-door Mirjam Adriaans-
De liefhebbers hebben er even op moeten wachten, maar twaalf jaar na de eerste uitgave is er nu een Balfolk Deunenboek II. Opnieuw samengesteld door Wouter Kuyper, die 50 eigen composities van moderne balfolkdansen uitschreef en Auke Eringa, die de illustraties verzorgde. Gelijkenissen met bestaande personen (spelers of dansers) berust, net als bij de vorige editie, louter op toeval.

Begin 2008 schreef Henk in deze column over een bezoek van muziekmaat Bert, die een stapeltje mooie muziekdvd's voor hem had meegenomen: "Op tafel ligt het deunenboek van Lirio's Wouter Kuyper. Ik duw 't in zijn handen. Wijs hem op de leuke illustraties van Auke Eringa, en zeg zoiets als: ‘Het zijn allemaal nieuwe dansmelodietjes. Voor het folkbal. Wouter heeft ze geschreven voor diatonische accordeon. Ikzelf heb een doodgewoon pietepeuterig accordeonnetje. Met al jouw ervaring kun jij er vast veel meer mee op jouw klaviertrekzak.'"

Het was voor het eerst dat iemand in Nederland zo'n deunenboek had uitgebracht en dat leverde enthousiaste reacties op. De eerste druk was binnen een jaar uitverkocht, dus verscheen in 2011 op veler verzoek een tweede oplage.

Zowel Wouter als Auke spelen onder meer trekzak en ten bal, solo of in een groep en waren pioniers in de Nederlandse balfolkscene, die nog steeds volop leeft. Wouter is actief in diverse formaties, waaronder Lirio (een van de eerste Nederlandse balbands), Wouter en de Draak, BmB Light en sinds kort Androneda, Auke ken ik vooral van Sidaro, maar hij speelde ook in Bru en stond mede aan de wieg van het zogeheten spansbal in Groningen. Beiden zijn zo langzamerhand ook een vaste waarde op het jaarlijkse balfolkfestival CaDansa, uiteraard als muzikant, maar ook als workshopdocent, in het publiek bij een mooie band of om zo af en toe zelf een dansje te wagen.

Balfolk Deunenboek II
Balfolk Deunenboek II


En nu is er sinds kort een tweede Balfolk Deunenboek, dat opnieuw zeer de moeite waard is, het bevat namelijk maar liefst 50 nieuwe melodieën en is net als de vorige editie weer prachtig geïllustreerd met herkenbare situaties en muzikanten, waarbij de tekenaar zichzelf zeker niet ontzien heeft.

Van deze twee bevlogen mannen wil ik graag wat meer weten, dus stuur ik ze een paar vragen:

FF: Wanneer ben je begonnen met muziek maken en welke instrumenten bespeel je?

Wouter: Als kind (8/9 jaar) kreeg ik ik amv-les op blokfluit,...maar het kon me maar weinig boeien. Tot het moment dat mijn ouders me meenamen naar de stages in Gooik die door de mensen van 't Kliekske werden geörganiseerd. Niet veel later (12) ging ik doedelzakles volgen, en mijn moeder ging op trekzakles. Van die trekzak kon ik ook niet afblijven en volgens mij had ik op mijn 15e zo ongeveer mijn eerste workshop gevolgd. Blokfluiten bleef ik ook nog steeds, en mijn arsenaal aan instrumenten bleef ook groeien. Ik ging ook samenspel-workshops geven, en ik vond dat ik dan toch een beetje een idee moest hebben wat er moeilijk was op welk instrument. Dus ik heb mezelf een hoop instrumenten aangeleerd. Ik speel nu voornamelijk allerlei soorten fluiten, chalumeau, doedelzak en het allermeeste trekzak.

Auke: Vanaf mijn 8e piano. Vanaf mijn 14e ukelele en tenorbanjo. En later ben ik mondharmonica, accordeon en trekharmonica gaan leren.

FF: Wat betekent folkmuziek voor jou?

Wouter: Alles. De muziek raakt me. De mensen, de gemeenschap die erbij hoort. Bj goede folkmuziek hoor je de diepte van de traditie, niet van slechts een persoon, maar van een hele volkscultuur, of het nu recent gecomponeerd is of niet. Heerlijk vind ik dat.

Auke: Ik hou van heel veel soorten muziek. Variërend van Gypsy Jazz tot Klassiek en van Klezmer tot Latin. Het mooie van Folkmuziek vind ik dat het toegankelijke, eerlijke muziek is. Fijn om naar te luisteren maar vooral ook geschikt om zelf, alleen of met anderen, te spelen.

Over Balfolk Deunenboek II heb ik eerst een paar vragen voor Wouter Kuyper:

Wouter Kuyper, foto Ronald Rietman
Wouter Kuyper, foto Ronald Rietman


FF: Er is al in 2007 een deunenboek verschenen, waarom heb je besloten een opvolger te maken en niet een herdruk?

Wouter: Het idee is hetzelfde. Veel mensen vragen me bij optredens of ze bladmuziek van een bepaald nummer mogen. Ik schrijf mijn eigen composities meestal even op, zodat ik ze niet vergeet, en ze makkelijk terug te vinden zijn. Als je die twee feiten combineert, dan wordt dat een nieuw boekje. Plus, natuurlijk, veel mensen hebben het eerste deunenboek al, die willen méér :-)

FF: De opzet lijkt hetzelfde als het vorige boek, zijn er ook dingen die je nu anders hebt aangepakt?

Wouter: Eigenlijk nauwelijks. Ik merkte dat het boekje veel trekzakspelers aantrekt, dus ik heb speciaal voor hen nog meer tablatuur toegevoegd, dus een iets groter aantal deunen heeft "cijfers", en ik heb ook een lijstje bijgevoegd met hoe moeilijk de deunen te spelen zijn.

FF: Is het deunenboek ook interessant voor niet-muzikanten (dansers of luisteraars dus) en waarom?

Wouter: De tekeningen van Auke zijn zeer zeker de moeite waard. Gewoon voor de algemene kijker, maar zeker als je je vaker begeeft in de balfolkwereld of de trekzakwereld dan zul je een hoop situaties en misschien zelfs mensen herkennen die je zeker een glimlach, zo niet een schaterlach zullen ontlokken. :-). Maar je hebt er wel echt het meeste aan als je zelf ook muziek maakt denk ik.

En vervolgens ook aan Auke Eringa:

Auke Eringa, foto Ronald Rietman
Auke Eringa, foto Ronald Rietman


FF: Kun je iets vertellen over de tekeningen die je maakt (in het algemeen, maar natuurlijk ook in het bijzonder die voor het deunenboek)?

Auke: Vroeger wilde ik altijd striptekenaar worden. Dus mijn tekenstijl is redelijk cartoonesk. Maar net als in de muziek zal ik me niet snel tot één stijl beperken. Soms heb ik zin om een tekening te maken in de klare-lijnstijl van Hergé en een andere keer kom ik uit op de tekenstijl van Robert Crumb met veel arceringen. Ik heb ook een tijdje kleurplaten getekend met hele dikke, ronde lijnen dus er zitten ook een paar kleurplaten in het Deunenboek. Ik ben niet een hele snelle tekenaar. Het tekenen kost me veel tijd. Soms maak ik eerst een potloodschets die ik weer met behulp van een lichtbak overtrek op een ander vel papier. Dat moet vervolgens weer ge-inkt worden. En dan nog inscannen en eventueel nabewerken op de computer. Voor een tekening met veel details kost me dat zo een dag. Maar het is ook heel fijn om lekker gefocust door te werken met een mooi achtergrondmuziekje aan en een goede kop koffie erbij. Ik zit er wel over te denken om rechtstreeks op een tekentablet te gaan werken. Dan heb je het meteen digitaal en kun je makkelijk wijzigingen aanbrengen. Misschien voor Deunenboek deel lll.

FF: Wanneer besluit je om iets (een situatie of een persoon/groep) te gaan uitbeelden?

Auke: Ik vind het heel aantrekkelijk om muzikanten uit de folkscene af te beelden. Het zijn over het algemeen vrij uitgesproken types met hele interessant ogende instrumenten. En dan heb je in de balfolk ook nog de dansers die in allerlei houdingen af te beelden zijn en die vaak mooie kleding dragen. Bovendien is het een relatief kleine scène dus als ik iemand teken dan herkennen veel mensen om mij heen die ook wel. Het is wat dat betreft bijna familie van elkaar. Aan de andere kant ook weer niet zo'n kleine scene, er zijn bijvoorbeeld nog zo veel trekharmonicaspelers die ik wil tekenen. Soms maak ik een lijstje van muzikanten of dansers die ik nog wil tekenen. En soms scroll ik een beetje door foto-albums op Facebook heen voor inspiratie. De foto's van Ronald Rietman zijn voor mij een fantastische documentatiebron. Vooral ook omdat hij foto's maakt op bijna alle bals en evenementen die ter zake doen én omdat hij alles goed gerangschikt heeft in albums met plaats en datum. Het enige grote nadeel is dat hij net als de meeste fotografen de voeten van muzikanten en dansers nooit op de foto zet terwijl ik die wel in mijn tekeningen wil hebben. Ik wil een muzikant of danser ten voeten uit kunnen afbeelden. En het soort schoeisel dat iemand draagt zegt ook veel over de persoon. Maar meestal moet ik de schoenen er zelf bij verzinnen en het is razend moeilijk om goede schoenen en voeten te tekenen. Veel van 'mijn muzikanten' hebben zodoende een soort lompe legerkisten aan die totaal niet met de werkelijkheid overeenstemmen.

FF: Wie moet het deunenboek zeker aanschaffen?

Auke: Wouter heeft composities gemaakt die perfect passen bij de diverse balfolkdansen. En hij heeft bijna geen enkele dans overgeslagen behalve de Tarantella, die ik er wel heel graag in had willen hebben. Maar Wouter is daar niet zo dol op. Ook niet op de Polka trouwens waar van ik er na enig aandringen toch één in heb gekregen en die heeft Wouter dan ook 'Auke's Polka' genoemd. Het boek is dus heel geschikt voor muzikanten die al die verschillende dansen wel eens willen leren spelen. Daarbij zijn er vier verschillende moeilijkheidsgraden aanwezig die bij elk nummer in de inhoudsopgave met een sterrensysteem zijn aangegeven. Dat betekent dat het boek voor een heel brede range van muzikanten geschikt is. Verder moet je het boek aanschaffen als je zeker weet dat je op één van de tekeningen staat.

Het Balfolk Deunenboek II kost €15,- (excl. verzendkosten) en is te koop bij Wouter Kuyper, als je hem ergens ziet spreek hem dan gerust even aan of volg de instructies op zijn website: http://www.wouterkuyper.nl/deunenboek2/, dan stuurt hij er een op.