het ook heel inspirerend om te zien, in interviews bijvoorbeeld, wat voor mens ze zijn, waar zij hun wijsheid vandaan halen. Cockburn heeft heel veel gereisd, dus als je hoort over een gesneuvelde soldaat die teruggevlogen wordt uit Afghanistan dan weet je ook dat hij waarschijnlijk bij die ceremonie was.

FF: Birgit wijst op een paar Russische voorbeelden, Joeri Sjevtsjoek en Vladimir Vysotski.

Alex: Vladimir Vysotski was gewoon een persoon, een gitaar en een stem. Hij zag zichzelf meer als dichter dan als singer-songwriter, dus hij declameerde gedichten met ritmische begeleiding van zijn gitaar. Die man is doodgegaan in het jaar dat ik geboren ben en ik voelde ook als kind al dat hij heel goed kon luisteren naar de gewone man. Hij leefde zich helemaal in, zodat mensen zwoeren dat hij ook een zeeman was, of een bergbeklimmer, of een acteur. En dat zette hij natuurgetrouw neer in enkele zinnen. Ik probeer wat van hem te vertalen, maar merk dat dat zo ingenieus in elkaar zit, dat dat heel moeilijk is. Hij noemde zichzelf een bard maar zong niet, hij vertelde de verhalen. Dat was ook een soort protest tegen het officieuze Sovjetlied, dat heel goed gearrangeerd was en zijn liedjes waren juist heel kaal, met zelfs een beetje een ontstemde gitaar. En wat mij ook heel erg aanspreekt is dat hij zijn liedjes niet in klinkende munt wilde omzetten.

FF: In Nederland zijn Maarten van Roozendaal, Ton Engels (liedjes met een knipoog en zelfspot) en Arno Adams inspiratiebronnen. Met Adams heeft hij meegespeeld en uit de eerste hand gezien hoe die liedjes ontstaan, hij wordt niet voor niets de Treurwilg van Belfeld genoemd. Maar ook Ilse de Lange, die met World of Hurt (1998) liet horen dat je ook met iets puurs de hitlijsten kon halen in een tijd dat alles werd doodgeproduceerd met synthesizers en computers. En op een zondagavond zag hij bij een sportprogramma met Mart Smeets Lynn Miles, via wie hij de Songwriter Rounds ontdekte, waarbij somgwriters samen op een podium zitten en verhalen uitwisselen.

Birgit heeft niet echt helden: Het mooie is, ik was als kind al geen fan van iemand of van wat dan ook, dat hele gen ontbreekt mij. Ik heb wel bepaalde nummers die ik heel mooi vind om een of andere reden. Uiteindelijk ben ik gaan zien dat de mens en wat hem beweegt, dat dat is wat ik interessant vind. En dat is ook waarom ik folk interessant vind, voor mij gaat muziek vooral over communicatie. Zoals Alex al zei, het leven van de gewone mensen en de diepgang die dat heeft, terwijl dat toch een oppervlakkige en eenvoudige tekst kan zijn. Ik denk dat daar ook mijn liefde voor gospel vandaan komt. Ik ben niet perse zelf heel gelovig, maar de begeisterung waarmee die mensen dat brengen, dat vind ik fantastisch!

FF: Wat betekent folkmuziek voor jou?

Alex: Folkmuziek is voor mij iets wat uit de mensen komt. Door met elkaar in contact te zijn, uitwisselen, dus het is een spiegel van hun emoties, van hun zorgen, hun verlangens, van wat zij belangrijk vinden in het leven. En het verandert dus ook. Aan de ene kant zit daar een traditie aan van soms eeuwen oud, ontstaaan in de streek waar ze wonen of meegebracht door nieuwkomers uit andere streken, maar dat meandert met de tijd mee. Voor mij is het dat authentieke, dat er dus geen commercie in zwang is daarin, maar dat het echt uit de mensen komt en hun wereld weerspiegelt, dat is voor mij folkmuziek. 

Birgit: Om te beginnen gaat het daar vaak om tekst. Of juist om met zijn allen mee te kunnen doen, we klappen allemaal mee of we zingen met zijn allen dat refrein en doordat de luisteraar dan deelnemer wordt is het al een verschuiving in de communicatie. En ik weet dat er mensen zijn die totaal niet weten waar een nummer over gaat, maar dat is voor mij echt ongelooflijk. Niet dat ik alles meteen helemaal kan doorgronden, zeker niet, en ook niet dat ik het bij de eerste keer beluisteren helemaal versta of begrijp, maar zelfs iets wat instrumentaal is heeft voor mij een verhaal.

Birgit Wijdemans
Birgit Wijdemans

FF: Vorig jaar speelden Alex Akela & Birgit Wijdemans op de Folkwoodsreünie in Eindhoven en ook daar wisten ze gelijk de aandacht te trekken van enkele liefhebbers die het duo nog niet kenden. Iemand vroeg me hoe ken jij ze eigenlijk? Nou, dat is niet zo moeilijk, als je al jaren lang in Eindhoven naar kleinschalige optredens gaat van singer-songwriters. Dan kom je ze vanzelf een keer tegen. En waar ze eigenlijk altijd al favoriete liedjes en vertalingen uit het Russisch (in het Engels of in het Nederlands) combineerden met een selectie van Alex' eigen werk, hebben ze als duo inmiddels ook een avondvullend programma, onder de noemer Oorlog & Vrede. Een aanrader, die ik in het Freedom Theatre zag en begint met de volgende intrigerende woorden van Alex: "Ik ben geboren in een land dat niet meer bestaat."

Daar wil ik dus ook meer over weten, net als over zijn beweegredenen om twaalf en een half jaar geleden het album Serendipity uit te brengen en hun plannen voor de toekomst:

FF: Je bent altijd bezig geweest met eigen werk, wat was de aanleiding om juist in 2011 je album Serendipity uit te brengen?

Alex: Toen ik dertig werd dacht ik nou moet het gebeuren, want anders komt van uitstel afstel. Het zijn liedjes die ik maakte van mijn 24ste tot mijn dertigste, dus dat is best wel een tijdspanne. En ik merk dat het nu een beetje hetzelfde is. Ik heb weer een heel stel liedjes verzameld. Maar waarschijnlijk heb ik het nodig om die eerst door mijn systeem te laten gaan, om ze te spelen of aan te vullen, misschien nog ergens te schaven voordat ik er 100% achter sta en zeker ben dat ze de wereld in mogen. En dan sluit ik die periode als het ware af. 

FF: En hebben jullie als duo nog plannen om samen iets op te gaan nemen?

Alex: Zeker, die plannen zijn er wel. We proberen wel geregeld van mening te wisselen wat voor liedjes we dan zouden willen vastleggen en wat voor vorm het zou moeten krijgen. En omdat het een mix is van mijn songwriting en nummers die wij belangrijk vinden om te spelen, is het ook belangrijk om erover na te denken hoe je die presenteert. Want als je jezelf neerzet als singer-songwriter dan gaan mensen bij ieder liedje zich afvragen "wat zegt dat liedje over jou?". En nu zegt alles wat we spelen ongetwijfeld ook iets over ons, maar het gaat ons er ook om dat juist die verhalen en nummers gehoord worden en gedeeld worden met de wereld. Juist omdat het muziek is die je niet vaak op de radio hoort of elders tegenkomt.

FF: Nu is er het programma Oorlog & Vrede dat jullie samen hebben gemaakt, hoe hebben jullie die nummers destijds uitgekozen?

Birgit: Aanvankelijk kwamen we erop toen het 75 jaar vrijheid was, als in herdenking van de Tweede wereldoorlog. We hadden het al op een klein haartje na helemaal af, maar toen kwam de pandemie. Dus hebben we het op de plank gelegd, totdat er vorig jaar een verzoek kwam om op 4 mei te spelen. Ik dacht toen eerst ja, 4 mei, da's natuurlijk een hele nare avond, met Dodenherdenking om acht uur, dan om kwart over acht de deuren open en om half negen spelen, ik zag het niet echt voor me. Maar Alex zei meteen, ja, maar dan kunnen we wel dat programma spelen. Dus dat hebben we toen voor het eerst gedaan. Want na de pandemie werden we natuurlijk ingehaald door actuele gebeurtenissen, de oorlog in Oekraïne. Eigenlijk is er altijd ergens oorlog.

Alex: Wat we wilden is een bepaalde spanningsboog in het programma maken, zodat het niet te zwaar wordt. Dat je er niet alleen kommer en kwel instopt maar ook een bepaalde hoop. Ooit zal het weer vrede zijn. En hoe je dat enorme mensenleed terug kunt brengen tot het individu, dat is misschien wel wat de liedjes met elkaar gemeen hebben. Het zijn allemaal persoonlijke verhalen. En als mensen teruggebracht worden naar een persoon dan wordt het tastbaar, dan kun je je gemakkelijker inleven en dezelfde emoties beleven als degene in die verhalen.

Birgit: Het geeft ook houvast, in de zin van als je erover nadenkt dan zie je dat het altijd overal oorlog is, en daar word ik zelf wel moedeloos van zo nu en dan. Dit is een manier om daar wel iets mee te kunnen. De mensen die in zo'n gebied wonen hebben daar niet meteen iets aan, maar het is toch een soort uiting geven aan het ongemak of de gevoelens van ellende die dat met zich meebrengt.

FF: Dus is het voor jullie zelf ook een soort uitlaatklep?

Birgit: Als ik voor mezelf spreek wel ja.

Alex: Ja, en we zijn ook allebei door de oorlog getekend, mijn twee overgrootvaders zijn in de oorlog gesneuveld aan het front en Birgits grootmoeder is overleden tijdens de bevrijding, door een ongelukkige samenkomst van omstandigheden met een granaatinslag. Je draagt zo oude pijn mee, die niet altijd voelbaar is, maar met zo'n dagen weer komt opborrelen. Dat is ook een motivatie geweest om zo'n programma in elkaar te zetten, het geeft je het gevoel dat je iets kan doen.

Birgit: Het is ook een kwestie van er is geen zwart zonder wit. Er zittem ook wel pijnlijke dingen in, maar het heeft ook wel heel duidelijk een boodschap van naar de toekomst gericht zijn, positief zijn en hoop. Als je een tientje geeft voor iemand in nood is dat misschien een druppel op een gloeiende plaat, maar je zal maar net degene zijn die dat tientje krijgt. Het is maar hoe je het bekijkt, wij willen iets doen, al is het maar een liedje zingen.

En ik heb natuurlijk ook vluchtelingenkinderen in mijn klas. En dan lees ik weer eens in de krant dat er van alles moet veranderen en ik kijk naar dat kind in mijn klas, uit Syrië bijvoorbeeld. Dat is echt hetzelfde kind als een ander kind dat hier geboren is. En in het programma zitten natuurlijk heel veel elementen uit de Tweede Wereldoorlog, maar je zou het ook kunnen zien als een strijd die je in kleinere kring voert, of in jezelf.

Alex: Ik zing ook een vertaling van een nummer van Joeri Sjevtsjoek, een singer-songwriter. Hij zegt dat mensen van wie het vuur niet meer in de ogen brandt ook vermist zijn geraakt. Dat kunnen soldaten zijn die wel terugkeerden uit de oorlog, maar ook verslaafden, of mensen die het niet meer zien zitten, of die al hun familieleden zijn kwijtgeraakt.

FF: Die vertalingen uit het Russisch, hoe bepaal je of je iets vertaalt?

Alex: Meestal probeer ik een zinsnede te vertalen. Dan kijk ik of er iets in hetzelfde metrum past. En als ik dan voel dat dat lukt en dat de zeggingskracht ongeveer hetzelfde blijft of in elk geval in de buurt, dan is het de moeite waard om verder te kijken. Als dat experiment in het Nederlands gebeurt dan ga ik kijken om dat ook in het Nederlands uit te spitten. Maar als het metrum zich meer leent voor vertaling in het Engels dan ga ik daarmee verder. Sommige lenen zich voor allebei, maar als je de begeisterung voelt, dan is dat de basis voor de hele vertaling.

Ik heb over het algemeen liedjes die mij dierbaar zijn. Vaak van bepaalde artiesten, maar niet altijd. We spelen bijvoorbeeld een nummer uit een film uit 1943, en dat is voor veel Russen dierbaar omdat het over de Tweede Wereldoorlog gaat en een soldaat die het thuisfront probeert gerust te stellen. Omdat die pijn nog door zoveel mensen gevoeld wordt, maakt het ook iets bij mij los. Dus toen ik die vertaling kon maken voelde het ook als een opluchting dat ik dit verhaal voor het eerst in het Engels kon vertellen, zodat mensen in de wereld zien dat het eigenlijk een universeel verhaal is. En dat is nog steeds actueel, helaas.

Birgit: Ik denk dat het heel vaak uit een soort urgentie voortkomt, dat je beslist ik ga het helemaal vertalen. Soms is het zo dat Alex er helemaal geraakt uitziet, zo out of the blue en dan vraag ik hem wat is er, "ik denk aan een zielig liedje" zegt ie dan. Dan vraag ik waar het over gaat, maar dat is niet altijd in twee zinnen te vatten, dus dan zegt hij dat ie het nog wel eens gaat vertalen. 

FF: Die middag hebben we het over nog veel meer gehad, de technische kanten van muziek en heel wat singer-songwriters passeren de revu. Maar ook het feit dat Ad van Meurs en Ankie Keultjes met hun reeks op de maandagen zowel heel veel betekend hebben voor de muziekscene in Eindhoven als voor hun als duo. En over het vertalen van liedjes, dichtbij het origineel blijvend of juist wat vrijer. Of hoe je plaatsgebonden liedjes vertaalt, iets waar Alex nog niet aan toegekomen is. Maar wie weet, de grote rivier Moskva zou zomaar een keer kunnen veranderen in de Dommel die door Eindhoven kabbelt. Ideeën zijn er in elk geval genoeg. 

En als uit dit uitgebreide gesprek een ding naar voren komt is het wel dat ze niet commercieel bezig willen zijn. Het gaat Alex en Birgit om mooie muziek maken met een bevlogen verhaal dat ze graag met publiek delen. En dat verhaal gaat vaak over gewone mensen, die tegenspoed meemaken en toch een eigen weg vinden. Want hoe erg of moeilijk het soms ook is, uiteindelijk is er altijd nog hoop. 

Links:
Website http://www.birgitwijdemans.nl
Facebook https://www.facebook.com/alexakelabirgitwijdemans

Op zondag 29 oktober 2023 spelen Alex Akela & Birgit Wijdemans het programma Oorlog & Vrede in de Toonzaal aan de Nachtegaallaan in Eindhoven. Er is beperkt plek, dus wie dat wil zien kan zich melden bij de organisatie van Orion22, alle info vind je op: http://www.orion22.nl.

Alex Akela en Birgit Wijdemans
Alex Akela en Birgit Wijdemans