the gloaming - 3
The Gloaming - 3 - Real World CDRW223

Al zolang The Gloaming bestaat (nu een jaar of acht) wordt de band alle lof toegezwaaid van over de hele wereld en dat is volkomen terecht. Waar iedereen zo'n beetje dacht dat er niks meer te vernieuwen viel in de Ierse muziek staken zij de koppen bij elkaar om te experimenteren en kwamen met een eigen geluid, dat sterk verankerd is in de Ierse traditie, en tegelijk innovatief is door klassiek, jazz of avant-garde erdoorheen te vlechten. Na twee fraaie albums en een liveplaat die schitterende kritieken kregen denk je dat de pijp zo langzamerhand wel leeg moet zijn, maar niets is minder waar. Op 3 (de vierde cd, maar het derde studiowerk) gaat het vijftal gewoon verder op de ingeslagen weg en laten ze wederom hun Ierse roots horen die, net als de voorgaande werkstukken, zonder meer openstaan voor de rest van de wereld. En wederom is het genieten van een sterk staaltje vakmanschap en muzikaliteit.

Nog maar een keer de namen van deze klasbakken op een rijtje: Martin Hayes (viool), Dennis Cahill (gitaar), Iarla Ó Lionaírd (zang), Caoimhin Ó Raghallaigh (hardangerviool) en Thomas Bartlett (piano). Nummer drie opent met de fijne stem van Ó Lionaírd, in het Gaelic zoals te doen gebruikelijk. Meáchan Rudaí (The Weight Of Things) is een tekst uit een gedicht van Liam Ó Muirthile. Van deze dichter horen we even later ook nog Áthas (Joy). Beide stukken verschenen in 2013, behoorlijk modern dus, maar de zanger met zijn indringende vocalen die blijven rondspoken voelt zich net zo goed thuis in een vroeg 17de eeuws stuk, zoals we kunnen horen in My Lady Who Has Found The Tomb Unattended. En dan is er nog de prachtige afsluiter, de traditional Amhrán na nGleann (The Song of The Glens), die zo subtiel begeleid wordt (slechts hier en daar een viool) dat het bijna a capella aandoet.

Om de teksten heen en in de instrumentalen weven de andere vier muzikanten hun web van klanken, vaak sober, piano en violen voorop, de gitaar vooral ondersteunend. En daarin tonen de mannen wederom hun meesterschap, zowel op hun instrumenten als in de arrangementen: een thema spelen kan vrijwel iedereen, maar om daar dan op voort te borduren en een melodie op te bouwen totdat de twee violen in elkaar lijken op te gaan of een deun zachtjes jazzy te verkennen zonder de traditie uit het oog te verliezen, dat vergt kunde en die bezitten deze muzikanten in grote mate.

Er is dus eigenlijk weinig nieuws onder de zon op dit derde album van The Gloaming en in dit geval kan dat enkel als compliment opgevat worden, deze mannen zijn hun experiment blijkbaar nog lang niet beu en weten telkens weer een muzikaal meesterwerkje op touw te zetten.

Mirjam Adriaans